'Ik deed wat ik dacht dat goed was voor Indonesië' de dagelijks coördinator van Golkar, en Golkar had in het parlement negentig procent van de zetels. Samen bepaalden deze twee mensen de koers van Indone sië. Behalve vice-president was Habibie dagelijks coördinator van Golkar. Met het aftreden van Soeharto en de beëdiging van Habibie als president had hij feitelijk alle macht in Indonesië in handen.'Dat voelde niet goed. Als iemand met een Europese achtergrond dacht ik: Nee, dat mag niet gebeuren! Zoveel macht in handen van één persoon. Op die manier functioneert een bestuur niet. Dat is ongezond. De wetgevende en uitvoerende macht mogen niet in handen zijn van dezelfde persoon. Dat kon voor de Franse revolutie misschien nog, met de Zonnekoning, maar nu niet meer. Dat kan niet, dat is tegen de natuur. Daarom heb ik me zo snel mogelijk teruggetrokken als dagelijks coördinator van Golkar en verkiezingen uitgeschreven. Ik heb nooit handenwrijvend achter mijn bureau gezeten en gedacht van: ik heb alle macht en nu kan ik doen wat ik wil. Ik zei: Nee, dit gaat de verkeerde kant op. Als ik niets doe is dit het begin van de Balkanisering van Indonesië. De kleine onschuldige man op straat zou hier de dupe van worden. Zij zijn het fundament van Indonesië, die moetje koesteren. Bovendien zou ik het ook als mens niet kunnen verantwoorden. Ik was niet blij dat ik op dat moment president was. Maar ik ben een religieus mens. Ik geloof in de lieve God die het goed bedoelt met ons. Hij dacht: Die kleine jongen daar, hij moet maar eens president worden. Alles heeft een reden. Was er een andere persoon op dat moment op mijn positie geweest, Wahid bijvoorbeeld of Megawati, vergeet het dan maar. Ik weet niet of zij hetzelfde zouden zijn omgegaan met al die macht.' Een instrument 'Ik heb me nooit president gevoeld. Daar had ik het te druk voor. Het is verder ook niet zo belangrijk. Het presidentschap was voor mij bovenal een instrument om iets te kunnen doen voor mijn land. Het ambt van president is geen doel op zich. Ik wilde me dan ook alleen beschikbaar stellen voor een tweede termijn als president, wanneer ik na mijn verantwoordingstoespraak voor mijn beleid tijdens de presentatie van de begroting, steun kreeg van minstens de helft van het parlement. Ik merkte tijdens mijn presidentschap dat veel mensen unfair tegen me waren. Dat ze me geen echte kans gaven. Dat ze me niet rationeel afrekenden op mijn daden, maar zich in hun opinie over mij en mijn beleid lieten leiden door emoties. Ik vond het belangrijk dat ik als president steun had van het parlement. Dat ik draagvlak had. Ik weet met mijn twintig jaar ervaring als minister drommels goed dat ik bij de presentatie van de nieuwe begroting geen verantwoording hoef af te leggen over mijn beleid. Toen mensen hoorden dat ik mijn keuze of ik me verkiesbaar zou stellen voor een tweede termijn af zou laten hangen van een stemming in het parlement, dachten ze dat ik gek geworden was. Er is geen afzettingsprocedure, het staat niet in de grondwet. Maar ik moest het doen, voor mezelf. Ik zag dat het parlement emotioneel en unfair was, ik wilde weten of het parlement rationeel genoeg was om mij op mijn daden te beoordelen. De trias politica, ik wilde steun van het parlement. Mijn resultaten liegen er niet om moet u weten. Ik had van Soeharto een inflatie van 78 procent geërfd, onder mijn bewind is die gedaald tot 2 procent. Onder Soeharto was één dollar meet dan 16.000 rupiah, in 1999 was het 6.500 rupiah. In de laatste maanden van de Orde Baru daalde de Jakarta Stock Exchange van 500 naar 250 punten. In 1999 stond de in dex op 600 punten. De werkloosheid is onder mijn bewind afgenomen, ik heb voor een vrije pers gezorgd, ik heb het Oost-Timor probleem opgelost en ga zo maar door.' Na zijn verantwoordingsspeech voorgelezen te hebben voor het par lement zonderde Habibie zich af om het parlement te laten stemmen over zijn lot. 53 procent van de parlementsleden keurde zijn beleid af. Habibie:'Vanaf dat moment was ik niet meer beschikbaar voor een nieuwe termijn. Ik vond het prima. Het is niet alles om president te zijn. Bovendien wilde ik een voorbeeld stellen. Het Indonesische volk, de politiek laten zien hoe een democratie werkt. Dat een president niet onfeilbaar is en dat in een democratie het parlement de baas is. Boven dien hoefje geen president te zijn om je steentje bij te dragen aan de ontwikkeling van Indonesië, dat kun je ook als gewone burger doen. Ik vond het een blunder van het parlement dat ze mijn beleid afwezen. 22 moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2006 | | pagina 22