Mijn stem geeft me nooit uitleg, maar ik weet wel wie het is vond ik een foto van Willem de Gelder, mijn overgrootvader. Ik wist direct dat hij het was. Hij praat petjoh, maar soms ook boeken taal met gij- enzo. Dat stemmetje is nooit stil.' 'Ik doe aan witte magie, ik beantwoord vragen van mensen. Ik help ze niet, ik vertel ze alleen wat er te wachten staat, dan kunnen ze daar rekening mee houden. Het is toch prettig om te weten dat je kind later naar het buitenland gaat? Ik zie niet altijd iets, als ik niets zie, mag ik het niet weten. Ie moet wel tactvol reageren, want mensen storten in als je iets zegt dat naar is. Ik heb wel eens een leerling gehad die gewoon lukraak tegen iemand zei dat zijn poot eraf zou gaan. Dat kan dus niet. Je moet dan zeggen; je krijgt een operatie. Ik kwam eens bij vrienden en toen zag ik boven het hoofd van hun baby een lichtend kruis. Ik wist, die baby gaat dood. Ik heb dat verteld en die ouders hebben vanaf toen alles gedaan om dat kind te sparen. Maar als het zijn voorspelling is, kun je het kind vastzetten in een huis met sloten, het gebeurt toch. De familie ver huisde naar een rustig dorp bij de Belgische grens. Toen het kind vier jaar was en op een dag buiten speelde met het buurjongetje, werd het daar, op die stille landweg, aangereden door de enige auto die langsreed. Tja, je ontkomt niet aan je lot, dat is je karma, daar geloof ik wel in. Ik sta er zelf soms ook van te kijken. Ik weet natuurlijk niet of mensen het tegen hun kinderen vertellen, of dat het self-fulfilling prophecy is. Dat ontdek je nooit.' 'Het is geen spelletje, ik neem het bloedserieus. Vóór de Bijlmerramp had ik drie keer dezelfde droom. Er was een vreemde geur en zilverpapier dwarrelde naar beneden. Die voorspelling heeft mijn fanclub met handtekening en datum opgeborgen in een kluisje en weer tevoorschijn gehaald toen het was gebeurd. Er kwam eens iemand uit Utrecht op visite die iets wilde weten over zijn stad. Ik vertelde dat de Domtoren af zou breken. Ik heb de gemeente Utrecht nog gebeld en gewaarschuwd, en ja hoor, de toren brokkelde af.' Uit de kast haalt De Gelder alle knipsels die hij in de loop der jaren verzameld heeft. Alle zijn voorspellingen, net jes uitgetikt, mappen met pagina's uit de Privé, Paravisie en Tong Tong/Moesson. Keurig geordend, met elastiekjes en paperclips vastgebonden. Een foto waarop De Gelder naar een afgebrokkelde toren van de Dom wijst, een waar hij bij de puinhopen van de Bijlmerramp staat. Allemaal gebeurtenissen die De Gelder heeft gezien in zijn dromen of in zijn kristallen bol. Keerzijde 'Mijn gaven hebben als consequentie dat ik geen kinderen kon krij gen. Ik heb wel twee relaties gehad, maar ik had ontzettende angst om kinderen op de aarde te zetten. Mijn vriendin vond dat bela chelijk, maar ik durfde niet. Het was 1950 en ik dacht; als er weer oorlog komt, moeten ze misschien in een kamp en dat is dan mijn schuld want ik heb ze op de aarde gezet. Later, ik was in de dertig, stelde ik mijn mening wel bij, maar toen was ik zo druk aan het werk, dat ik dacht: laat maar.' 'Ik ben heel jong volwassen geworden in het kamp. Maar van al het slechte leer je iets, dat is het goede van het slechte. Het bestaan van elk mens heeft een bedoeling, en ik denk dat ik voor mijn familie moest zorgen. Ik was al snel de jongste man in huis. Na de scheiding van mijn ouders moesten mijn moeder en mijn zusje voor therapie naar Oegstgeest, naar dokter Bastiaans [omstreden psychiater, gespecialiseerd in psychosomatiek en traumaverwer king van oorlogsslachtoffers, SvR], Mijn oma had een trauma door het kamp en kwam in een psychiatrische instelling in Wolfheze terecht. Ik zelf heb nooit ergens kunnen enten. Dat kwam ook door mijn baas. Als ik ergens gewend was om te werken, moest ik weer weg. Hierdoor bleef ik een oppervlakkige jongen.' Toch brak het kampverleden ook bij De Gelder op. Toen hij rond de 55 jaar was, stortte hij onverwachts in. Dit zou door het oorlogsverleden zijn gekomen en hij kreeg een overbruggingspensioen. De laatste tijd doet hij het rustig aan, sessies geeft hij niet zoveel meer; huidkanker en chemotherapieën hebben hem danig afge zwakt. 'Mijn levensopdracht is; aanpassen. Nu ik huidkanker heb, moet ik me weer aanpassen. Mijn stem vertelt me niet waarom ik huidkanker gekregen heb. Ik zou zelf niet weten wat deze kanker voor mij moet betekenen, terwijl dat best wel een handicap is. Mensen kwamen vroeger bij mij thuis voor een consult, maar door de chemotherapie ben ik aan het minderen.' Gedachtevorm 'Toen ik jonger was, had ik veel meer paranormale ervaringen. Maar nu ik ouder wordt, heb ik dagen dat ik niets merk. Ik hoop wel dat het terugkomt want ik mis het wel. Het is een leuk en spannend idee dat je contact hebt met een wereld die je niet kunt zien, al heb ik er zelf nooit voordeel mee gehad. Ja, mijn oma is een paar keer teruggekomen na haar overlijden, terwijl zij juist een nuchtere vrouw was. Ze zei altijd: "ik zal nooit terugkomen als ik dood ben, want daar geloof ik niet in." Maar uitgerekend zij liet zich een paar keer aan mij zien. Ik denk dat dat komt omdat ze mij wilde bewijzen dat die andere wereld toch bestaat. Dat vind ik erg sympathiek van haar.' De gedachtevorm die bij zijn Surinaamse buurvrouw de boel in de brand stak, is nu verdwenen. 'Eerst kwam er een ploeg Nederlanders die heel agressief tegen het wezen gingen praten. Dat hielp niet. Toen kwam er een Afrikaans medium. Hij ging overleggen, bleef beleefd en ging vriendelijk in onderhandeling. Dat hielp wel. Ik was erbij toen ze de gedachtevorm in een ronde aarde pot duwden. En die buurvrouw hield het inderdaad aan met de man van haar buur vrouw. Tja, zulke dingen moet je ook niet doen.' o mei 2004

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 49