Poirrié's perikelen Kroegtijgers en Salonleeuwen Agenda juni-juli Varen in Indië tips@moesson.com Opscheppen is typisch een mannen- kwaal. Maar vrouwen kunnen er ook wat van, zij gaan alleen slimmer te werk. Als een vrouw naast een man in een sportwagen gaat zitten, kan zij hem het idee geven dat hij een heleboel voorstelt. Terwijl ze dit alleen maar doet om haar seksegeno ten de ogen uit te steken, dus ter meerdere glorie van zichzelf. Het elkaar de loef afsteken wordt door man nen het liefst beoefend in een café. Daar kunnen ze ongestoord van zich af grauwen en blazen. Opmerkelijk is dat deze kroegtij gers in alle geledingen van de samenleving voorkomen, zelfs in de betere kringen. Maar daar heten ze salonleeuwen vanwege het standsverschil. Een leeuw heeft per slot van rekening iets majesteitelijks en hoort niet op een ordinaire kruk in een rokerige kroeg. Gareng Uitzonderingen op de regel zijn talentvolle mannen die boven de massa der middelmati- gen uitsteken. Zij worden vaak onterecht voor bluffers uitgemaakt. Dit lot was ook Gareng beschoren. Deze zwijgzame soldaat-chauf feur had zich op eigen wieken ontwikkeld tot een allround sporter. Zijn specialisatie was boksen in de vlieggewichtklasse. Toen ik hem een keer vroeg of talent en goede begeleiding noodzakelijk zijn om tot sportieve toppresta ties te komen, schudde hij zijn hoofd en trok zijn hemd uit. Vervolgens toonde hij me zijn wasbord van buikspieren, pompte zijn biceps en kuitspieren op tot het formaat tennisbal en zei met gerechtvaardigde trots: 'allemaal zelf gemaakt.' Hoefde ik niet verder te vragen, want Gareng's lichaamstaal verklaarde alles. Opscheppen Mijn vader was van ongeveer hetzelfde slag als Gareng. Hij bezat bovendien het bij hoge uitzondering verleende KNIL-brevet Meester op alle wapens. Dat betekende onder andere dat hij een uitstekende schutter was. Dat werkte er aan mee dat ik zijn ongelooflijke jachtver haal uit de Pasoendan-periode geloofde. Het speelde zich af tijdens een grote manoeuvre. Zoals pa vertelde, lag zijn bataljon in stelling in het Garoetse toen een motorordonnans van de regimentsstaf binnenstoof. De man had een spoedbericht bij zich over een doorbraak van de vijandelijke 'blauwe troepen' in de buurt van de Poentjalcpas. En of het bataljon als de bliksem krachtige tegenmaatregelen wilde nemen. Omdat pa toevallig in de buurt was, stuurde de bataljonscommandant hem met een aantal manschappen naar de plek des onheils. Toen ze met hun truck derwaarts snelden, zagen ze in de verte iets door de droge slokan naast de weg naderen. Schroeiplekje Pas op het laatste moment, toen het waar genomen object met hoge snelheid voorbij raasde, zagen ze dat het een reusachtig wild zwijn was. Alert als hij was, brulde pa tegen de chauffeur dat hij moest stoppen en greep zijn karabijn. Hij sprong vervolgens in de slokan, nam de geknielde schiethouding aan, liet de karabijn op standvizier en loste een loepzuiver schot. Dat alles in één vloeiende beweging. Het getroffen zwijn maakte een halve salto voorover, schoof een tiental meters op z'n rug verder en bleef doodstil liggen. Tot grote verbazing van zijn toegesnelde soldaten konden ze nergens een schotwond vinden bij het dode dier. Op aanwijzingen van pa constateerden zij dat de kogel door de achterste lichaamsopening naar binnen was gevlogen en via een van de neusgaten eruit was gekomen. 'Ze ontdekten voor en achter wel een schroeiplekje maar geen druppeltje bloed', zei pa. Als je eigen vader je zoiets op je mouw speldt, twijfel je niet aan zijn woorden. Al hadden er tien zwijnen achter elkaar door die slokan gerend, hij had ze alle tien met één schot neergelegd. Een beetje opscheppen kan geen kwaad, maar in het bijzijn van je opgroeiende zoon moet je wel uitkijken. Zo'n jongen denkt immers al gauw dat hij zijn geweldige vader nooit kan evenaren. Daaruit ontwikkelt zich een dijk van een minderwaardigheidscomplex en zo heeft onze machosamenleving er weer een kroegtijger bij. Of een salonleeuw. Dit hangt er vanaf uit welk nest iemand komt. Koekoeks daargelaten. Jack Poirrié groeide op in Batoeradja en woont sinds 1951 in Nederland. Elke maand schrijft Jack Poirrié in Moesson over zijn perikelen. invloeden, ceremonieën, adel, magie en strijd en dood. Museum Nusantara, Sint Agathaplein 4-5, Delft. Tel. 015 - 260 23 58. Informatie: www.nusantara-delft.nl Van 19 juni tot en met 7 november is in Ma ritiem Museum Rotterdam de tentoonstel ling Varen in Indië te zien. Aan de hand van zes thema's wordt er een beeld geschetst van de veelzijdigheid van de scheepvaart in Nederlands-Indië. Aan ieder thema is een persoonlijk verhaal verbonden. Zo vertelt Louis Couperus over zijn reizen als 'schrij vende toerist' en verhaalt een Molukse jongen over hoe hij aanmonstert op een marineschip. Maritiem Museum Rotterdam, Leuvehaven 1, Rotterdam. Tel. 010-4029264. Informatie: www.maritiemmuseum.nl juni 2004 31

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 43