De Baboe uit de kunst o door Frans Leidelmeijer Dit bronzen beeldje werd onlangs te koop aangeboden bij een gerenom meerd Amsterdams veilinghuis. In een veiling gewijd aan twintigste- eeuwse moderne schilder- en beeldhouwkunst. Het beeldengroepje bevond zich in gezelschap van beelden van meesters als Karei Appel, Charlotte van Pallandt en andere coryfeeën van de klassiek modernen. Frans Leidelmeijer Het bronzen beeldje werd in de begeleidende catalogus omschreven als baboe met kind. Zou deze omschrijving van de inbrenger af komstig zijn of van de expert van het veiling huis? In ieder geval is het iemand geweest met een Indische achtergrond. Want alleen zij kunnen weten wat voor belangrijke plaats de baboe in het Indische familieleven innam. Elk Indisch kind heeft zijn of haar eigen dierbare herinneringen aan deze figuur uit het koloniale verleden. In de betere kringen had ieder kind zijn of haar eigen lijfbaboe. Zij kreeg dan de naam van het kind dat onder haar hoede kwam, zoals baboe Tjalie of ba boe Non. Ze werd een soort tweede moeder. Ze droeg het kind vaak in haar slendang, zoals op de afbeelding. En bij het slapengaan zong ze 'Nina Bobo'. Als de familie met verlof ging naar Holland ging de baboe vaak mee. In het Haagse stadsbeeld zullen er heel wat baboes achter de kinderwagen gesignaleerd zijn. In de Indische literatuur komt ze vaak voor. Zo schreef de dichter Han Rensink een ont roerend gedicht ter ere van zijn baboe. De schrijver Rob Nieuwenhuys schreef ook vol liefde over'zijn' lijfbaboe. In het boek De stem van mijn ouders schrijft hij 'De geuren van haarlichaamenhaarkleren,vanhaarsarong vooral, moet ik intens opgesnoven hebben, een soort pre-erotiek. Ze liefkoosde mij door mij tegen zich aan te drukken en te besnui- ven. Ik herinner menu nog die geuren, want geuren kun je je herinneren!' Een jaar of wat geleden werd mijn aandacht getrokken door een opvallende overlijdens advertentie in het NRC Handelsblad. In deze annonce werd het overlijden gemeld van Vrouwe... gevolgd door een Indonesische vrouwennaam. De opsteller van dit bericht bedankte de vrouw, die hem in zijn jeugd zo liefdevol had verzorgd en dacht bij haar over lijden met veel respect, liefde en hoogachting aan haar terug- Op de kijkdag van de veiling had ik alleen maar oog voor het beeldje van baboe met kind. De maker Tjipke Visser (1876-1955), is geen onbekende voor me, toch had ik dit onderwerp niet van hem verwacht. Bij mijn weten had deze geboren Fries geen Indische achtergrond. Ik heb telefonisch een bod uit gebracht op het beeldje. Helaas was ik niet de enige geïnteresseerde, maar ik moest en zou het beeldje hebben. Ook omdat ik het nodig had, als afbeelding bij dit stukje als hommage aan de baboes van Indië. o bespreekt iedere maand een kunstob ject dat ontstaan Is uit Europese en Indi sche kruisbestuiving juni 2004 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 19