Kortingsbon Warung Sajany
Van donkerbruin tot gebroken wit
estafettecolumn Bert Paasman
Ja ik wil
Stel, je wilt trouwen en krijgt bij de burgerlijke stand te
horen datje originele geboorteakte uit Indonesië niet
meer geaccepteerd wordt. Vervelend! Dit overkwam Peggy
de Wolff onlangs, die hierover verontwaardigd Moesson op
de hoogte bracht. Peggy de Wolff is overigens niet de enige
die hiermee te maken krijgt, ledereen die in het buitenland
geboren is, moet sinds 1992 een recentelijk gelegaliseerde
geboorteakte kunnen tonen. Maar hoe kom je daar aan?
Het opvragen van een geboorteakte in Indonesië is een
kostbare en tijdrovende gebeurtenis die niet altijd het
gewenste resultaat oplevert. In het uiterste geval kan
via het kantongerecht een akte van bekendheid worden
opgemaakt. Hoe dan ook, het is een complexe procedure.
Zucht... was alles maar zo simpel als toen roeher.
Peggy de Wolff is in 1958 in Indonesië geboren en is nog in
datzelfde jaar met haar ouders naar Nederland vertrok
ken. Haar originele geboorteakte uit Soerabaja werd in het
verleden bij de burgerlijke stand zonder meer geaccep
teerd, totdat ze pas geleden haar voorgenomen huwelijk
bij de gemeente Zoetermeer wilde aangeven. Even leek
het erop dat haar huwelijk op de lange baan zou worden
geschoven. Door het assertieve optreden van Peggy heeft
de gemeente uiteindelijk besloten een uitzondering te
maken en de originele geboorteakte in dit geval toch te
accepteren. Zonder een gelegaliseerde geboorteakte, ben
je dus afhankelijk van de welwillendheid van je gemeente.
Stichting Pelita is daarom van plan naast de bemiddeling
in het aanvragen van visa, ook te gaan bemiddelen in het
regelen van de legalisering en vertaling van formele docu
menten die afkomstig zijn uit Indonesië (dus bijvoorbeeld
van een geboorteakte). Houd www.pelita.nl in de gaten, of
bezoek Pelita's stand op de Pasar Malam Besar.
Warung Music Sajany staat ook dit jaar weer
met een stand op de Pasar Malam Besar. Tegen
inlevering van deze bon krijgt u 15% korting op
de nieuwe dvd van Tante Lien (Wieteke van Dort)
en to% korting op andere producten van Warung
Music Sajany, stand 1211 op de Pasar Malam Besar.
I
Onlangs mocht ik optreden in de Indische Literaire Salon in Het Indisch Huis aan
de Javastraat in Den Haag. Als gastvrouw trad Vilan van de Loo op, een late opvolg
ster van vroegere gastvrouwen als Mme de la Sablière, Mme Necker en Mme de
Staël. Ik hecht aan deze plaats, Het Indisch Huis, een huis voor allen die een band
met Nederlands-lndië en met Indisch Nederland hebben. Het gaat mij aan m n
hart als ik lees dat Dit Huis weer in de problemen zit.
Mijn onderwerp was 'Zingen over Indië'. Interessant, want de liedjes die over Indië
gezongen werden, vanaf de VOC-tijd tot heden, hebben de beeldvorming over In
dië mede bepaald. Deels zijn ze grof en materialistisch, gericht op geld verdienen
en vrouwen versieren, soms zijn ze ook uitermate ontroerend, en gaan over liefde,
afscheid en dood. Ook over het definitieve afscheid van Indië. Er valt een diepe
stilte als Wouter Muller een tekst van Willem Wilmink ten gehore brengt:'Mijn
hart is op twee plaatsen tegelijk': in Nederland en in de Gordel van Smaragd, maar
Indië bestaat niet meer, het wordt alleen gereconstrueerd, het is dichtbij maar
toch onbereikbaar. Is Wilmink er geboren en getogen? Nee, maar hij werd geboren
en stierf in de Javastraat in Enschede. Blijkens zijn gedichten en liedjes hield hij
niettemin bijzonder veel van Indië.
Dan volgt de onvermijdelijke vraag in een Indisch gezelschap: welke band heeft de
spreker met Indië? Ik ben er niet geboren, heb er niet gewoond. Vanwaar dan die
belangstelling en kennis? Een Indische vrouw in Putten heeft me eens uitgelegd
dat ik er in een vorig leven gewoond had. Ik heb dat in dankbare kennisgeving
aangenomen, want ze bedoelde dat ik er wat haar betreft bij mocht horen. En
dat is niet gering, want er zijn ook Indië-watchers die onverbiddelijk selectief zijn:
engelen die met hun vlammend zwaard allerlei mensen met een evidente hechte
band met Indië van het paradijs uitsluiten.
Net als Willem Wilmink heb ik op school alle eilanden van Saba tot Nieuw-Guinea
uit het hoofd moeten leren, ik kende die al van de straten in de Indische buurt
(mijn oma woonde in de Timorstraat). Prachtige schoolplaten over Indië hingen
aan de wanden van het klaslokaal. Eén op de drie onderwijzers had ook ergens
in Indië les gegeven en kon er meeslepend over vertellen. De repatriëringsjaren
brachten telkens nieuwe leerlingen uit Indië in onze klas, van donkerbruin tot ge
broken wit. In mijn herinnering waren ze goed in muziek, sport en liefde. Wat nu
vooroordelen! En ze droegen een waas van geheimzinnigheid met zich mee: geba
ren, geuren, kleuren en Maleise geheimtaal. Bij hen thuis hingen echt batikkleden
met wajangfiguren, krissen, schilderijtjes met sawa s en vulkanen. Hoezo clichés?
En ze aten ontzettend vaak rijst met wormen en sambal. Niks niet aanpassen aan
boerenkool met worst. Aanvankelijk vond ik dat wel griezelig eten, maar bij een
vriendin, ze heette Geraldine, werd dus Babes genoemd (logisch toch), durfde ik
mijn bord door haar omaatje helemaal vol te laten scheppen ('ledereen foorsien?').
Ja, ik heb sinds mijn schooltijd veel contacten gehouden in Indisch Nederland en
veel kennis vergaard over Nederlands-lndië: boekenkennis. Vandaar dat ik in mijn
werkgroepen altijd mensen met ervaringskennis uitgenodigd heb, ervaringsken
nis die zo rijk aanwezig is bij de lezers van Moesson of Indische Letteren en bij
bezoekers van Het Indisch Huis. Waag het daar niet een Maleis woord verkeerd uit
te spreken, het hele gezelschap sist de correctie;
waag het niet er een schrijver op een verkeerd
adres te laten wonen, want altijd is er wel iemand
die tegenover hem of haar gewoond heeft. En ais
ze het zelf niet waren, dan wel een oom of tante.
Bert Paasman is emeritus hoogleraar koloniale
en post-koloniale literatuur en cultuur en
geeft het stokje door aan Inge Widjajanti
Dharmowijono.
mei 2006 5