Op bezoek bij
Indische gezinnen Australië
Indisch leven
'down under'
In mijn huurappartement in Melbourne krijg ik bezoek van Maudy
Golding, een 64-jarig Indisch meisje. Voor de gelegenheid heeft ze een
blauw met tulpen bedruktT-shirt aangetrokken. Het is 18 februari 1998
en wanneer ze uit haar auto stapt, wijst zij me op een struik voor mijn
deur. Ze vertelt me dat het een Chinese jadestruik is, een vetplant die ge
luk brengt:'Je moet een tak afsnijden en meenemen naar Holland, in de
tuin of op het balkon zetten, dat zal je levensloop gunstig beïnvloeden.'
Als ze eenmaal zit en we over familiebanden beginnen, verschijnen er
tranen in haar ogen: 'Blood is thicker than water, never forget that.' Dan
heeft ze het over wat de Japanners haar vader aandeden. Zelf had ze
weinig te lijden van de oorlog. Haar blonde broers, met blauwe ogen,
hadden zich verscholen op zolder. Haar moeder, Maudy, en een donker
uitgevallen broer gingen op gezette tijden langs bij de Japanse autori
teiten, en ontkwamen zo aan internering:'Bruin immers, ja.' Maar haar
vader, een KNIL-militair, kwam in Birma terecht en keerde bepaald niet
onbeschadigd terug. Haar stem brak, want niet hij maar haar 42-jarige
moeder overleed kort daarna, in 1948, in het hospitaal in Semarang aan
tbc. Maudy was toen vijftien en had het zonder de opvang van haar
tante nooit gered: 'A woman is the backbone of the family.' Haar broers
waren over de wereld verspreid geraakt. Ze zag hen pas na 22 jaar
terug. De hereniging bracht een golf van ontroering teweeg: 'You are
our only sister, and we will never leave you.' Geen van hen woont in Au
stralië, maar in de geest laten ze elkaar niet meer los. Maudy geloofde
heilig in de magie van bloedbanden. Haar moeders zuster was met een
staart dochters naar Amerika geëmigreerd, en had op een zeker mo
ment Alzheimer gekregen. Ze begon steeds naar haar zusje te vragen,
die zij zag doorschemeren in de gezichten van haar eigen kinderen.
In het begin had één van de dochters nog gezegd: 'Mam, zus is toch
al overleden.'Maar toen had ze een dag lang gehuild. Ze werd gojaar
oud en leefde de laatste jaren in het voortdurende gezelschap van haar
dode zus. Op haar sterfbed had ze verscheidene malen geglimlacht:'Ze
zag zus ja, eindelijk samen.'
Indische gewoonten
Als ik Maudy Golding later in het gesprek vraag aan welke Indische
gewoonten zij hecht, bekent zij meteen niet te kunnen koken. Wanneer
ik over de fles op de wc begin, verschijnt er een blosje op haar wangen.
Over andere Indische mores rept ze vervolgens met geen woord. Dat is
me bij wel meer mensen in Australië opgevallen. Het Indische lijkt in dit
land alleen uit jeugdherinneringen te bestaan, vandaar de zo makkelijk
te delen gezelligheid van Tempo Doeloe en andere Indische clubs. De
wortels van de kinderen liggen elders. Die van Maudy's kinderen in
Engeland, waar ze geboren zijn en naar school gingen, omdat zij haar
Engelse man was gevolgd naar Surrey. Het bewustzijn van de eerste ge
neratie reikt evenmin verder dan de eigen jeugd, waarvan Indië de spil
was. Hun identiteit als groep is er niet blijvend door gevormd.'Ik wist
maart 2006
35
SS