Frans:'Natuurlijk is er wel eens onenigheid...'
Bena:'...Je hoeft toch niet alles te pikken?'
Bena bleek uiteindelijk op de Malangwegte wonen.
Frans:'Nóg verder weg! Helemaal over Menteng, dan de Mampangweg...'
Bena moet lachem'Toen Frans voor het eerst binnenkwam, zei mijn
moeder: Wat is dat voor een bootsman?'
Frans:'Door al dat gefiets in de hitte had ik een verbrande neus.'
Bena bleek een andere amant te hebben.'Die heb ik de deur uitge
trapt/zegt Frans, nog steeds trots.'Hij stond in de keuken en ik zei
tegen hem: Heb je niet in de gaten dat ze geen bliksem van je moet
hebben? Sodemieter op. En hij ging nog ook, die lamstraal!'
Bena:'lk vond hem eerlijk gezegd toch al niet zo leuk.'
Frans en Bena gingen in de weken daarna veel uit, 's avonds toeren in
de betjak.
Frans:'Daar vreeën en zoenden we. Ik had toen al nooit geld bij me, net
als nu.Toen ik de betjakman betaalde, reageerde hij in onvervalst Djakar-
taans, terwijl hij in zijn hand keek:"Pak, nggak lain dari tjoem-tjoem dan
bajarnja begitoe!"-Je doet niet anders dan zoenen en betaalt me dan zo!
Ik heb hem toen een beuk gegeven.'
Binnen enkele weken verlooft het stel zich. Frans werkte bij 't Kasteel
van Aemstel (telefoon: Wl 1707- niet meer bellen hoor luitjes), de druk
kerij van zijn overleden vader op de Secretarieweg. Frans en Bena sturen
elkaar elke dag briefjes, ook als ze elkaar diezelfde avond zullen zien.
Frans: 'Ik stuurde de oppas op de fiets met een brief naar Internatio in
de Benedenstad. Daar tikte hij op het raam. Bena had dan een brief
voor mij klaar liggen.'
Niet te harden
Bena en Frans trouwen datzelfde jaar en 'repatriëren'zeven jaar later,
in 1956, naar Holland.
Frans:'Mijn eerste baan in Nederland was bij de Staatsdrukkerij. Maar
ik had nog flinke last van een wond die ik aan het kamp heb overge
houden. Zodoende moest ik vaak naar de dokter. Ik hoor de telefoon
nog rinkelen, terwijl ik zat te werken. Mijn meerdere die de telefoon
beantwoordde zei vervolgens tegen mij: "U moet op gesprek komen. En
neem uw tas maar mee, u wordt ontslagen."
Dat was toen een schande: dertig jaar en werkloos. Maar ik werd
nergens goedgekeurd vanwege die kampwond. Uiteindelijk ben ik
teruggegaan naar Indonesië. Daar kwam ik als ondergeschikte terecht
bij het bedrijf waar ik voorheen de baas was, met hetzelfde personeel.
Dat ging niet. Er ontstonden teveel wrijvingen. Mijn zwager adviseerde
mij vervolgens om bij de RVS te solliciteren. De keuringsarts daar bleek
een Indisch verleden te hebben en keurde me goed. Met cursussen heb
ik me bijgeschoold en binnen drie maanden klom ik op tot souschef.'
Bena werkt in Den Haag bij de Dienst Overzeese Gebiedsdelen Indo
nesië. Zij blijft vooralsnog in Nederland achter als Frans terugkeert
naar Indonesië.
Bena:'Ik wilde niet terug. Ik voelde me hier vrijwel direct na aan
komst thuis, de mensen waren aardig en ik had al gauw een Indische
vriendenkring opgebouwd. Mijn man ging naar Indonesië en ik zou
later volgen. Maar al spoedig ontving ik een telegram: "Het is hier
niet te harden".
Frans:'Het was een keuze tussen twee kwaden, werkloos in Nederland
of een onhoudbare situatie in Indonesië. Ik koos voor het eerste. Ik was
ook gek ook. In een tijd dat juist iedereen Indonesië ontvluchtte, keerde
ik ernaar terug. Het was een zenuwachtige periode.'
Kinderen
Een halve eeuw en een halve aardbol verder, zijn Bena en Frans nog
altijd zielsgelukkig met elkaar.Toch hebben ze ook verdriet gekend.
Frans:'We hebben geen kinderen gekregen, terwijl we dat heel graag
wilden. Ik vind het onbillijk dat sommigen maar raak doen en dat dit
geluk niet voor ons is weggelegd.'
Al in Indonesië heeft Bena veel behandelingen ondergaan. Ook in
Nederland loopt het stel diverse gynaecologen langs, maar artsen zijn
nog niet zo knap als tegenwoordig. In tegendeel: de behandelingen
zelf richtten uiteindelijk veel schade aan.
Bena: 'Dat was een moeilijke tijd. Als ik op straat liep en moeders in
huiskamers met hun kinderen zag lunchen, dan had ik het niet meer.
Ik wilde wel een kindje adopteren, maar dat werd me sterk afgeraden
door onze beide moeders. Zij hadden daar in Indië slechte ervaringen
mee gehad.
Het verdriet slijt. Maar met de ouderdom komt het weer terug. Het
komt in opwellingen. Dan denk ik: ik zet het maar van me af. Het is me
opgevallen dat veel van mijn Indische vriendinnen geen kinderen heb
ben kunnen krijgen. Misschien door vitaminetekort tijdens de Japanse
bezetting. Dat we verzwakt zijn op dat gebied.'
Gelukkig zijn Bena en Frans in moeilijke tijden niet uit elkaar gedreven,
maar juist meer aan elkaar gaan hechten.
Frans:'Maar in die verdomde decembermaand voel je het gemis aan
kinderen het sterkst. Vrienden gaan naar hun kinderen toe en als je
met z'n beitjes zit, is het extra voelbaar. Als je een van de twee verliest,
wat dan? Op onze leeftijd zien we dat veel om ons heen gebeuren. Ik
zou niet weten wat ik zou moeten in mijn eentje.'
Bena:'lk zou proberen de situatie te accepteren en maar zo goed mo
gelijk verder te leven. En nu, zo lang het nog kan, geniet ik van de uitjes
en de vakanties. Maar Frans zit er vaak over in.'
Frans:'De laatste zes jaar zijn zo verdomd snel gegaan. Het einde komt
steeds dichterbij. Het is onherroepelijk.'
Bena:'We zien wel wat de tijd ons brengt. Ik ben een rasoptimist.'
Frans:'Ja, Bena is een rasoptimist. Het zou een stuk moeilijker zijn
als je allebei zwaarmoedig bent, zoals ik. In gezelschap ben ik vrolijk,
maar alleen ben ik somber. Iedere dag voel ik 's ochtends Bena's hand,
of ze nog leeft.'
Bena:'We laten alles maar op ons afkomen en denken er niet aan.'
44
moesson