Poëzie De oude school 1918, de sterkste Hercules-combinatie ooit op de been gebracht. Doel: Karamoy. Achter: Mooijen en Bruinis. Halfs: Geertsema, Van Polanen Petel en Kooijmans. Voor: Middelston, Davies, Galstaun, Van Bodegraven en Heuer. eens aan de match Oliveo-Hercules in de Planten- en Dierentuin op 7 september 1924. Tot 20 minuten voor het einde had Oliveo een voorsprong van 4-1. Maar Hercules zette de tanden op elkaar en wist de wedstrijd nog met 6-4 te winnen! Al doende kreeg voor velen de naam Hercules een magische klank en overal waar de Herculanen te gast waren, was de wedstrijd zo goed als uitverkocht. Maar de faam van de roodwitten ver spreidde zich ook buiten Batavia. Hercules werd Kampioen van Nederlands-Indië genoemd, omdat ze in alle jaren dat ze door Java wedstrijden speelden, slechts drie keer geklopt wer den, door U.N.I. Bandoeng, Go Ahead in Semarang en H.B.S. te Soerabaja. Maar ook leverde Hercules het hoogste aantal spelers voor het Bataviaasch Bondselftal voor de Steden- en Kampioens wedstrijden. Natuurlijk presteerden godenzonen Olive, Van Bodegraven, Davies, het kanon Willy Galstaun, Begin augustus vorig jaar overleed in Enschede de dichter Willem Wilmink (1936-2003). Hij woonde in de Javastraat, en dat lijkt de enige band die hij met Nederlands-Indië had. Maar dat is schijn, want net als alle kinderen van zijn generatie en van de generaties ervoor, heeft hij 'ons Indië' van haver tot gort leren kennen: op school. Kreeg Soelcarno de lachers op zijn hand als hij in een toespraak in het Indonesisch plotseling het rijtje Groningen, Hoogezand, Sappenneer, Zuidbroek, Heiligerlee, Winschoten, Oude en Nieuwe Pelcela opdreunde als vrucht van het kolonia le onderwijs, alle Nederlandse kinderen kon den in dezelfde tijd de Grote en Kleine Soenda-eilanden, de vulkanen en de kali's opdreunen. Vaak woonden ze als Willem Wilmink in een straat die een Indische geografische naam droeg. Hingen in Nederlands-Indische scholen kaarten en pla ten van Nederland, in Nederlandse klassen hingen de kaarten en platen van Indië. In het liedje 'De oude school' wordt terugge dacht aan zo'n lagere schooltijd, herkenbaar voor alle generatiegenoten. In 33 versregels herleeft die tijd, na de weemoedige vraag of die school, het plein en de kastanjebomen er nog zullen staan? Na al die jaren kan het er allemaal nog wel zijn, maar één ding is defi nitief veranderd: Indië is niet meer! In de laatste drie versregels verwoordt de dichter dit indirect, bijna en passant, maar daardoor met een bijzondere uitdrukkingskracht: alleen die mooie lichte plaat waarop een kleine dessa staat, is misschien weg. Zo werd een liedje over een schoolherinne ring ook een symbooltekst van één van de grootste historische veranderingen die de vorige eeuw gebaard heeft: de dekolonisatie van Nederlands-Indië. De oude school Ach, zou die school er nog wel zijn, kastanjebomen op het plein, de zware deur, platen van ridders met een kruis en van Goejanverwellesluis, geheel in kleur. Die mooie school, daar stond je met een pas gejatte sigaret in 't fietsenrek, daar nam je bibberig en scheel en van ellende groen en geel opnieuw een trek. En als de meester jarig was werd het rumoerig in de klas en zat je daar, en je verwachtte zo direct een uiterst boeiend knaleffect: de klapsigaar. Je speelde in een schooltoernooi en het begin was wondermooi: fijn voetbalweer, je kreeg met 10-1 op je smoel, de kleine keeper in zijn doel hij weende zeer. De najaarsblaren op de grond, daar stapte je zo fijn in rond, de school voorbij, en 's winters was de kachel heet en als je daar dan sneeuw in smeet, dan siste hij. Het moet er allemaal nog zijn, de deur, de bomen en het plein, de grote heg, alleen die mooie lichte plaat waarop een kleine dessa staat, is misschien weg. Wattimena en de oer-Indische Van Polanen Petel altijd naar behoren. Internationaal stond Hercules ook zijn mannetje: van de 24 wedstrijden werden er 13 gewonnen (onder meer tegen Calcutta, Singapore en Australië), 7 ver loren en 4 eindigden in gelijkspel. Kameraadschap is de grote kracht van de Herculanen geweest; het maakte van Hercules een alom gevreesde eenheid. Na de repatriëringsjaren werd Hercules door Charles Lamoh geleid. In ieder geval is Hercules tot 1965 actief gebleven in Jakarta. Is er iemand onder de Moesson lezers die weet hoe het de roodwitten verder is vergaan? Spiegel van de Indisch-Nederlandse poëzie samengesteld door Bert Paasman en Peter van Zonneveld januari 2004 33

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 33