fb |jg
Van de lezer b brieven
fc BS
50 jaar Moesson
HALIN (2)
Met het klimmen der jaren lijkt het wel of het
verleden steeds sterker naar boven komt. De
heerlijke jeugdjaren, de bezettingstijd, mijn
gevangenistijd bij de kempetai in Madioen,
de bersiaptijd en mijn KNIL tijd als infanterist.
Bij dat laatste is er een wissel getrokken op
mijn 'Indo-zijn'. Bersiap Bandoeng: toen werd
ik geconfronteerd met de opgezweepte ge
moederen van de pemoeda's en de uitwassen
daarvan. De vele moorden onder de Neder
landers en de Nederlands-Indische bevolking.
Daarna de politionele acties. Ik stond tegen
over de Indonesiërs, maar als kind van een
volbloed Nederlander (vader) en een volbloed
Oost-Javaanse moeder kreeg ik te maken met
het grote waarom. Van de politiek had toen
ik nog geen idee. Nu is mij het één en ander
wel duidelijker, maar ergens doet die harde
lijn mij nog steeds pijn. Voor de in Indonesië
achter gebleven mensen is het zwaar: ook
al wonen zij nog in hun geboorteland, ze
worden gediscrimineerd. Het 'Indonesia Raya'
doet mij wat en vooral die eerste regel 'Tanah
Airku Indonesia'. Laten wij wel wezen het is
ook ons geboorteland.[...]
A. Hoogendoom (via e-mail)
SCHOOLFOTO UITTASIKMALAYA
In het decembernummer van Moesson staan
op pagina 28 twee schoolfoto's afgebeeld van
de Wilhelminaschool in Soerabaja. Wat is de
juiste naam van de onderste school in Tasikma-
laya? Verder heb ik nog een kleine opmerking
op Uit de kunst op pagina 41: de beschrijving
van het reclamebord is mijns inziens niet juist,
namelijk:'de compositie met op de achter
grond een typisch Indisch huis met zuilen en
de voorgalerij, tegen een strakblauwe lucht on
derbroken door het groen van de bossache en
de pisangbomen De pisangbomen die wij
vroeger op ons achtererf hadden zijn inclusief
de lange bladstengels hooguit 2.45 meter, met
een enkele uitschieter van circa 3 meter. Het
zijn gewoon klapperbomen op de achtergrond
van het huis en geen pisangbomen.
H. Ulrich, Spijkenisse.
Naschrift redactie: De onderste school op
pagina 28 in de december-Moesson was
de Eerste Lagere School in Tasikmalaja,
2e klas 1936 0/1938. Al gerectificeerd in het
januarinummer.
DROMENDAG
Zondagmiddag 18 december heb ik een mid
dag mogen meemaken met de heer Pino. Ik
heb een reis met hem meegemaakt, en dat
heeft hij voor mij veroorzaakt. Zo dramatisch is
dat niet, maar toch... als versleten en verstokte
oude jas, bungelend aan de kapstok, dropte de
heer Pino mij als afgedaan op de grond... 'zo',
zei hij,'daar hoor je thuis!' Ik wist niet hoe snel
ik overeind moest krabbelen, want ik wilde
van zijn betoog geen enkel woord missen.
Met hem mee wilde ik, met hem mee wilde ik
reizen, met zijn verhaal, zijn stem... zijn steun.
Ik heb heel wat lezingen gehoord en onder
gaan, maar deze middag, was een bijzondere
middag. Een simpel mens komt tot een simpel
iemand, zo kan ik het stellen. Zo'n academisch
gevormd persoon komt naar mij toe, geeft mij
een hand en zegt:'ik kom tot u uit het niets,
want ik weet, u geeft mij iets!' Dit was mijn
middag, dit was mijn dag. Dankje Ronald Pino!
R.W. Kunstt via e-mail)
LOE DE JONG
Ik was blij verrast het artikel over 50 jaar
Moesson in het januarinummer. Vijf jaar lang
zijn de Indische Nederlanders gezamenlijk
actief geweest in een proces tegen de Staat
der Nederlanden over de geschiedschrijving
in Het Koninkrijk der Nederlanden in de
Tweede Wereldoorlog... deel na door dr. L. de
Jong. De hele actie is geslaagd met de hulp
van Moesson, Lilian Ducelle, Ralph Boekholt
en de gehele staf. Hieronder reken ik ook de
staf van het IWI. Het comité geschiedkundig
eerherstel Nederlands-lndië kwam op het
zelfde tijdstip tot stand als het IWI. Zonder
de steun van Moesson had de aandacht
die de pers voor het proces had, niet tot
stand gekomen.Ik wil mijn waardering
uitspreken voor uw artikel vorige maand en
het werk dat u verricht. Moesson blijft onze
belangstelling houden.
C. Jonker, Wassenaar
februari 2006 13