'Als ik bij veilingen inkocht, was er nauwelijks
concurrentie. Soms was ik de enige die bood.'
Ik miste mijn moeder vreselijk. Elke nacht lag ik in het pension te hui
len om haar. Dat heeft zeker een paar maanden geduurd. Op een goed
moment ben ik haar gaan zoeken, in m'n eentje, met de tram. Ik had
gehoord dat ze in de Barentszstraat woonde in Den Haag, in het Zee
heldenkwartier. Ik belde aan en van de hospita mocht ik in haar kamer
wachten. Ik ben in haar bed gekropen om mezelf te troosten.'
'Pas toen ik ouder werd, kon ik de scheiding accepteren. In mijn jeugd
voelde ik me vaak schuldig en verscheurd. Dan gingen we weer naar
m'n moeder, dan weer naar m'n vader. Zat je weer in de bus. Gaat dit
nou de hele tijd zo door?, dacht ik bij mezelf. Had mijn vader gasten uit
genodigd voor het eten, terwijl ik al met m'n moeder had afgesproken.'
'de drie musketiers'
Vader Leidelmeijer probeert, zo goed en zo kwaad mogelijk, voor zijn drie
jongens te zorgen.
Frans:'Mijn vader heeft het zwaar gehad: drie opgroeiende jongens en
zelf nog z'n plaats proberen te veroveren in de maatschappij. Wij heb
ben naar verhouding lang in contractpensions gewoond. We kregen
wel huizen aangeboden, maar dat bood geen oplossing. Wie moest er
dan koken en voor ons zorgen? Mijn vader moest immers iedere dag
naar zijn werk.
We verhuisden van het ene contractpension naar het andere. In één
jaar wel vijf keer. Tot m'n vader besloot zijn ouders over te laten komen.
Die woonden in Bogor en wilden helemaal niet naar Nederland. Hij
heeft op hun gemoed ingespeeld. We kregen een huis aangeboden in
de wijk Morgenstond, in de Coevordenstraat, waar mijn opa en oma
ook kwamen wonen. Mijn oma ging voor ons koken. Dat heeft ze niet
lang kunnen doen, want ze is binnen een jaar overleden. Ze had het
altijd maar koud en is ziek geworden. Haar zuster was ook meegeko
men en zij overleed al binnen een maand. Oude bomen moetje niet
verplaatsen. Het is een cliché, maar het gaat wel op.'
Tk was zeventien toen ik bij mijn moeder ging wonen. Mijn broers wa
ren het huis al uit. M'n vader zat altijd bij mijn opa en ik zat dan alleen.
Het was niet meer zo gezellig. Ik weet dat hij zich erg gekwetst heeft
gevoeld door mijn vertrek en ik voel me daar nog altijd schuldig over. Ik
heb hem laten zitten.'
'word je dan niet opgepakt?'
Op een gegeven moment kwam voor Frans de tijd om 'uit de kast te
komen', zoals dat heet.
Frans:'Toen ik bij mijn moeder woonde, kwam uit dat ik homoseksu
eel was. Mijn vaders eerste reactie was dat ik naar een opvoedings
gesticht moest. Hij had het blijkbaar niet in de gaten gehad, ook al
maakte hij wel eens een opmerking als ik een bepaalde beweging
maakte. "Je lijkt wel een meid," zei hij dan."Vroeger noemden we dat
bantji". Dat kwam hard aan.
Mijn moeder wist het denk ik wel. "Word je dan niet door de politie
opgepakt?", vroeg ze nog. De schrik zat er bij haar kennelijk nog in: vóór
de oorlog in Indië had zij de heksenjacht op homo's meegemaakt door
gouverneur-generaal Tjarda van Starkenborgh Stachouwer. Mijn vader
is door zijn tweede vrouw gekalmeerd: "Sommige mensen zijn nu
eenmaal homo, daar doe je niks aan.'"
'Vervolgens hebben mijn vader en ik er nooit meer over gesproken.
Mijn moeder en ik begrepen elkaar, maar het leek alsof ertussen mijn
vaderen mij een muur stond. Dat komt toch door mijn geaardheid.
Als ik er nu aan terugdenk, denk ik: Ach, die arme vader. Hij is op z'n
58ste aan een hartaanval overleden. Dan is het ineens - bam - over.
Je kunt niks meer zeggen tegen elkaar. Hij was nog zo jong. Ik zoek de
oorzaak onder meer in de klappen die hij heeft moeten incasseren:
de oorlog, de repatriëring, de scheiding, voor z'n kinderen zorgen, z'n
ouders die overkomen, z'n moeder die vervolgens overlijdt. Hij kon het
niet helemaal bolwerken op z'n werk, mede door alle zorgen natuurlijk.
Veel Indische mannen kregen een hartinfarct in die tijd. Dat weet ik
nog goed. Er waren er meer bij ons in de buurt. De repatriëring en alles
wat daarbij kwam kijken, veroorzaakte een enorme druk. De mannen
waren toch het hoofd van het gezin en moesten de verantwoordelijk
heid maar dragen. Mijn vader stond op, kookte dan voor ons - voor
diezelfde avond of voor twee dagen tegelijk - en ging vervolgens naar
z'n werk. Vervolgens tussen de middag boodschappen doen en dan ook
nog de zorg voor zijn oude vader.'
'beautiful people'
Tussen Frans en Den Haag heeft het nooit geklikt. In igós vertrekt hij dan
ook naar Amsterdam.
16
moesson