GENERATIES KENNEN HEM ALS TROTSE VOORVECHTER VAN HET BEHOUD VAN DE INDISCHE CULTUUR.TEGELIJKER- TIJD IS DE INDONESISCHE VERDEDIGINGSKUNST PENTJAK SILAT ZIJN WAY OF LIFE. PAATJE PHEFFIE IS EEN LEVENDE LEGENDE. DOOR SHEILA VAN RHOON O FOTOGRAFIE ARMANDO ELLO NT JAK GOEROE Natuurlijk kent u Paatje Phefferkorn. Hij is lang, tenminste, voor een Indo van 82 jaar; minstens 1 meter 80. Hij is slank, of is het mager, en heeft felle, lichtblauwe ogen waar soms een donkere waas overheen trekt, zoals wanneer hij voordoet hoe hij een aanval afweert. Hij is op praktisch elke pasar malam te vinden, rijdt per week 1700 kilometer met zijn Indo-vaantjes, stickers en t-shirts. Als hij niet op het podium staat om zijn pentjak dansen uit te voeren, is hij wel met jongeren aan het dansen op salsa-, house- of reggaemuziek. Hem enkel aanduiden als'de man van de Indo-vaantjes', of als'een pentjakleraar', zou hem tekort doen. Paatje Pheffie is zoveel meer dan dat. Samen met een stuk of tien andere Paatjes zoals Pa Flohr, Pa Frits Drijs- sen, Anton Kneefel en John D. Nelson, behoort Verdi Phefferkorn von Offenbach (Bandoeng, 1922) tot de allereersten die pentjak silat naar Nederland brachten. Deze Paatjes - hun naam is een eretitel en afgeleid van het Maleise woord bapak - leerden de verdedigingskunst nog bui ten, in de jungle, van Javaanse meesters. Dit was in een tijd dat het van levensbelang was bekwaam te zijn in een martial art. OVERLEVEN Toen de oorlog uitbrak, was Pheffie beroepsmilitair in het KNIL en vocht bij de luchtmacht.'We vlogen met oude Glenn Martins boven Borneo. Ik heb daar veel collega's verloren die zijn neergehaald.'Zelf werd Phef ferkorn op 8 maart 1942 krijgsgevangene in het depot ie bataljon. Vanaf dan begon een maandenlange tijd van vluchten, opgepakt worden en vastzitten.'Een dag voordat wij kaalgeschoren zouden worden, ben ik samen met elf anderen ontsnapt om in het verzet te gaan in Zuid-Ban- doeng. Maar we werden verraden en gevangen genomen. Vandaar uit zijn we weer gevlucht en naar Batavia gegaan.' Uiteindelijk belandde Phefferkorn in kamp Boekit Doeri in Meester Cornelis.'Och.dat was een vreselijke tijd. Daar werd ik gemold. We werden geslagen en gemarteld. Ik werd aan mijn armen opgehangen en van kwart over acht tot half juni 2004 47

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 59