Brieven Krossi malas Indische limericks Terugblik Dokter Saar Foto: archief Moesson Heel leuk dat Juul Lentze onze krossi malas weer in herinnering bracht. Tot m'n grote verrassing zag ik vorig jaar een oude krossi malas terug! Waar? Op het Indisch achtererf in het Openlucht Museum. Hij stond onder een boom, in de schaduw. Neen, ik ben er niet in gaan zitten, wel moest ik 'm even strelen - in welk jaar zou ie gemaakt zijn? Het was zo vertrouwd, heel fijn. Mevr. H. van Zijp, Wassenaar Een Indische oma uit Tiel Zei steeds als iets haar wel beviel Aan kleindochter Maud Als die giechelde stout: 'Niet zo dan, te erg jij, anstiel!' Een romantische tiener uit Glodok Die vond in haar kamer een kodok Zij sprak toen meteen: 'Als niet prins jij, ga heen, of ik poekoel jou hartstikke mogok!' Lily Kloots-Touwen, Vlaardingen Met gesloten ogen zalig dromend in het heden, komen beelden terug uit een ver verleden. Dwalend in een tijd die nooit meer terugkomt, waarvan de actualiteit nagenoeg is verstomd. Zie ik weer statige klapperbo men, kali's die slingerend door het groene landschap stromen. Sawah's, bamboebossen, duizelingwekkende ravijnen, rookpluimen van vulkanen die in wazige verten verdwij nen. Gesjirp van djangkriks vermengd met gamelangeluiden die telkens weer een tro pennacht inluiden. Nu zit ik hier in Holland te bibberen van de kou, ver van het eilanden rijk waar ik zo van hou. Als ik al deze tafere len mijmerend heb bekeken, heb ik spijt dat ik vroeger niet zo goed heb gekeken. Harold Charles, Maastricht Dokter Engels studeerde af in Holland als huisarts en tandarts. Ze was zeer religieus en ging als vrijwilliger in de zending naar Indië. Toen ik haar in het Solose interneringskamp 'Ziek en Zorg' ontmoette, was zij 55-plus met grijs haar. In het kamp deed ze dubbele dienst, vier dagen in de week als dokter en twee dagen als tandarts. Ik (16 jaar) was één van haar tandartspatiënten, mijn jongere broer (12 jaar) moest haar kantoor schoon houden. In april 1943 moest iedereen in het kamp aantreden op het terrein voor het administratiekantoor.]...] Ik stond vooraan en had goed zicht op alles wat voorviel. De kampadministratie werd van een civiele Japanse commandant naar een militaire commandant over gedragen. De nieuwe commandant, een hoge officier, was klein en stond op een tafel zodat hij de menigte kon overzien. Hij gaf een toespraak, die vertaald werd in het Hollands. Iedereen moest naar voren komen als je naam werd afgeroepen, een diepe buiging voor hem maken, zijn hand opsteken, een eed afleggen datje niet zou ontsnappen en alle bevelen op zou volgen. Vervolgens moest je in een boek, dat voor de officier op tafel lag, je handtekening zetten achter je naam, weer een diepe bui ging voor hem maken en dan moest je weer terug naar je plaats. Dokter Engels' naam werd afgeroepen. De gracieuze vrouw kwam naar voren en stak haar hand op om de eed af te leggen. De Japanse officier vroeg haar waarom zijn niet boog voor hem. Zij antwoordde: 'Ik kan alleen maar voor twee personen buigen, mijnheer. God en mijn Koningin.' 'Dat zullen we dan zien', zei hij, terwijl hij zijn samurai-zwaard begon te trekken. Dokter Engels sprong op en met beide handen greep zij de pols van de officier en hij kon het zwaard niet uit de schede krijgen. Dokter Engels hield vast voor haar leven ofschoon zij gemeen getrapt en geslagen werd door de kampwachten. Uiteindelijk werd zij door de heiho-kampwachten naar de vlakbij gelegen wachtpost gesleept, alwaar ze in een cel werd gegooid. Nadat iedereen de eed had afge legd, werden wij terug gestuurd naar onze loodsen. De kampcommandant ging naar de cel waar dokter Engels was opgesloten en gaf haar een vreselijk pak slaag. Een dag erna kwam ik in de cel naast haar terecht. Ilc had een zak suiker gestolen uit het Japanse maga zijn. Iedere morgen voordat de commandant naar zijn kantoor ging, kwam hij bij ons langs. Eerst bij dokter Engels, die hij altijd gemeen afroste. Dan kwam hij bij mij en gaf mij er van langs. Ik verloor veel tanden, die ik in mijn mond hield totdat hij weg was. Ook scheurde het netvlies van mijn rechter oog. Na een week mochten we beiden er uit. Hij gaf dokter Engels wat zijden zakdoekjes en vertelde haar dat hij respect voor haar had, omdat ze vasthield aan haar principes. Een week later overleed zij aan inwendige verwondingen en ons kamp verloor een uitstekende dokter en de enige tandarts. Ik wilde dit schrijven zodat niemand haar vergeet. Jan van Buren, Green Valley, USA 26 moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2005 | | pagina 26