Portret van Guus Winckel. opgenomen en ondergebracht in een nieuw op te richten eenheid. Het 18th Netherlands East Indies Squadron ziet op 4 april 1942 in de hoofdstad van Australië, Canberra, het levenslicht. De eenheid krijgt als taak de koopvaardijschepen en de kustlijn van Australië te beschermen en wordt uitgerust met een vijftal B-52 bommenwerpers. In eerste instantie neemt kapitein Fiedelij samen met Guus Winckel de leiding over het 18de squadron. Als op een nacht in juni 1942 de Japanners twee midget onderzeeërs erop uit sturen om vlak voor de kust de verduisterde havenkwartieren van Sydney te bestoken, wordt er door de Australiërs een beroep ge daan op het 18de squadron. Zij voeren patrouilles uit in de omgeving. Tijdens één van deze patrouilles ziet Winckel plotseling een comman dotoren met een periscoop boven het water uitsteken. Hij vliegt met zijn B-52 op vierhonderd meter boven het water en alarmeert zijn bemanning via de intercom. Voor de waarnemer in de voorkoepel is de oproep zo onverwacht dat hij tijdens de eerste aanval niet op tijd zijn vizier kan instellen. 'Boze tongen beweren dat hij in slaap was gesukkeld,' vertelt Winckel knipogend.'Hij zou de avond tevoren een bekende nachtclub in Sydney hebben bezocht. Het schijnt er erg gezellig geweest te zijn.' Winckel laat zes bommen een seconde na elkaar, in een rijtje, het water in ploffen.'Door het woelig, kolkende water kon je weinig zien dus bleef ik een tijdje rondcirkelen. Maar ineens kwam de boeg van de onderzeeër als een zwart bord naar boven. Hij bleef even staan en toen verdween het schip in de golven.' Een enorme olievlek verspreidt zich over het water en de uitzinnige be manning seint naar de wal:'Japanse onderzeeboot tot zinken gebracht.' Na het doorgeven van de coördinaten gaan een aantal geallieerde vliegtuigen een kijkje nemen op de plek waar de onderzeeër is ge zonken. Allen bevestigen het verhaal. Heel Sydney komt in feeststem ming en de bemanning van de B-52 valt de ongekende eer te beurt te worden ontvangen in het parlement van Australië waar ze worden gehuldigd door prime minister John Curtin. De Australische regering wil Winckel belonen door hem één van de belangrijkste onderscheidin gen van het land uit te reiken: de Distinguished Flying Cross. Tot grote ergernis van Curtin verzet de Nederlandse regering zich hiertegen en Winckel krijgt de onderscheiding niet. 'mijn motor begon op te spelen' Het tot zinken brengen van de onderzeeër vestigt wel de aandacht op het 18de squadron. Als bekend wordt dat de eenheid over slechts vijf vliegtuigen beschikt, krijgt het op sterkte brengen van het squadron prioriteit. Geleidelijk aan worden er meer B-52's ter beschikking gesteld en kan het squadron uiteindelijk op een normale sterkte van achttien vliegtuigen komen. Tijdens het eerste jaar voert Winckel in totaal 41 missies uit waarbij nog twee Zero's worden neergehaald. Slechts éénmaal, vertelt hij trots, moest hij een missie afbreken.'Tij dens een nachtvlucht liep bij de start een kangaroe tegen mijn rech ter motor. De motor begon tijdens de vlucht op te spelen en ik moest mijn lading bommen boven zee lozen en voorzichtig terug keren.' Tijdens de oorlog en ook na de capitulatie van de Japanners blijft het 18de squadron onder verschillende leidinggevenden actief. Na de oorlog keert Winckel terug naar Indië waar hij droppings van medicamenten en voedsel uitvoert boven de interneringskampen. Guus Winckel kreeg voor zijn moe dige optreden tijdens het drama Resten van vliegtuig op het van Broome het Bronzen Kruis. vliegveld van Broome. Vriend en vijand zijn het erover eens dat Winckel voor zijn vele heldendaden tijdens de oorlog de Mili taire Willemsorde dik had verdiend; helaas werd deze nooit toegekend. Guus Winckel is nu 93 jaar en woont samen met zijn echtgenote Yvonne in Nieuw-Zeeland. leder jaar op 25 april worden zijn heldenda den in Australië tijdens de ANZAC Day (Australian and New Zealand Army Corps, een soort van Veteranendag) opnieuw belicht. maart 2006 45

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2006 | | pagina 45