Baba Nyonya
Howard beseft dat een goede samenwerking met Indonesië essenti
eel is om het terrorisme in de regio een halt toe te roepen. Bovendien
heeft Australië de steun van Indonesië hard nodig om als gespreks
partner van de ASEAN erkend te worden. Dit is belangrijk voor Australië
omdat de ASEAN-landen besprekingen voeren over de vorming van een
Aziatisch handelsblok. Australië kan het zich niet veroorloven om geen
deel uit te maken van zo'n economisch blok.
In december 2005 deed Australië, met steun van Indonesië, mee aan
het eerste Oost-Aziatische Topoverleg, nadat het eerder een vriend
schapsverdrag met ASEAN had gesloten. Dat verdrag was de eerste
indicatie dat de Australische regering zijn hooghartige houding - ten
opzichte van Azië in het algemeen en Indonesië in het bijzonder
- ingewisseld heeft voor een constructieve houding gebaseerd op
samenwerking. Australië en Indonesië hebben onlangs onderhan
delingen afgesloten over een nieuw bilateraal verdrag dat deze
maand ondertekend wordt. In dit verdrag zullen afspraken staan over
terrorismebestrijding, militaire samenwerking, maar ook gemeen
schappelijke sociale, humanitaire en politieke zaken zullen worden
vastgelegd. Het verdrag zal bovendien een clausule bevatten waarin
beide landen eikaars territoriale soevereiniteit erkennen en waarbor
gen. Inmiddels heeft Australië de samenwerking met Indonesië op
militair terrein weer opgevat, inclusief de omstreden oefeningen met
de Kopassus rode baretten.
Het lijkt erop dat de Howard-regering wat Indonesië betreft nu hetzelf
de beleid voert als zijn voorgangers: alles wat de verhouding met Indo
nesië kan verbeteren, moet aangepakt worden. Dit om een eventuele
dreiging vanuit Indonesië - nu inclusief terrorisme - in te dammen
en een verhoging van de Australische defensiekosten te voorkomen.
Ondanks de recente toenadering blijft de relatie tussen Indonesië en
Australië een verstandshuwelijk.
In Jakarta schieten de peranakan-restaurants momenteel als pad
denstoelen uit de grond. Uit nieuwsgierigheid ging ik er eens wat
eten. Alleen al bij de gedachte aan pindang bandeng,gula biren
rujak penganten - zeldzame gerechten in een a-historische stad als
Jakarta - liep het water me in de mond.
We rijden naar Jakarta-Zuid. Het restaurant is gevestigd in een be-
drijvenpand, maar dat is sierlijk verhuld met een soort van Chinees
balkonnetje. Het geheel doet spontaan denken aan een Chinees
huis uit de koloniale tijd.
We kiezen een tafeltje achterin. Vanachter een doorzichtig rood gor
dijn zie ik in de hoek van het restaurant een oude Chinese bale staan.
De serveerster brengt ons de menukaart. Ik bestudeer de menu
kaart aandachtig, maar de Baba Nyorryo-gerechten - een kruising
tussen Chinese en lokale gerechten, dé specialiteit van de perana-
kan - zijn niet terug te vinden. En ik had me er zo op verheugd!
De pindang bandeng op het menu lijkt verdacht veel op pindang
bandeng serani. Pindang bandeng serani is een gerecht uit de keu
ken van Tugu, de Portugese gemeenschap in Jakarta-Noord.
Naast de kroncong is de Tugu-gemeenschap beroemd vanwege
haar bandeng-specialiteiten. Ook buiten Tugu vonden de gerechten
gretig aftrek. Ze werden veel nageaapt en kregen de naam bandeng
serani, dit om bandeng uit Tugu niet te verwarren met de bandeng
uit de Chinese keuken.
Want de Chinese bandeng en de bandeng serani uit Tugu verschillen
van smaak. De Chinese bandeng is gemarineerd in kecap, waardoor
de saus een bruine kleur heeft. De bandeng serani uit Tugu is juist
gelig, door het gebruik van kunyit.
is de Chinese bandeng- of Baba Nyonya-keuken in Jakarta terug te
vinden? Niet echt, want nader onderzoek wijst uit dat de meeste
Baba A/yonyo-gerechten zijn overgenomen van de peranakan uit Sin
gapore en Maleisië, de zogenoemde Straits Chinese. De Baba Nyonya-
gerechten van de Straits Chinese zijn in Jakarta te herkennen aan de
benaming Nonya (in plaats van het Indonesische nyonya), de typische
benaming van de Straits Chinese-peranakan voor'dame'.
In Singapore en Maleisië bestaat de culinaire Baba Nyorryo-traditie
al veel langer dan in Indonesië. Daar worden de gerechten zelfs als
cultureel erfgoed beschouwd. De vrouw van de minister-president
van Maleisië heeft daar flink aan bijgedragen, want zij stelde een
receptenboek samen met Baba Nyonya-gerechten.
Een culinaire campagne in Singapore en Maleisië zorgde er vervol
gens voor dat er naast een stroom 'culi'-toeristen ook een trend is
ontstaan om de Baba Nyonya over de grenzen heen te promoten.
Deze trend is overgewaaid naar Jakarta. De gerechten op de me
nukaart zijn dus geen authentieke Baba Nyonya-gerechten van de
Betawi-peranakan. Dat is ironisch. Want sinds de val van Soeharto
is er sprake van een bredere bewustwording van de geschiedenis en
de Chinese identiteit. De gerechten op de menukaart tonen nu juist
aan hoe zeer de Betawi-peranakan zijn vervreemd van hun eigen
tradities en cultuur in Jakarta!
Dr. Pierre van der Eng is als associate professor verbon
den aan de Australian National University in Canberra
en publiceert regelmatig over de economische geschie
denis, economie en het bedrijfsleven in Indonesië.
maart 2006 23