'Lennaert en ik waren geen boezemvrienden' Indië Groot in een artikel in Vrij Nederland de Beatles van Nederland. De relatie tussen Nijgh en De Groot was een bijzondere. Zo heeft Boudewijn de Groot Nijgh een paar keer aan de kant gezet als tekstschrijver. Maar altijd kwam hij weer bij hem terug. 'Lennaert en ik hadden geen intieme relatie in de zin dat we boe zemvrienden waren. We konden elkaar niet verraden en hadden geen heftige ruzies. Je hoeft, denk ik, niet per se boezemvrienden te zijn om goede nummers te schrijven. Het is in elk geval niet nood zakelijk. Op een gegeven moment waren we wel onafscheidelijk omdat we bij elkaar in de buurt woonden, elkaar aanvoelden en dezelfde belangstelling hadden. Bovendien waren we allebei avon tuurlijk aangelegd. Lennaert is nooit iemand geweest met het hart op de tong. Hij gaf nooit aan wanneer hij hulp nodig had. Maar wanneer je met hem over dingen praatte die hem interesseerden veranderde hij in een spraakwaterval. Later groeiden we uit elkaar. Ik had het druk met optredens en Lennaert is vrij honkvast. Hij kwam op een gegeven moment Haarlem nauwelijks nog uit.' Lennaert Nijgh was niet bepaald de productiefste schrijver. Hij schreef alleen als er geschreven moest worden. Inspiratie voor tek sten kreeg hij pas wanneer hij een opdracht had. Toen Nijgh in 2002 overleed liet hij dan ook niet veel songteksten na. Op Eiland in de verte staan acht nummers die hij geschreven heeft. Meer was er niet. Hoewel Boudewijn de Groot in een Japans interneringskamp is geboren, heeft Indië nooit een belangrijke rol gespeeld in zijn werk. Zijn moeder overlijdt wanneer hij één jaar oud is. Iets waar hij zich tot op de dag van vandaag schuldig over voelt. 'Mijn moeder was eigenlijk te zwak om mij te baren en voor me te zorgen.' In 1946 ver trekt de familie De Groot naar Nederland. Omdat zijn vader achter moet blijven om zijn pensioen veilig te stellen, woont Boudewijn bij de tweelingzus van zijn vader: tante Alie. Zij wordt voor hem als een moeder. In zijn werk speelt het Indische verleden van Boudewijn de Groot nauwelijks een rol. Het enige nummer waar iets van dat verle den in terug te vinden is, is Moeder. Een nummer over een zoon die zijn moeder nooit gekend heeft, en een moeder die haar zoon nooit gekend heeft. De Groot: 'Bij de herdenking bij het Indië-monument twee jaar geleden heb ik dit nummer gezongen. Ik was gevraagd om een her denkingsrede te houden; ik vond het belangrijk om een statement te maken dat ik in Indië ben geboren, dat er iets van Indië in mij is wat mij op een bepaalde manier heeft gevormd. Ik wil daar niet op een grote manier mee naar buiten komen, maar bij die gelegenheid en voor die mensen wilde ik een gevoel van verbondenheid laten blijken. Ik wist hoe ik dat onder woorden moest brengen en hoe ik dat heel concreet en klein kon doen. Ik dacht, als ik vertel dat ik mijn moeder nooit heb gekend, als ik wat persoonlijke dingen ver tel die met de oorlog te maken hebben, dan zullen er vast mensen zijn die iets hiervan herkennen. Ergens anders, in een neutralere omgeving, zou ik dit nooit gedaan hebben.' Sinds Boudewijn in Nederland aankwam is hij nooit meer terug gegaan naar zijn geboorteland. Toen Astrid Joosten hem in 1996 tijdens het televisieprogramma De show van je leven voorstelde met een cameraploeg terug te gaan naar Indonesië, sloeg hij dat aanbod af. 'Indië zit in mijn hoofd en dat wil ik zo houden. Ik wil dat beeld niet bijstellen, want het is me zeer dierbaar. Ik wil Indië niet als een actualiteit zien, maar meer als iets uit een ver verleden dat ik met me meedraag en waar ik met plezier aan denk. Ik heb ook geen behoefte om naar Indonesië te gaan om te zien hoe alles eruit ziet. In de eerste plaats omdat ik me niet visueel kan herin neren waar ik ben geweest en ten tweede omdat het er niet meer uit zal zien als toen. Mijn beeld over Indië is meer een gevoel dan een concreet beeld. Ik wil dat gevoel niet verstoren. Ik denk dat ik Indië een beetje angstvallig uit de werkelijkheid hou.' 12 moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 12