CISKACRESSO SERGE LIGTENBERG Ciska Cress in Indonesië Elke dag komt hij langs met zijn kaki lima, de roedjakman. Steeds weer om vier uur 's middags hoor je hem al vanuit de verte. Ook hier in Sukabumi heeft iedere venter zijn eigen geluidje. Ik heb verschillende keren bij hem roedjak gekocht, erg lekker. Al driejaar verkoopt Ayo roedjak hier in deze buurt. Ik vroeg hem waarom ik hem nooit in oktober of november zag? Dan is het de natte moesson en dan willen de mensen geen roedjak kopen; hij verkoopt dan baso goreng. In deze buurt is hij de enige die roedjak verkoopt, maar met de natte moesson is er veel concurrentie. Bijna iedereen verkoopt dan wel iets met baso. Baso zijn balletjes, gemaakt van vis of garnalen, vlees of kip of alleen maar van tarwebloem gemengd met meel van singkong. De baso kan gebruikt worden voor nasi goreng, bami goreng of voor mie baso. Eigenlijk gebruikt men hier in veel recepten baso. De balletjes variëren van grootte; soms zijn ze zo klein als soepballen en dan weer zo groot als een bal gehakt. Ik ben niet echt gek van de baso hier, vaak lijkt het net of je een bal rubber zit te eten. Vlees, vis of kip zit hier bijna niet in, je eet dus al leen maar meelballen. Voor de roedjak gaat Ayo om de dag naar de pasar om zijn fruit te kopen. Het fruit is ook per week verschillend, het ligt er maar net aan wat voor soort fruit te koop is. Wel heeft hij elke dag ananas en partjes watermeloen in zijn karretje liggen. Wanneer hij door de straten loopt, komen al heel snel de kinderen op hem af. Ze willen allemaal een stuk watermeloen of een stukje ananas. Van te voren schilt hij elke morgen de ananas - de ananas is hier niet zo groot - dat verdeelt hij in vier stukken en verpakt het netjes in plastic zakjes, ook zo met de meloen. Het ziet er allemaal keurig uit in zijn karretje. Ik sta soms verbaasd hoeveel kinderen om zijn kar hangen.In het begin kocht ik voor mijn twee kleine buurjongens stukken me loen en al snel waren er twaalf kinderen om de kar. Ik zag hun ogen en ze keken verlekkerd naar al dat fruit. Ach ja, waarom ook niet voor die kinderen een stukje kopen? Binnen een seconde was iedereen voorzien en de kar leeg. Nu staat Ayo prompt elke dag voor mijn huis in de hoop dat ik elke dag zo'n weggeef-dag heb, maar ik heb het zo'n drie keer gedaan en elke keer weer kwamen er meer kinderen bij. Ik heb ze geteld de laatste keer, het waren 36 kinderen en waar die plotseling allemaal vandaan kwamen, Joost mag het weten. Het is niet om het geld, want je betaalt maar vijfhonderd rupiah voor een stuk meloen, dat is vijf eurocent, maar je moet ook eens 'nee' durven zeggen nietwaar? Maar de roedjak koop ik regelmatig, die is werkelijk erg lekker. 42 moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2005 | | pagina 42