Ik heb geen gezin meer, maar wel een dorpsgemeenschap
waar ik verantwoordelijk voor ben
wegen in de getroffen kustgebieden waren verdwenen onder een laag
modder, brokstukken puin en autowrakken. Sommige bruggen en stuk
ken weg bleken weggeslagen. Aan de zwaar getroffen westkust waren
hele districten afgesloten van de buitenwereld. Duizenden leefden da
genlang op kokoswater en bananen. Aan de rand van het rampgebied
in het oostelijke Lhokseumawe kwam de hulp sneller op gang.
Extra studiepunten voor helpers
De eerste televisiebeelden en krantenberichten misten hun uitwerking
niet. De Indonesische media lanceerden een hulpoffensief. Elke tv-zen-
der en radiostation en iedere krant opende zijn eigen tsunamirekening.
Overal werden inzamelacties gestart: door bedrijven, politieke partijen,
niet-gouvernementele organisaties, scholen en religieuze groeperin
gen. Behalve voedsel, water, medicijnen, tenten en kleding stuurden
zij ook duizenden vrijwilligers naar Atjeh. Sommigen universiteiten
stimuleerden studenten met extra studiepunten om hun handen uit
de mouwen te steken.
'Ineens hadden we twee verdiepingen vol vrijwilligers', vertelt studen
tenactiviste Risma uit Banda Atjeh. Elke vierkante meter van de winkel
van haar studentenorganisatie PCC was in gebruik. De geborduurde
tassen die nu weer op de schappen staan, werden tijdelijk opgeborgen
om ruimte te maken voor kantoor, hulpgoederenopslag, gaarkeuken en
tientallen vrijwilligers.'De eerste dag was ik de enige en een week later
waren vijftig mensen uit Medan aan de slag.'
Na de tsunami werd rechtenstudente Risma zelf uit haar kosthuis
in Banda Atjeh gedreven door waarschuwend geroep. Ze bleef het
water voor en bereikte veilig de gesloten PCC-winkel. Onderweg trof
ze in gedachten al voorbereidingen voor noodhulp en opvang voor
een 'gewone' overstroming. De stad had al eerder blank gestaan. Zelfs
toen omwonenden de eerste lijken uit de rivier visten, drong het nog
niet door hoe erg het was. Ze dacht nog even dat de lijken slachtoffers
waren van een schietincident. Met een verbandtrommel uit een nabij
gelegen apotheek ging Risma op zoek naar gewonden en collega-ac
tivisten. Rondlopend realiseerde ze zich dat haar verband en pleisters
weinig uitkomst boden. Ze dirigeerde ronddolende mensen naar het
huis van een vriendin dat als opvangcentrum fungeerde en sloeg
een kleine voorraad eten in. Risma kocht van haar laatste geld enkele
schriften en pennen en begon de namen van vermisten, contactadres
sen en telefoonnummers te noteren. Na een week hingen er waslijsten
vol vermisten op de parkeerplaats bij de PCC winkel. De tweede week
verscheen er een computer om de data systematisch in te voeren en
uit te wisselen. Risma bestierde het datacentrum voor vermisten.
Teruggekeerde collega's coördineerden het werk van de vrijwilligers:
de boeren, vissers en studenten die door bevriende clubs uit Medan
werden gestuurd. Voorzien van handschoenen en laarzen hielpen zij
lijken bergen.
Uitdijend hulpnetwerk
Overal in Banda Atjeh en daarbuiten verrezen hulpposten van lokale
ngo's, politieke partijen en tv-zenders. ledereen kreeg goederen en
vrijwilligers toegestuurd via een steeds verder uitdijend netwerk:
van Atjeh naar Medan en Noord-Sumatra, naar Jakarta en de rest van
Indonesië tot internationale contacten. De islamitische PKS-partij van
Said Iskandar voedde dagelijks tienduizenden vluchtelingen en had
binnen een week bijna continu duizend vrijwilligers in het veld: dokters
en verplegers, ingenieurs, waterbouwkundigen, managers, chauffeurs
en klusjesmannen.
'Alle hulp is welkom,' verkondigde de Indonesische president Yudhoy-
ono de tweede dag na de ramp. Hij opende de deuren voor buiten
landse hulpacties in het zwaar geteisterde Atjeh. Dat was hard nodig,
gezien de omvang van de ramp, benadrukken alle betrokken lokale
organisaties. De extra ingevlogen helikopters waren onmisbaar voor
de distributie van voedselhulp voor de westkust die over land nauwe
lijks meer bereikbaar was. Noodziekenhuizen, medische expertise en
watervoorzieningen idem dito.
De bevolking reageerde enthousiast. De tsunami maakte een einde
aan de tweejarige noodtoestand vanwege het gewapende conflict
tussen de Vrij Atjeh-rebellen en het leger. De bevolking onthaalde de
buitenlanders als hun bevrijders. De overvliegende helikopters, de
voorbijzoevende jeeps en volgeladen vrachtauto's en de flitsende oran
je overalls versterkten hun verwachtingen. De Indonesische soldaten
konden alleen knarsetandend toekijken. Hun leger van lijkenruimers
kon hun negatieve imago van militair geweld niet oppoetsen.'Laat de
wereld onze ellende zien', dicteerden de Atjeërs mij telkens weer.'Wij
willen directe hulp, wantje weet hoe corrupt onze overheid is.'
De internationale organisaties hadden binnen een week de voedsel
voorziening van de grote kampen overgenomen. Lokale hulpverleners
concentreerden zich op de vergeten vluchtelingen die bij hun familie
waren ingetrokken. Honderdduizenden daklozen zochten een tijdelijk
onderkomen bij familie in de kampongs buiten het rampgebied. De
gastfamilies hadden ook dringend hulp nodig. Rukiah's kinderen deden
elke dag de ronde langs de hulpposten. In het begin kregen ze nul op
rekest omdat hun 'kamp' niet geregistreerd was of omdat ze geen brief
van het wijkhoofd konden overleggen. Uiteindelijk wisten ze met een
bordje 'vluchtelingenkamp' aan de hoofdstraat de aandacht van de PKS
te trekken.
Rap Engels
Elk vluchtelingenkamp en iedere hulppost registreerde keurig alle data:
aantal, leeftijd en geslacht van vluchtelingen alsmede ontvangen hulp
en hulpbehoefte. Aan informatie geen gebrek, maar aan coördinatie
des te meer. Ngo-netwerken deden wel serieuze pogingen om de veel
heid aan data te rangschikken in een werkbaar overzicht. Internationa
le hulpverleners schoven iedere avond rond de vergadertafel bij het VN
kamp. Overleg tussen beide groepen was er nauwelijks, samenwerking
nog minder. Lokale hulpverleners konden het rappe Engels nauwelijks
bijbenen. Maar de ervaren internationale professionals leken ook geen
behoefte te hebben aan advies: zij hielden vast aan hun 'wereldwijd
beproefde'aanpak.
'Wij laten ons niet beïnvloeden door de buitenlandse hulpverlening.
Wij gaan gewoon onze eigen gang. Dat hadden we onderling afgespro
ken.' Risma en collega-activisten uit Banda Atjeh zagen de bui al han-
januari 2006 23