Brieven GENEESKRACHTIG KRUID Als tiener had mijn zus last van een ver traagde schildklier. Wij woonden toen, het was voor de oorlog, in Indië. Van wie mijn ouders de raad kregen weet zij niet meer, maar zij moest een groen kruid eten, geen ba- jam, geen kangkung, misschien was het een grassoort. Het smaakte niet lekker. Ze heeft het een week lang iedere dag gegeten, toen wilde zij het niet meer. Maar de krop die ze had, verdween toch en is niet meer terugge komen. Nu vraag ik mij af wat voor kruid dat is geweest. PC. Lanting, Kromme Akkers 75, 4777 BM Herwijnen KUMPULAN TEXEL Op zondag 16 oktober 2005 werd op Texel voor het eerst in de geschiedenis een Kum- pulan gehouden, waarvoor alle Texelaars met een Indische achtergrond waren uitgenodigd. De organisatie was in handen van Maud van de Mheen (Pemalang, 1925) die samen met een aantal andere enthousiaste 'Indische'ei landgenoten de bijeenkomst in Dorpshuis De Wielewaal, in het pittoreske dorpje De Waal organiseerde. Een veertigtal Texelaars, plus een paar 'overkantse'genodigden zoals wij zelf, hebben genoten van een warme Indische sfeer, waarbij honderduit gekletst werd en de lekkere hapjes zoals risolles, lemper, satéh en spekkoek natuurlijk niet ontbraken. Dit alles omlijst sfeervolle muziek van de in Bandoeng geboren Piet Kingma.[...] Op verzoek van de organisatie hadden bijna alle aanwezigen vijf van hun meest dierbare persoonlijke Indische objecten meegenomen. Hierdoor ontstond een schitterende minitentoonstelling die het Tropenmuseum waardig was.[...] Alles bij el kaar was het een supergezellige middag. Dat er in 2006 een vervolg komt is zeker! Ed en Marty Vermeulen, Baarn SINTERKLAAS IN BANDOENG Ik las in de november-Moesson een stuk over de Sint op de Bandoengse Schoolvereniging. Leuk om dit te lezen en om de foto te zien. In die jaren leefde ik als klein kind in Bandoeng en ik heb er goede herinneringen aan... Mijn vader, W.F. Gisolf, was toen directeur van de hbs in Bandoeng. Hij stond bekend als een streng maar rechtvaardig man. Dat moest ook wel: indertijd is hij benoemd tot directeur op voorwaarde dat hij een einde maakte aan de misstanden op deze school. In die tijd, circa 1925, waren er wilde schoolfeesten waar meisjes zwanger raakten. Zij werden naar Nederland gestuurd, omdat de ouders zich hiervoor schaamden. Hij stelde de maatregel in, dat tijdens feesten overal de lichten aan moesten blijven. Hij wist de namen van de leerlingen uit zijn hoofd. Als een van de leer lingenjarig was, feliciteerde hij ze bij het bin nenkomen van de school. Zijn bureau had hij geplaatst bij de ingang, waar de gangen op uit kwamen. Zo kon hij alles goed overzien. Ik ben op zoek naar oud-leerlingen van de hbs en van de Bandoengse Schoolvereniging, die ook in die tijd daar waren. Mijn vader is in 1944 in het Japanse kamp Tjimahi overleden. In die tijd was ik in Nederland. Mijn vader heb ik na 1934 nooit meer gesproken. Indien iemand iets meer weet over die tijd, zou ik dat graag horen. Cuus Cisolf, Kapucijnenhof 22,4904 RB Oosterhout. Tel.: or62 - 494 726. E-mail: gisolf.r@hccnet.nl EEN WONDERLIJKE EVACUATIE Mijn kinderen en kleinkinderen hebben mij gevraagd een schriftelijk verslag te maken van de evacuatiereis met die ik mijn moe der en zusje van Ambarawa kamp 6 naar Tjimahi VI maakte eind oktober 7945. Deze reis verliep logistiek vlekkeloos, een wonder aangezien de bersiap toen net begonnen was in Midden-Java. Ik ben op zoek naar Moesson lezers die deze reis ook hebben meegemaakt hebben en er nog over kunnen vertellen. Ik ben op 24 september 1945 van Tjimahi via het Rode Kruis Djoka met het stoomtreintje naar Ambarawa gereisd. Ik wilde mijn moeder, Bea Palstra-Webb en zusje Ellen, 3 jaar, terug naar mijn vader in Tjimahi brengen. Ik was toen net 17 jaar geworden. Later kwam ik erach ter dat dit het laatste treintje was dat reed. Hierdoor kwam ik met tien andere jongens tot eind oktober 1945 toen de evacuatie van het Ambarawa-se begon, in het vrouwen kamp Ambarawa 6 vast te zitten.Toen eind oktober de bersiap-situatie levensgevaarlijk werd, hebben we met stukken van lakens een S.O.S. gemaakt en als drogende was op het grasveldje gelegd. Dat werd gezien vanuit het postvliegtuigje van Magelang naar Semarang. Vervolgens werden er een stuk of acht Ghurka's uit Semarang naar Ambarawa gestuurd om eind oktober, begin november met de evacuatie van de kampen op Midden- Java te beginnen. Wij drieën waren onder de eerste groep die onder bescherming van deze Ghurka's met het treintje van Ambarawa naar Semarang werden vervoerd en daarna via kleine bootjes op een Japanse Maru afgele verd. Overvol vertrok deze boot naarTandjong Priok.de mannen aan boord verbleven en overnachtten op het voordek. De volgende dag werden we ontscheept naarTandjong Priok. Wij drieën werden toen meteen per legertruck naar Kemajoran gereden, om ver volgens per Dakota naar Bandoeng gevlogen te worden. Daarna werden we onder bege leiding van legertrucks met Brits-Indische soldaten naarTjimahi VI gereden. Wat mij pas veel later duidelijk is geworden, is dat het bijzonder was dat deze logistiek

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2006 | | pagina 10