'In elke grote stad in Indonesië zijn punks te vinden, van Manado tot Medan buiten te sluiten. Waar in het Westen de meeste bands beschikken over hun eigen apparatuur, en vervoer en onkosten meestal vergoed worden door de concert organisator, is dat in Indonesië allerminst het geval. Bijna niemand heeft een eigen muziekinstru ment, dus er moet constant geleend of gehuurd worden. Als bands uitgenodigd worden op een concert te spelen, komt het vaak voor dat de bands moeten betalen om te mogen spelen in plaats van andersom. In het spaarzame geval dat er winst gemaakt wordt, krijgen de bands hun geld terug en zo worstelen de underground punks om hun scene in leven te houden. Spanningsveld Ondertussen is de reactie van de rest van de samenleving op de opkomst van punk in Indonesië vergelijkbaar met de reactie van de En gelse samenleving in de jaren zeventig. Punks worden vaak beschouwd als criminele relschoppers of verloren jongeren zonder toekomst. Ik herinner me de dag die ik doorbracht met Rico, een punk uit Jakarta, getooid met een groene hanenkam en van top tot teen aangebrachte tatoeages. In de bus op weg naar de illegale cd/dvd markt te Glodok schoven een aantal vrouwen angstig van ons weg zodra ze Rico in het vizier kregen. Aangekomen op de markt werd hij herhaaldelijk openlijk uitgelachen en nagewezen en op de terugweg werden we aangehou den door een politieagent die hem botweg vroeg waarom hij eruitzag als een crimineel. Veel van de angst en het onbegrip wordt beïnvloed door de media, die vooral uiterlijke kenmerken zoals tatoeages belichten. Op de sociale aspecten wordt niet ingegaan. Zo zijn punks betrokken bij tal van sociale projecten variërend van het organiseren van benefietconcerten voor minder bedeelden, tot 'Food not Bombs': het uitdelen van voedsel onder de armen in de steden. Er blijft dus een constant spanningsveld bestaan tussen punk en de rest van de maatschappij. Punks rebelleren tegen het status quo, en het status quo haalt de neus op voor punks. De toekomst van punk in Indonesië hangt af van verschillende ont wikkelingen. Cruciaal is het spanningsveld tussen underground en mainstream. Op dit moment zitten de underground punks gevangen in een vacuüm: als ze zich afsluiten voor de rest van de maatschappij, lopen ze het risico te stagneren en slechts tot bekeerlingen te preken. Maar als ze naar buiten treden, lopen ze het risico geïncorporeerd te worden door de mainstream maatschappij en zullen de punkidealen langzamerhand verloren gaan. Wervelstorm Wat er ook gebeurt in de toekomst, één ding staat vast. Punk is nu nog verre van dood; in Indonesië is punk springlevend! Zij die claimen dat punk dood is, zouden het Jakarta Bersatu-festival bezocht moeten heb ben in een sportcomplex in Blok M, het zakelijk district in Jakarta. Waar normaliter badmintonspelers hun dropshots en smashes oefenden, krioelden nu ruim zeven duizend punks rond het stadion om meer dan twintig bands te zien. Buiten werd het geluid gereduceerd tot een laag bonzen. De honderden punks die er rondhingen, op de grond zittend, kletsend met hun vrienden, rokend en drinkend, deden de situatie bijna surrealistisch lijken; misplaatste punks tussen de wolkenkrabbers die de skyline van de stad opmaken. Hun verschijningen waren op z'n zachtst gezegd kleurrijk; enorme felgekleurde mohawks, die deden vermoeden dat de fabricatie heel wat tijd en geduld gekost had, kettin gen, leger kisten, bandshirts, tattoos en piercings. Nietsvermoedende voorbijgangers konden met moeite hun ogen geloven. Binnen veranderde het lage bonzen in een snel, luid en rauw punk ge luid, voortgebracht door de immens populaire band Marginal. De dui zenden toeschouwers dansten, sprongen in het rond en zongen hardop mee. De pit zag eruit als een wervelstorm van lichamen. Dit had zo z'n effect op de temperatuur, het moet bijna 40 graden geweest zijn. Foto's nemen was onmogelijk; mijn camera kon de intense vochtigheid die elk oppervlak deed parelen met zweet niet aan. Af en toe vielen mensen flauw en werden vakkundig weggedragen door hun vrienden. De zanger hield een korte speech over politieke oppressie en de nood zaak om samen tegen het systeem te vechten 'Niets zal ooit veran deren als we het niet zelf doen'schreeuwde hij, en toen het nummer inzette leek het stadion te ontploffen... Terwijl ik met moeite mijn weg naar buiten worstelde, klonk uit duizenden kelen het refrein:'Punk's not dead, punk's not dead!' mei 2006

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2006 | | pagina 25