De typisch Australische liervogel is een motief dat in de
Nederlandse Nieuwe Kunst veel werd gebruikt. De vogel Foto's: Erik en Petra Hesmerg
is onder meer in batik en in aardewerk terug te vinden. Vaas: collectie Rijksmuseum Amsterdam
door Frans Leidelmeijer
De liervogel
Bureau: collectie Meentwijck
Frans Leidelmeijer
bespreekt iedere maand een kunst
object dat ontstaan is uit Europese en
Indische kruisbestuiving.
maart 2006
De liervogel is een grondvogel die in
leeft. Het is een zangvogel van ongev
60 centimeter hoog met een staart
van wel 70 centimeter. Het is vooral
om deze decoratieve staart dat
hij rond 1900 door de sierkunste
naar C.A. Lion Cachet (1864-1945)
in batiktechniek op perkament
werd afgebeeld. Hij decoreerde
er de vier zijpanelen van dit luxe
damesbureau mee. Cachet was de
eerste westerse kunstenaar die
de batiktechniek toepaste in zijn
werk, nadat hij in het museum
van Zoölogica Artis Magistra een
tentoonstelling zag van Javaanse
batiks en slendangs. Hij was het
ook die de liervogel in 1894 als
versieringsmotief in Nederland in
troduceerde en het voor verschil
lende onderdelen van zijn werk
gebruikte. Naderhand werd dit
motief door andere Nederlandse
ontwerpers onder meer toege
past op aardewerk. De afgebeelde
slanke roze vaas van Chris Lebeau
voor atelier Amstelhoek is daar een
voorbeeld van. De liervogel wordt
dan ook beschouwd als een typisch
Nederlandse art nouveau versie
ringsmotief. Waar Lion Cachet de
liervogel voor het eerst gezien heeft,
is niet bekend. Misschien wel in Artis.