Raadsels Tropenkind Tropenkind column o volgens Vilan van de Loo Onlangs is er een herdruk verschenen van Tropenkind van Paula Gomes. Deze bundel over een jeugd in Nederlands-lndië bevat de drie korte romans Sudah, laat maar, Het kind met de clownspop en Wie in zijn land niet wonen kan. Een meisje verliest met de Japanse bezet ting en de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd de beschermde wereld waarin ze is opgegroeid. Bovendien maakt de repatriëring naar Holland het er niet beter op, want ook daar hoort het meisje niet thuis. De terugreis naar Indonesië, die veel later volgt, blijkt een reis naar een niet meer bestaand land, waarin jeugdherinne ringen voor fijne, maar ook voor verwarde gevoelens zorgen. Het blijkt duidelijk dat Gomes de inspiratie voor Tropenkind uit eigen ervaring heeft geput.Toch schrijft ze niet alleen negatief over alles wat er gebeurd is tij dens en na de oorlog. Haar heldere en levendige schrijf stijl zorgt ervoor datje Tropenkind in één keer uitleest. Tropenkind door Paula Gomes Van Stockum: 208 pag. (paperback) ISBN 90 800160 8 X Prijs 16,- Feitelijk laten alle boeken die ik in huis heb (inclusief de boeken op de trappen, onder het bed en in de keuken) zich verdelen in twee soorten. De eerste zijn handboeken voor het leven, idealiter zich afspelend in Indië (al bezit ik ook een modern gidsje getiteld Beter leren kussen), en geschreven voor women only. Ik leer daar veel uit, al ben ik het niet eens met mevrouw Catenius-van der Meijden die als tegenstandster van de lipstick de dichter Cats tevreden nazegt: 'geen schooner blanket/dan gezond en vet.' Mevrouw Catenius (inderdaad, zij van het kookboek) was zoals foto's laten zien, zelf een vrouw met vormen. Het andere soort boeken dat ik heb, bevatten raadsels. Een van de merkwaardigste op dat gebied, bracht me in aanraking met mevrouw Le Jolle. In Hedendaagsche zending in onze Oost (1914) las ik met betrekking tot de Sala- tiga-zending dat mevrouw Le Jolle 'eene kleine huisgemeente' had opgericht, bijgestaan door een 'Christen-Javaan', genaamd Pieter. En dan komt het: 'De meeste gemeenteleden woonden op het erf van Mevr. Le Jolle, die met Pieter de heilige Schrift in het Maleisch besprak en het onderwerp zijner toespraak voor den Zondag behandelde; ook evangeliseerde zij en hield Bijbellezingen met eenige Indo-Europeesche vrouwen, en leidde elke maand eenen bidstond met alle gemeenteleden.'Toen mevrouw Le Jolle in mei 1857 naar Nederland vertrok, hadden Pieter en zij vijftig gedoopten op hun naam staan, dit in een periode van vier jaar, dus bijna elke maand eentje erbij. Hoe deden ze dat? Dat vermeldt het boek niet. Afbeeldingen van mevrouw met of zonder Pieter staan er evenmin in. Een eenvoudige tekening had best gekund. Nu gaat het me niet om het christendom. Hoe langer ik naar de paus kijk, des te minder heb ik op met zijn handlangers. Doe mij maar de alledaagse praktijk van naastenliefde en andere deugden, daar hebben de armen en zieken meer aan dan aan alle kunstschatten van het Vaticaan. Ik dwaal af. Mevrouw Le Jolle en Pieter hebben te Salatiga op een onnavolgbare manier gewerkt. Maande lijkse en wekelijkse bijeenkomsten, die intensief voorbereid moesten worden. Dat ze een uitstekend team waren, bewees het saldo van de geredde zielen. Zonder mijnheer Le Jolle, want die was, zo meldde Hedendaagsche zending, administrateur van het landgoed Simo. Ik neem aan dat hij het druk had. 's Avonds natuurlijk naar de soos. Een mannenleven zoals in elke roman wel beschreven staat. Nee, dan mevrouw en Pieter. Vooral aan mevrouw denk ik graag. Ze moet een bijzonder type zijn geweest. Kordaat en vriendelijk. Vastbesloten altijd haar zin te krijgen. Vier jaar, één Pieter en prompt vijftig mensen gedoopt. Je vraagt je af, wat ervan zo'n vrouw geworden is. Ook dat zegt het boek niet. Mevrouw Le Jolle blijft een mysterie, en een genoegen om aan te denken. Hedendaagsche zending in onze Oost, samengesteld door Jan Willem Gunning J.H.zn. E.l. Uitgegeven door den boekhandel van den zendingsstudie raad, Den Haag, 1914. Vilan van de Loo moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2004 | | pagina 6