Cukin
Yvonne Céline van Bijlevelt
Valentine Erica
Gravendaal
column o door J. J. Rizal
Zondagskind
Op een zondag kwam zij ter wereld
in het zonovergoten Indië
Op een zondag ook ging zij heen
uit haar lieve Nederland
met achterlating van haar
zonnige lach
en zovele dankbare herinneringen.
Zacht ging heen onze lieve moeder,
grootmoeder en overgrootmoeder
weduwe van Herman van Elburg t 1966
eerder gehuwd met
Willem Frits Brookman t 1971
Magelang,
23 november 1913
t Amsterdam,
28 december 2003
Maria Louise Brookman
Frits Henry Brookman
Jeanine M.C. Kopijn
Michael E. Kopijn
Céline Berings
Correspondentie-adres:
Anna van den Vondelstraat 15
1054 GX Amsterdam
Op 6 mei 2003 heeft afscheid van ons
genomen onze lieve zuster en vriendin
9 jansri 1920 Tilburg
suikerfabiëc Nfeferi 6 msi 2003
(Djokjakarta, Ned.-Indië)
Thhrg
Jee van Buuren-Trerlirrp
(vrimïn)
Califcmi U.SA.
Bep Gravendaal-Thomson
(weduwe van V ictnr Qairaxkal)
Den Haag:
Ria Gravendaal-Ramspek
(weduwe van Frans Gravendaal)
Sydney,Astrali
Mien Jartsen-Gravendaal
(cufebe aster)
De crHiHti^iedTtigbeid -wxd plaats cp
12 nei 2003 in Tilburg ai OTereen-kcmstig
de veis van Tire is baar as q? 16 juli 20CB
cp zbs verstrooid.
Cbrre^crrteitie-adres
M. Jansai
13 Bulls Road, Croulla 2230
SydneyAstrali
Nasi uduk en emping melinjo
Worden vervangen door kroepoek
Indo's gebruiken een omslagdoek
Want Indo's zijn bang dat ze ziek worden
Dit gedichtje uit vooroorlogs Batavia laat
zien hoe goed Indo's op hun gezondheid
letten. Het woord cukin werd in Batavia
gebruikt voor sjaal. Indo's hielden ervan
om een cukin om te doen wanneer in het
tropische Batavia de namiddag overging in
de nacht en de zeewind opstak. Al sinds de
dagen van de VOC wisten de Batavianen
dat de avondwind behalve verkoeling, veel
ziektekiemen bracht.
Toen in de jaren vijftig veel Indo's en
Nederlanders terug naar Holland gingen,
kwam je alleen nog Indo's met een cukin
tegen in het noorden van Jakarta, in
Kampung Tugu. Daar woonden al vier eeu
wen lang de Indo-Portugezen. Zij droegen
de cukin alleen wanneer er een krontjong-
groep uit Tugu optrad, zoals Moresco-
Toegoe met Samuel Ouicko of Keroncong
Caprinho van de familie Abraham. De
cukin was voor hen, naast het typisch
Chinees-Bataviase jasje en de zwarte pan
talon naar Europese stijl, een vast onder
deel van de kleding die tijdens de optre
dens gedragen werd.
Toch is het woord cukin niet bedacht door
Indo's van Nederlandse of Portugese
afkomst, noch door Nederlanders of
Portugezen. Het woord komt van chiu-kin
dat in het Hokkian - een Chinese taal -
halsdoek betekent. Volgens schrijver
Pramoedya Ananta Toer is de cukin kleiner
dan de angkin die men in Batavia kende en
om het middel werd geknoopt. Historicus
Th. Pigeaud vermeldt dat de cukin een
soort bontgestreepte katoenen doek is.
De cukin kon je voor allerlei doelen gebrui
ken: als handdoek, kussen, gebedskleedje,
tegen de kou, om jezelf te verdedigen en
om het wapen van je tegenstander uit de
hand te slaan. Gezien de verschillende toe
passingsmogelijkheden werd de cukin in
Batavia vooral gedragen door mensen die
een rondtrekkend bestaan leidden, zoals
vechtersbazen en Islamitische geestelijke
leiders.
F.D.J. Pangemanann beschrijft in Tjerita Si
Tjona uit 1900 hoe de hoofdpersoon van
het verhaal, een gemene vechtersbaas uit
Tanggerang, in Batavia aankomt. Op Pasar
Tanah Abang koopt hij met de opbrengst
van de verkoop van een gestolen karbouw
eerst een stel kleren, een sarong, een hoofd
deksel en een cukin. De vechters uit
Tanggerang waren, in de tijd waarin het
verhaal speelt, beroemd vanwege de
gevechtskunst pencak silat. Eén van de
ultieme wapens was de cukin zoals bijvoor
beeld bij de 'bandut tepok' waarbij men de
cukin om de tegenstander wikkelde én de
'21 kilat' taktiek. Ook ulama's, islamitische
geestelijke leiders, waren in de regel kundi
ge pencak silatbeoefenaars. De multifuncti
onele cukin was, naast het paard, een
belangrijk hulpmiddel tijdens de zwerf
tochten waarin ze woeste gebieden betra
den die op de grens lagen van de beschaaf
de wereld. Tijdens die zwerftochten ver
breidden ze de islam en stichtten ze koran
scholen. Rovers vreesden de cukin van de
geestelijken omdat ze geloofden dat doek
bovennatuurlijke kracht bezat.
Tot op de dag van vandaag zijn er vechters
bazen en geestelijken binnen de Bataviase
gemeenschap, al verplaatsen ulama's zich
niet meer te paard maar per auto.
Onontgonnen gebieden zijn er niet meer
en men preekt nu op chique locaties, via de
tv en soms zelfs in luxe hotels. Toch wordt
de cukin nog in ere gehouden. De cukin is
nu zelfs een symbool van de geestelijkheid
geworden. De doek is meestal wit en wordt
niet meer om de hals maar over de schou
ders gedragen. Bij de vechtersbazen daar
entegen, is de traditie van de cukin verdwe
nen. Degenen die nu de cukin nog dagelijks
dragen, zijn de zieken en bejaarden. Dit is
humoristisch verwoord in het lied Ketimun
Doang geschreven door grote musicus van
het Betawi-lied, Benyamin S.:
Een smoezelige cukin vol met snot
Wappert zachtjes omhoog en omlaag
Het mangle lied
dat helder klinkt
Maakt dat de pijn
tjes en kwaaltjes
verdwijnen.
vertaling:
Barry van der Schoot
februari 2004 37