Theodor Holmanr'lk weet eigenlijk nooit
hoe ik mij moet gedragen'.
'Voor mij persoonlijk zijn de gebeurtenissen van de afgelopen maan
den wel heel uitzonderlijk. Ten eerste is er een vriend gestorven, niet
aan een hartkwaal, nee, hij is vermoord. Ten tweede heeft die moord
invloed op hoe Nederland functioneert.Ten derde op hoe Nederland in
het buitenland wordt gezien, want hij is de hele wereld over gegaan.
En ten slotte worden van de ene op de andere dag de schijnwerpers op
mij gericht, omdat ik bevriend was met Van Gogh.'
'Ik heb me kwaad gemaakt over het laffe moslimfundamentalisme
en over het laffe regeringsbeleid. Maar het kwaadst maak ik mij nog
altijd over het laffe fundamentalisme. Laf omdat er juist slachtoffers
gemaakt worden onder hen die zich inzetten voor vrijheid, democratie,
gelijkwaardigheid. Mohammed B erkent de Nederlandse wet niet en
wil de Nederlandse samenleving met geweld naar zijn hand zetten.
Tja, dat heeft geen zin. Door geweld te gebruiken, maak je elke vorm
van discussie onmogelijk en overbodig. Ik troost mij soms met de ijdele
hoop dat hij tot het inzicht komt hoe dom zijn daad is geweest. Zijn
doel is verder weg dan ooit.'
'Aan de andere kant neem ik het de regering kwalijk dat zij niet in
staat is adequate maatregelen te nemen. Niet dat ik ze weet. Maar de
regering is gekozen om het land te besturen en schiet daarin ern
stig tekort. Want in Nederland heerst nog altijd een merkwaardige
mentaliteit: niets doen. Een NSB-mentaliteit. Altijd zijn wij laf geweest.
Bij verschillende grote affaires uit de recente geschiedenis - Bijlmer,
Srebrenica, Volendam - zijn fouten gemaakt en is informatie achter ge
houden. Wat is er nu, ruim een halfjaar na de dood van Theo, gebeurd?
Er zijn mensen opgepakt, absoluut, maar wat is er op politiek gebied
gebeurd? Welke maatregelen zijn genomen om de democratie sterker
te maken? Ik zou het niet weten.Typisch Nederlands: minister De Graaf
stapt om een wissewasje op en minister Donner, die enorme fouten
heeft gemaakt, blijft zitten.
De moord op Van Gogh heeft het effect van een smart bomb. Je pleegt
één moord en de hele maatschappij ligt overhoop. Politici moeten bevei
ligd worden, het vertrouwen in de regering neemt af en kiezers weten
zich geen raad: je ziet een flinke verschuiving naar zowel links als rechts.
Ook ik voel me onzeker. Mijn eigen fermere standpunten geven mij geen
rust. Wat je wel zou moeten hebben als je zeker van jezelf bent.'
'Kennissen hebben mij uit bezorgdheid wel afgeraden te schrijven: ik
zou misschien wel het volgende slachtoffer kunnen worden. Dat stoort
mij, ook al wordt dat met de beste bedoelingen gedaan. Ik ben al niet
zo heel dapper van aard, nu heb ik vooral de neiging om mij ertegen te
verzetten. Ik heb geen misplaatst heldendom voor ogen, maar ik heb
me nooit laten voorschrijven wat ik wel en niet moet doen. Dus blijf ik
schrijven waarover ik wil.
Niet dat ik een evangelist ben. Wat ik schrijf, wordt door fundamentalis
tische moslims niet gelezen en als het wel gelezen wordt, wordt het per
definitie verkeerd geïnterpreteerd, want ik behoor toch tot de vijand.'
'Wij hebben het probleem van de integratie enorm onderschat. We we
ten dat Mohammed B geëngageerd was, maar geen poot aan de grond
kreeg. In Nederland was hij Marokkaan en in Marokko Nederlander. In
het fundamentalistische geloof probeerde hij die leegte op te vullen.
Voor de moord was ik al pessimistisch gestemd, maar nu nog meer,
want ik zie geen discussie op gang komen binnen de moslimgemeen
schap zelf, een discussie over hoe de islam zich in Nederland zou
moeten bewegen. Er is uitsluitend sprake van onbegrip en agressie. De
oplossing zal uit de gemeenschap zelf moeten komen, zoals dat binnen
linkse kringen ook gebeurd is in de tijd van de Baader-Meinhof Groep.
Het is toch tekenend dat ik als journalist geen aanspreekpunt binnen
de moslimgroep kan vinden? Er zijn wel duizend moslimverenigingen.
Mij is wel verweten: Je moet het niet voortdurend over dé moslims
hebben, maar zij noemen zich moslims. Hoe moet ik ze dan noemen?'
'Mijn leven wordt voor een groot deel bepaald door de moord op Theo
van Gogh. Ik kan er niets aan doen: ik zit eraan vast. Ik ben mijn humor
kwijt.de nuance waar ik vroeger trots op was. Ik ben mijzelf niet meer.
Ik heb lichamelijke problemen - hoge bloeddruk, hartritmestoornissen.
Ik kan niet even stoppen met mijn rol, want ik heb 'm of ik wil of niet
en ik zal er mee moeten leren leven.'
'Toen ik hem zo droeg, vroeg ik me af of hij in zijn jeugd ooit gedacht had
dat hij Nederland zou stervenis hij eigenlijk ook trots geweest op
wat hij in Nederland heeft bereikt? Wat heeft hij hier eigenlijk bereikt?
Niets wat in de schaduw kan staan van een assistent-residentschap. Dat
bleek wel uit zijn verhalen' (Familiefeest, 50-51).
'Mijn vader is in Malang geboren en mijn moeder in Amsterdam. Mijn
vader kwam naar Nederland om zijn middelbare schooldiploma te
halen, studeerde Indologie in Leiden en keerde als bestuursambtenaar
met mijn moeder terug naar Indië. Ze kregen een dochter, mijn zus, en
kort daarna brak de oorlog uit. Ze werden allen geïnterneerd.
Ik weet niet veel van mijn vaders krijgsgevangenschap. Ik heb er wel naar
gevraagd en dan zei hij: Ik schrijf het wel een keer op. Hij is herhaaldelijk
op transport geweest, één keer is zijn schip gebombardeerd en hij heeft
aan de Birmaspoorweg gewerkt. Uiteindelijk kwam hij op het eilandje
Radbury terecht, bij Australië. En dat is zo'n beetje alles wat ik weet.
Mijn ouders waren toegankelijk en progressief. Maar als kind besef je
donders goed wanneer je je ouders met bepaalde vragen kwetst. Het
is een natuurlijke neiging om die vragen dan achterwege te laten. Ie
mand met een verbrand gezicht vraagje tenslotte ook niet iedere dag:
En, vertel nog 's hoe je aanje aan je verwondingen komt!
Voor mijn ouders was de oorlog nooit afgelopen. Dat is een bekend
verhaal, maar daar ben ik me pas achteraf van bewust geworden.'
'"Doet u 'm zijn pyjama aan,"zei mijn moederen ze overhandigde de
begrafenisondernemer papa's blauwgeruite pyjama, "daarin voelde hij
zich altijd het prettigst'" (Familiefeest, 75)
'Begin jaren vijftig kwamen mijn ouders, broer en zus in Nederland
aan. Ze kwamen bij mijn Hollandse grootouders terecht, hier om de
12
moesson