Piraten-hotspots in Zuidoost-Azië 2004 Elke drie dagen wordt een schip in Indonesië door piraten overvallen Indonesië: Adang, Anambas/Pulau Natuna, Balikpapan, Belawan, Dumai, Straat bij Gaspar/Bar/Leplia, Jakarta (Tanjung Priok), Lawi-Lawi, Pulau La ut, Samarinda, om geving van Pulau Bintan Straat van Malakka: Lig niet voor anker aan de Indonesische zijde van de Straat van Malakka. Schepen lopen risico gekaapt te worden bij de kust van Aceh. Filippijnen: Manila, Straat van Singapore Vietnam: Haipong.HoChi Minh-stad,VungTau bron: Piracy Reporting Center 9 Bingoeng De Anna Sierra is hier een goed voorbeeld van. In 1995 werd ze met aan boord voor vijf miljoen dollar aan suiker, in de Golf van Thailand door 30 Indonesische piraten overmeesterd. De 23-koppige bemanning werd overboord gezet en moest zich met vlotten zien te redden. Geluk kig werd de bemanning gered door vissers en konden ze het Piracy Reporting Center in Kuala Lumpur waarschuwen. Dagen later werd het schip gevonden in de Chinese haven Beihai. Het schip had inmiddels een nieuwe naam: de Artie Sea, hoewel Anna Sierra nog vaag op de boeg te lezen was.Terwijl de nieuwe bemanning door de Chinese over heid werd vastgehouden, begon de papieren strijd om het schip. Maar iedere keer dat de 1MB wilde bewijzen dat de Artie Sea een spookschip was, kwamen de piraten met vervalste documenten op de proppen. De Chinese autoriteiten werden er bingoeng van en stuurden na maan denlang papierwerk de piraten ten slotte terug naar Indonesië. Tot op de dag van vandaag ligt de Artie Seal Anna Sierra weg te rotten in de haven van Beihai. Een groot probleem in de bestrijding van piraterij is, volgens prof.dr. GerTeitler - leider van het inmiddels afgeronde project Zeenomaden en Zeeroof in Zuidoost Azië - dat we zo weinig van ze afweten. Van de maffia bijvoorbeeld is meer bekend. Wat is de organisatievorm van piraten? Waar verblijven ze, hoe rekruteren ze nieuwe piraten en hoe is hun financiële huishouding geregeld? Hoe zijn hun banden met 'de witte boorden'? We weten het allemaal niet. Wat we wel weten is dat sommige piraten een zekere morbide hang naar het nostalgische blijken te hebben: er zijn voorbeelden van enteringen met touwen en haken en overmeesterde bemanningsleden die gedwongen worden de plank te lopen. Terrorisme Sinds de war against terrorism zijn ook de ogen van de Verenigde Sta ten gericht op de Straat van Malakka.Tijdens de Shangri-La Dialogue in Singapore - een conferentie over de regionale veiligheid - half novem ber 2004 uitte de Amerikaanse minister van Defensie Rumsfeld zijn bezorgdheid over de dreiging van terroristische acties. Niet alleen blijkt moderne piraterij namelijk de drijvende financiële kracht achter gewa pende islamitische afscheidingsbewegingen, zoals die in het zuiden van de Filippijnen en de Gerakan Aceh Merdeka in Aceh. Met de buit of het losgeld voor schip en bemanning, worden wapens gekocht. Maar nog bezorgder is Amerika voor de Straat van Malakka als doelwit van terroristische acties. Door de smalle straat varen maar liefst zeshon derd schepen per dag, die per jaar goed zijn voor één derde van de we reldhandel en de helft van 's werelds olievoorraad vervoeren, bestemd voor China, Taiwan en Japan. Wat zou er bijvoorbeeld gebeuren als de straat geblokkeerd raakt door een exploderende olietanker? Stagneert de wereldeconomie dan? Admiraal Fargo, bevelhebber van de Ameri kaanse troepen in de Pacific, bood al in maart 2004 aan te helpen de Straat van Malakka te patrouilleren, maar dat werd onmiddellijk door Maleisië en Indonesië afgewezen. Volgens hen is Amerika alleen om economische redenen in de Straat geïnteresseerd. Overigens zijn de aanwijzingen dat terroristen interesse zouden hebben in de vaarbewe- gingen in de Straat van Malakka nog steeds vaag. Extreem wantrouwig Waarom is piraterij nu juist in Indonesië zo'n groot probleem? Piraterij komt vooral voor in zwakke staten, die niet in staat zijn hun eigen kust lijnen te bewaken. Die zwakke staten blijken vaak extreem wantrouwig als het gaat om hun territoriale grenzen. Zo verklaarde de Indonesische VN-vertegenwoordiger Nugroho Wisnumurti afgelopen april nog in de Jakarta Post dat het inzetten van buitenlandse marinetroepen schade lijk zou zijn voor het landsbelang, zelfs als het doel was terrorisme te bestrijden. Toch sloegen - misschien als reactie op het voorstel van de VS - Maleisië, Singapore en Indonesië medio 2004 de handen in elkaar. Dat was hoognodig, want het aantal piratenaanvallen in de Straat van Malakka steeg het eerste halfjaar van 2004 met 33%. Het grootste deel daarvan vond plaats in Indonesische wateren. Indonesië, Maleisië en Singapore leveren ieder maximaal zeven marineschepen die onder eigen vlag varen, maar gecoördineerde patrouilles uitvoeren. Een wel kome aanvulling op de magere zeevloot van Indonesië. 38 moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2005 | | pagina 38