Spiegel van de Indische poëzie
De serimpi
De serimpi
Victor Ido, het pseudoniem van Hans van
de Wall (1869-1948), is bekend gebleven als
auteur van de roman De paupers, een paar
toneelstukken en vele kritieken. Hij speelde
een cruciale rol in het Indische cultuurleven
in de eerste decennia van de vorige eeuw.
Niemand zal nu nog aan hem denken als
dichter. Bij een onderzoek naar Indische
tijdschriften vond de Leidse studente Hermke
Hommes in het Weekblad voor Indiè van 28
september 1913 dit weliswaar niet vlekke
loze, maar toch stemmige gedicht over de
serimpi; de Javaanse hofdanseres.
Als onbewust van zooveel gratie,
Van zooveel schoonheid en gevoel,
'n Beeld gelijk van resignatie,
Beheerscht ze het zwarte menschgewoel,
Dat rij aan rij voortdurend groeit
Om 's Kratons breed portiek,
Bewonderend met diep genot
Der gamelan droommuziek.
Heur armen zijn als lotusstengels,
Vol lenigheid en ronding.
Heur handjes zijn de bloemen zeiven
In nauw-ontsloten omwonding.
Als smalle bladeren, rank en fijn
De spitse vingers langzaam roeren,
Zoodat de fonkelende ringen
'Lijk brillianten oogjes loeren.
Er is een hoogheid in heur wezen
Van vorstelijke danseres.
Al wat vulgair is, houdt zij verre;
Zij danst, maar doet dit als prinses.
Geen wulpschheid als van and're vrouwen,
Die dansen voor een handvol geld.
't Is al van lijn en handling edel,
Geen luidheid en geen ruw geweld.
In diepe zwijging schrijdt zij voort,
Den smachtblik neergeslagen,
Dan opslaand éven, als kan ze dien
Der mannen niet verdragen.
Het sierlijk hoofd, vol donkre haren
Gebonden in een dichten wrong,
Doorpend met spelende juweelen,
Beweegt bij eiken slag der gong.
De voetjes bloot, den vloer staag rakend,
Niet heel en al daarvan gelicht,
Danst zij een dans der slanke armen,
En is een levend, lief gedicht.
Victor Ido
Samengesteld door Bert Paasman
en Peter van Zonneveld
moesson