Na een korte rustpauze ben ik weer helemaal terug. Wanneer dit artikel gepubliceerd wordt, zit ik alweer in Indonesië. Elke keer weer zie ik zo op tegen het lange reizen dat ik nu maar besloten heb om meteen een halfjaar te blijven daar. Je moet er wel wat voor over hebben ja, wanneer dat andere vaderlandje ook zo aantrekt. DOOR CISKA CRESS O FOTOGRAFIE SERGE LIGTENBERG v Culinair met Ciska Cress Dit brengt mij een herinnering naar boven toen wij hier voor het eerst in Nederland kwamen. Dat was in februari 1956 met de Oranje. Volgens mijn moeder duurde de reis drie weken, maar voor mijn gevoel was dat veel langer. Op mijn vader na was het hele gezin zeeziek. Ik weet er zelf niets meer van, wel weet ik dat het bij aankomst in Neder land verschrikkelijk koud was. We gingen met de bus naar Leersum en werden daar ondergebracht in een pension. Na een half jaar hebben wij nog enkele maanden in ~Santp_oort gewoond en verhuisden daarna naar Haarlem. Mijn ouders kregen daar een 4-kamerflat en voor hen was het natuurlijk wel even wennen. Hun drie kinderen; mijn zus, broer en ik hebben ons snel aangepast op school en in de buurt hadden wij ook al snel veel vriendjes en vriendinnetjes. Wat het eten betreft, weet ik dat mijn moeder zich had aangepast. Zo kregen wij gewoon aardap pelen, vlees en groenten. Af en toe maakte ze rijst met soep, want ze had nog geen toko kunnen ontdekken waar Indische ingrediën ten en bumbu's te koop waren. Ik denk dat er voor het eerst rond 1958 in onze buurt een warung keliling kwam. Dus haar blijdschap was zeer groot toen ze ontdekte dat meneer Van Loon (zo heette de eigenaar van de rij dende Indische winkel) diverse ingrediënten te koop had zoals: tempé, tahu, kecap, sambal oelek in een pot en zelfs laos, sereh,jahé en salam. Weliswaar in gedroogde vorm, maar tóch, het was te koop. Als klein kind begreep ik maar niet waarom een winkel op wielen iemand zó gelukkig kon maken. Dat was toch heel bijzonder. Maar nu ikzelf'groter' ben ge worden en op en af naar Indonesië reis waar ik mijn recepten verzamel, voel ik mezelf ook de koning te rijk wanneer ik hier in Nederland bepaalde ingrediënten kan vinden voor zo'n speciaal recept. Zo'n twee jaar deed mijn moeder bij de warung keliling haar bood schappen. Daarna werd ze gevraagd om in een kleine toko in Haarlem te helpen koken. Vanzelfsprekend kocht zij voortaan daar haar bumbu's en ingrediënten. En elke week weer kwam zij thuis met nieuwe producten die

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 40