Toen Ciliwung nog Tjiliwoeng was, speelde ik op de plek waar
deze foto is gemaakt. Er is een oceaan van verschil in beleving van
toen en nu. De moderne Indonesische spelling van dit heerlijk
stukje kali versterkt dat gevoel van vervreemding nog meer. Een
dag spelen in de kali; elk Indisch kind heeft dat wel eens gedaan.
Tjiliwoeng was bruisend fris en zo helder dat je de bodem kon zien.
Ik kijk nu, drieënvijftig jaar later, met toeristenogen door een dure
camera. De stenen waren toen groter, glanzender en zwarter, alsof
een gigantische godenhand ze in het onstuimig bruisende water
had gestrooid. Tjiliwoeng was mooier, jonger en energieker. De
Ciliwung waar ik nu naar kijk, is stokoud, doodziek en stervende. De
glanzende, pikzwarte reuzenkeien van toen, liggen nu als roestende
scheepswrakken in het stinkende, giftige water dat stroperig traag
als in een aorta met aderverkalking onder de brug doorstroomt.
Zorgeloos spelen
Welk kind zou in deze Ciliwung van het moderne
Indonesië nog willen spelen? Je kunt in deze Ciliwung
niet meer fantaseren dat je Tarzan bent, vechtend met
een grote krokodil. In deze Ciliwung kun je niet meer
in je blootje tussen de gladgeslepen keien liggen en je
met je tenen vastgrijpen aan de bodem en je jongens
lijf voelen trillen in de krachtige stroom.
Toen had Tjiliwoeng heerlijk fris, helder water en als je
als kind per ongeluk een slok binnen kreeg, overleefde
je dat wel. Zwetend na een dag rondscharrelen in de
Plantentuin - heet nu Kebun Raya - wachtte dan die
heerlijke, koele Tjiliwoeng.
Eerst netjes, met stoere zwembroek aan, het water in.
Vooral als er nog schoolmeisjes van de CAS-hbs of
Theresia-mulo op de brug rondhingen. Eenmaal lig
gend tussen de stenen, trok ik die knellende zwem
broek uit en was ik Tarzan, bloot in de Tjiliwoeng. De
gilletjes en giecheltjes die vanaf de brug tot mij door
drongen, negeerde ik. Ik en de Tjiliwoeng waren één,
en ik kon de watergeesten horen schateren van plezier
als het water in mijn oren bulderde en de rest van de
wereld voor deze Indische jongen niet meer bestond.
Geschenk
'De Rijn stroomt bij Lobith ons land binnen'. Waarom heb ik dit
moeten leren? Natuurlijk zijn er in 'ons land' ook rivieren. Ik noem
maar enkele: de Rijn, de Maas en de IJssel. Maar als ik deze kali's
zie, heb ik helemaal geen zin om er in te liggen!
Ik kan nog steeds de juiste woorden niet vinden die dat intense
geluksgevoel beschrijven dat ik toen had, daar tussen de keien in
de Tjiliwoeng. Was ik maar een goede schrijver, dan zou ik de
woorden vinden. Ik weet zeker dat een gelukservaring op jeugdige
leeftijd, al duurt het maar een dag, je hele leven kan doorwerken
en bepalend is voor de mens die je uiteindelijk wordt.
Tussen de keien en het bulderende, koele water van de Tjiliwoeng,
kreeg ik een geschenk van de watergeesten dat niemand mij meer
af kan nemen. En dat alleen maar omdat het lot bepaalde dat ik in
Indië ben geboren en in de Tjiliwoeng werd 'gedoopt', o
mei 2004 17