'Ik probeer te communiceren met mijn muziek. Het is bijna Zen-achtig: de reis is veel belangrijker dan het doel. Een compositie is een traject. Het afleggen van het traject en het zoeken naar het doel is waar het om gaat. Het is aan de luisteraar om te vinden of dat traject geslaagd is. Je probeert als componist de luisteraar zo goed mogelijk te laten delen in jouw idee van balans en harmonie, harmonie in de zin van ba sisverhoudingen. Dat wil ik keer op keer in een andere vorm. Er wordt vaak gezegd dat veel van mijn muziek beelden oproept of filmisch is. Beelden en suggesties zie ik soms zelf wel tijdens het maken maar daar heeft verder niemand iets mee te maken. Een ieder moet daar zijn eigen beelden maar bij projecteren.' Sleutelstuk 'Er is een stuk van me, Gramvousa, ik denk één van mijn sleutelstukken, geschreven voorfluit, basklarinet, piano en tape. Ik heb het gecom poneerd in opdracht van Het Trio (Harrie Starreveld, Harry Sparnaay en René Eckhardt), volgens mij één van de beste ensembles die we hebben. Het is geïnspireerd op een intrigerend boek dat ik las over een technische reconstructie van de bootreis van Odysseus. Het stuk ging over een plek in Griekenland, Gramvousa, een vreemd point of no return, die ik zelf ook bezocht, waar schepen werden stukgeslagen op de kusten of uit koers raakten.'De zak van Aeiolus'werd die plek in de mythologie genoemd. Twee blaasinstrumenten blazen er vanaf het begin metaforisch de winden doorheen.Toen mij gevraagd werd dit stuk te maken was het alsof ik een reis moest maken waarvan ik de be stemming niet kende.Toen ik mijn bestemming bereikt leek te hebben en de compositie geschreven was, stuurde ik de muzikanten op reis om mijn traject van de compositie te volgen.' Elektronica 'Elektronische muziek, als je het goed doet, bezit het vermogen om on zichtbare verbindingen tot stand te brengen, ook in de geest. De kleur- werking ervan is denk ik zo sterk omdat het niet vast zit aan het lichaam van een instrument. Het is echt klank. En het tegenstrijdige is weer dat ik bijna al mijn elektronische klanken maak uit die instrumenten. Ik begin de instrumenten dus onder een microscoop te leggen door er dingen uit te verzamelen die er in werkelijkheid niet mee gemaakt kunnen worden. Daar maak ik een ander landschap van waar ik die instrumenten dan weer in zet. Dat is voor mij een organische manier van werken.' Inspiratie? 'Ik heb nooit een inspiratiebron gehad. Het klinkt misschien stoer, maar zo bedoel ik het niet. Ik ben geen bewonderaar. Ik heb nooit een idool gehad, maar er zijn wel componisten voor wie ik ongelofelijk veel res pect en waardering heb. Stravinsky bijvoorbeeld vind ik een geweldige en sympathieke componist met een hoogwaardige artistieke output. Een maker die steeds weer via zijn stukken uitprobeert of hij gelijk had. Een terugkerende test die ik ook voor mezelf opzet. Stockhausen, niet mijn muzikale planeet, maar wat een geweldig organisatievermogen en bijna evangelische bezetenheid. Op het Koninklijk Conservatorium werkte ik in de elektronische studio van componist Dick Raaijmakers, hij veroorzaakte een aardverschuiving in mijn denken door me bloot te stellen aan fascinerende experimentele klanken. Daar heb ik erg veel aan gehad. Een zeer vooruitstrevend en intrigerend denker. Iedere goede kunstenaar creëert zijn eigen wereld. Er zijn er niet zoveel die dat kunnen. Voor mij zijn dat mensen met een eigen muziekplaneet. Mensen zoals Stravinsky, dat zijn componisten die eruit springen. Je mag hopen datje dat talent hebt, wantje kunt componeren niet leren.' Gerard Mosterd is docent, publicist en choreograaf. In zijn dansproduc- ties vormt zijn dubbele culturele achtergrond het uitgangspunt. In 1999 introduceerde hij Indische moderne dans op de Haagse Pasar Malam Besar. Hij reist jaarlijks met zijn dansvoorstellingen door Nederland en Zuidoost-Azië. Kijk op www.gerardmosterd.com voor meer informatie. april 2006 45

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2006 | | pagina 45