Het lossen van rotan in Tandjongperak, de
haven van Soerabaja. 1949. eolleetienr. jooi
1482, KIT Tropenmuseum, Amsterdam
NEFFER KAMBEK
DOOR T. AECKERLIN EN C. SCHOONENBERG
...Ik nam het studeren al niet zo serieus en ik maakte er helemaal
een zooitje van toen ik vriendschap sloot met twee boewaja's, twee
boeven van de Koningin Emma School. Johnny en si Djereng, de schele
genaamd. Het waren beroepsspijbelaars, dus de binnenkant van hun
school zagen ze nauwelijks.
Ze wisten mij ervan te overtuigen datje ook op andere manieren een
carrière op kon bouwen. We maakten nooit afspraken vooraf, maar de
jongens kwamen gewoon langs mijn mulo en floten een riedeltje op hun
vingers.'Fieowieowieowiet.'In de pauze nam ik dan de benen. Het is wel
eens voorgekomen dat ik midden in de les de vlucht kon nemen. Fransje
Marchant hielp mij daar onbewust bij. Hij werd door de leraar hardhan
dig aan zijn nekvel naar het bord gesleurd, nadat hij het volgende had
meegedeeld:'Het spijt me maar uw handschrift is niet leesbaar.'
In het begin waren onze uitstapjes nog tamelijk onschuldig. We
ontvreemdden voornamelijk bouwmaterialen, zoals koperen buizen,
houten planken en kranen, die we sleten op de zwarte markt.
Nu was het zo dat ik inwoonde bij een oom die handelde in textiel en
meel. Hij bezat een loods op het havencomplex van Soerabaja. Daar
kwam ik wel eens en ik wist dat de bergplaats ook koopwaar van een
aantal andere Indische handelaren bevatte. Johnny, si Djereng en ik
bedachten een geniaal plan.
Het ging als volgt. We hadden al geruime tijd postgevat aan het bandjir
kanaal, het overstromingskanaal aan de Oedjoengweg. Aan de overkant
stond de loods en de Bedford van mijn oom. Hij bezat de gewoonte om
rond het middaguur een aantal gerechten te nuttigen bij zijn lievelings
stalletje op het terrein. Op dat moment zouden we toeslaan.
Toen hij eindelijk het hangslot van de deur had dichtgeklapt en rustig
wegslenterde, ging ik tot actie over. Deze klus lag in mijn handen,
omdat ik de situatie in de bergplaats het best kende. Ik dook het
bandjirkanaal in met in mijn rechterhand een zware hamer. Ik zwom
mijn longen uit mijn lijf, zodat ik op de oever echt even op adem moest
komen. Daarna spurtte ik naar de toegang en sloeg met een paar
ferme tikken het slot kapot.Toen ik de ruimte betrad, hoefdetfmijn
ogen niet te wennen aan het licht, ik liep rechtstreeks ndar de kisten
aan de achterzijde. Ik brak ze open en haalde er zes Mido horloges uit,
die ik in mijn zakdoek samenbond. Terug bij de deur sloop ik naar de
Bedford en wrikte er een wieldop los, plaatste dé gestolen waartegen
het remhuis, waarna ik het geheel weer sloot.
terug te kunnen zwemmen liet ik de hamer
halverwege zinken. De jongens hielpen mij met
een brede grijns uit het water. Vanavond zou ik
de Mido's terugzien.
Tegen vijven besloot mijn oom op huis aan te
gaan. Hij had de inbraak inmiddels bij de politie
gemeld en de eigenaar van de kisten was een
kijkje komen nemen. 'Alleen mijn barang di
tjoeri,"Alleen mijn spullen zijn gestolen,' bracht
deze verbaasd uit. Na nog even gewacht te heb
ben op de slotenmaker die met de laatste handelingen aan het nieuwe,
zwaardere hangwerk bezig was, vertrok mijn oom.
Onderweg hoorde hij een vreemd geluid uit de auto komen.'Keteng...
keteng... keteng,'ging het, dus hij besloot om bij een bengkel, een
autowerkplaats, langs te gaan. De monteur opende de kap, startte de
motor en luisterde aandachtig. Alles leek in perfecte staat.
De man stelde vervolgens voor om een kort ritje te maken en meteen
na de eerste meters:'Keteng... keteng.' De Bedford ging aan de kant en
de monteur begon aan het linkervoorwiel te sjorren. Daarna trok hij de
wieldop los om het remhuis te bekijken en stuitte daarbij op de in stof
gewikkelde kostbaarheden.'Dit is de boosdoener meneer,' bracht hij
verbaasd uit. Mijn oom bestudeerde de spullen aandachtig en gaf de
monteur wat roepia's voor zijn kleffere optreden.
Ik hoorde hem thuiskomen en doorlopen naar de mandibak waar hij
lange tijd verkoelend water over zich uitplengde. Daarna werd het
geruime tijd stil, totdat ik mijn naam hoorde roepen.
'Ga zitten jongen, ik wil even met je praten,'sprak hij op vriendelijke
toon. In zijn witte overhemd, kaki korte broek en met over elkaar heen
geslagen benen begon hij zijn verhaal.'Vanochtend leek het een mooie
dag te worden. Ik ben naar de loods gegaan en ontving een paar klan
ten. Om half één heb ik wat atjar en smoor genuttigd. Bfj terugkomst
bleek de loods opengebroken te zijn.'Toen hij stil hielyl bi
me uit. Hij vervolde zijn relaas, maar ik kon nauwelij
brak het zweet
s nog iets opne
men.'Deze zakdoek waarop de letter F is geborduurjJ, behoort toch
aan jou?'eindigde hij met bulderende stem. Ikkree^een genadeloze
aframmeling en daarmee was de kwestre nog niet afgedaan.
De volgende ochtend reed mijn oorh in de Bedford achter me aan,
terwijl ik me op de fiets naar school begaf. Hij nam de tijd op. Vanaf die
dag kreeg ik precies 7 minuten om thuis te komen. Eventuele verkeers
opstoppingen moest ik ondérweg maar compenseren door de pedalen
sneller aan te slaan. Verder/mocht ik in huis alleen maar studeren
meféet^kleine onderbrekpg tussen zes en halfzeven om naar radio
Australië tëduisteren. Doolr de eindeloze controles en overhoringen
ontpopte ik mé als een uil zonderlijk goede leerling.
Pas na enige weken begrepen Johnny en de Schele dat ze me echt met
rust moesten late
Ferry, Soerabaja 1954
mei 2005 17