Meer lezen? 1 awawga Mystiek en magie zijn een belangrijk onderdeel van de Indische cul tuur. Br zijn dan ook veel boeken over dit onderwerp geschreven. Hieronder een aantal titels. Het standaardwerk is nog altijd het vier delige De Javaansche geestenwereld en de betrekking die tusschen de geesten en de zinnelijke wereld bestaat verduidelijkt door petangang's of tellingen bij de Javanen en Soedanezen in gebruik (1894) door H.A van Hien. Geesten, natuurgeesten, duivels en spoken worden in dit enorme boekwerk besproken. Maar niet alleen dit, ook de bescherm- middelen, offers en goede en slechte dagen komen aan bod. In Het probleem van de stille kracht (1926) bespreekt A. Baudisch allerlei verschijnselen van stille kracht; ooggetuigenverslagen van stenenre gens bijvoorbeeld. In Indische literatuur vormt mystiek een apart thema. Enkele beken de titels: De tienduizend dingen van Maria Dermoüt en De stille kracht (1900) door Louis Couperus - hoewel stille kracht niet het grondthema is van de roman, zoals vaak gedacht wordt, maar het drama van resident Van Oudijck. Bekend is verder natuurlijk P.A Daum's Goena-goena. In Goena-goena bewerkt een weduwe een getrouwde man met goena-goena, zodat hij ziekelijk verliefd op haar wordt - met alle gevolgen van dien. Doekoen van Madeion Székely- Lulofs - pas in 2001 in boekvorm verschenen - gaat over de strijd tus sen een inheemse medicijnvrouw en een Nederlandse chirurg, meer in het algemeen over verschillen tussen Oost en West. In Mevrouw mijn moeder vertelt Yvonne Keuls over haar ervaring bij een doekoen in Indonesië. Ten slotte brengt een jongen de nacht door in een mysterieus huis in Schuilen voor de regen van Vincent Mahieu. En in het eerste hoofdstuk van Marion Bloems Vaders van betekenis spreekt een doekoen met een kaaiman. dat het heel dichtbij kwam, kneep ik mijn ogen dicht. Ik werd over mand door een combinatie van blijdschap, angst en nederigheid. Toen ik weer keek, was alles weg.' Voor Magdalena was dit een teken dat ze de strijd met de slechte krachten had gewonnen. 'Vanaf dat moment ben ik ook nooit meer bang geweest.' Rituelen In Mevrouw mijn moeder van Yvonne Keuls krijgt de schrijfster een behandeling van een doekoen. Ze legt haar hand op het hoofd van Keuls. Magdalena heeft haar eigen werkwijze: wierook branden. Er komen mensen met allerlei problemen bij haar over de vloer: van mensen die honger hebben tot mensen die menen bezeten te zijn. Magdalena laat ze hun verhaal doen, luistert en geeft advies. 'Jammer genoeg kan ik lang niet iedereen helpen', haar blik veran dert 'want een zwarte doekoen kan soms voor altijd schade aan richten. Toch geef ik iedereen wierook mee, zodat de meesten zich zelf in het vervolg kunnen beschermen tegen kwade geesten.' Maar wierook branden is niet iets wat je zomaar kunt doen, omdat het, legt Magdalena uit, een geschenk aan God is. Je moet de wie rook altijd met zout bestrooien voordat je die brandt, omdat de wierook anders onrein is. Wierook branden mag bovendien alleen tussen zes uur 's ochtends en zes uur 's avonds. Volgens Magdalena begint de zwarte doekoen na zes uur 's avonds met zijn rituelen. 'Er is een voortdurende strijd tussen goed en kwaad en die wordt na zes uur 's avonds gestreden. Een zwarte doekoen houdt er een hele andere werkwijze op na. Hij kan bij voorbeeld papiertjes waarmee hij gepreveld heeft in een vrucht stoppen en in het water gooien. Hij hoopt dan dat de vrucht niet meer teruggevonden wordt. Een zwarte doekoen moet ook vaak een offer brengen. Voor elke ziel die hij met goena-goena vernie tigt, sterft er een dierbare van hem.' Mystiek, stille kracht, goena-goena - ze maken een wezenlijk deel uit van de Indische cultuur. Maar Magdalena vertelt ons dat hier in Nederland lang niet zoveel stille kracht is als in Indonesië: 'Bezieling zit in bomen en planten en er is hier lang niet zo veel natuur. Wat voor bezieling zit er nu in een blok beton?' Magdalena is zelf ook een Indische. Toch komen er maar weinig Indo's in haar winkel. Veel Indo's zijn bang voor doekoens en stille kracht, is haar verklaring. Misschien is die angst, wanneer je de enge verhalen hebt gehoord, niet helemaal onbegrijpelijk. Maar Magdalena denkt dat er veel vooroordelen in Nederland heersen. Magdalena: 'Die komen voort uit onwetendheid. Juist omdat men sen niet weten wat een doekoen doet of wat voor geesten er bestaan, zijn ze sneller bang. In Amerika is dat wel anders. Daar roepen veel Indo's de hulp in van een doekoen. Een aantal Amerikaanse vrouwen wilde zelfs bij mij in de leer. Veel Indo's hier in Nederland denken dat doekoens mensen mani puleren met stille kracht, maar dat is niet zo. Alleen een zwarte doekoen doet aan goena-goena. Een witte doekoen, zoals ik, zal nooit iemand kwaad willen doen. Integendeel. Ik roep juist de geesten aan om mensen te helpen. Zoals een beschermengel - iedereen heeft een soort beschermengel. Er zijn nog vele andere geesten; mensen die er fysiek niet meer zijn. Afhankelijk van hoe iemand geleefd heeft, wordt hij een licht of donker vonkje en komt hij tussen hemel en aarde. We kunnen deze geesten niet zien met onze ogen, maar ik zie ze toch. Ik roep ze aan. Wanneer ik 's och tends mijn winkeltje inloop, zeg ik ze allemaal gedag. Nee, we zijn heus niet de enigen hier.' o Met dank aan Sheila van Rhoon. moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 22