Tempo Doeloe Rolschaatsen
Wie denkt dat rolschaatsen pas in de jaren zeventig populair werd,
heeft het mis. De uitvinding dateert al van drie eeuwen geleden.
Ook in Indië waren rolschaatsen waanzinnig populair.
DOOR MARJOLEIN VAN ASDONCK
Rolschaatsen in
Rond 1770 baart de Belgische instrumentmaker Joseph Merlin opzien
door tijdens een upperclass bal masqué in Londen op rolschaatsen te
verschijnen. In die tijd worden de wielen nog achter elkaar geplaatst,
zoals de skeeler van vandaag de dag. Merlin's uitvinding moet overi
gens nog wel wat bijgeschaafd worden; hij eindigt de avond gewond
en met een kapotte viool, omdat hij een high society spiegel aan
gruzelementen rijdt.
In de jaren daarna worden door allerlei rolschaatsgekken verbeterin
gen aangebracht, totdat rolschaatsen rond 1840 een regelrechte rage
wordt. Rolschaatsbanen worden geopend en, in Duitsland, café's waar
bij dames op rolschaatsen biertjes serveren. Toch duurt het nog tot
1863 voordat de Amerikaan James Plimpton de superieure rolschaats
ontwerpt, zoals wij die tegenwoordig kennen: met twee wieltjes voor
en twee wieltjes achter. De rolschaats heeft nog enige tijd te lijden
onder de concurrentie van de pas uitgevonden fiets. Maar rond 1910
worden overal in Europa en de Verenigde Staten honderden rolschaats
banen geopend. Rotterdam heeft de Nederlandse primeur in 1911. Maar
natuurlijk wordt er ook gewoon op straat gerolschaatst.
'Geene leiding'
In Indië blijven we niet achter. Lees maar eens wat Aletta Jacobs tijdens
haar verblijf in Indië naar huis schrijft in 1913;
In den regel begin ik mijn volgenden brief voor de courant, alvorens ik
mijn voorgaanden verzend, om te voorkomen in herhalingen te treden
maar den laatsten brief sloot ik af en verzond dien, toen ik op het
punt stond een kijkje te gaan nemen in Concordia, waar de Batavische
jeugd zich vermaakte, met op de maat van de muziek, op een marme
ren terras rolschaatsen te rijden. Eens in de veertien dagen wordt hun
daartoe gelegenheid gegeven en de hitte, die mijne metgezellin en mij
het leven hier heel zwaar maakt, verhindert de jongens en meisjes van
Batavia niet om daar uren achtereen rond te tollen op een heel klein
baantje. Ik zou die kinderen gaarne even een lesje in het rolschaatsen
rijden willen laten nemen bij onze straatjongens op het Leidschepiein
of voor het Paleis van Volksvlijt, waar men zulke mooie draaiers ziet
maken en zulke verrukkelijke kunstjes ziet doen op het slechte materi
aal, waarover de meesten hunner beschikken, jongens die mij altijd een
genot verschaften als ik 'n poosje naar hun kunstig gedoe kon blijven
kijken. De kinderen hier hebben geene leiding gehad bij het leeren
rijden, zij rollen allen in groote snelheid voort, alsof zij verplicht zijn in
een minimum van tijd een maximum aantal malen het kringetje rond
te komen, geen enkele er onder, die ook maar een poging doet er wat
sierlijks, wat oogenstrelends van te maken.
'Schoonrolschaatsen'
Ai, harde woorden van Aletta Jacobs. Blijkbaar waren de anak Betawi
alleen geïnteresseerd in om het hardst rolschaatsen, en niet in sierlijke
rondjesdraaierij. Maar hoe zit het dan een generatie later? Want in de
jaren dertig beleeft het rolschaatsen opnieuw een opleving, weet ook
Lilian Ducelle zich nog levendig te herinneren;
moesson