Onderweg
column 6 volgens Vilan van de Loo
Soeharto te ziek
Vilan van de Loo
Sandra Reemer is
tijdens de jaarlijkse
lintjesregen op 28
april benoemd tot
Ridder in de Orde
van Oranje Nassau.
De 55-jarige zange
res en presentatrice
kreeg het koninklijke
kleinood vanwege
haar verdiensten voor
het Liliane Fonds en
de Stichting Nationale
Boomfeestdag. Uit
handen van burger
meester Pommer van Sint Michielsgestel kreeg ze in
Kasteel Maurick in Vugt de koninklijke onderscheiding
opgespeld. Sandra Reemer is nog steeds een beetje
overdonderd door deze royale verassing: 'Het is een
geweldige eer om Ridder te zijn, maar het feit dat dit
tot stand is gekomen door mensen die zich zo hebben
ingespannen en werkelijk alles hebben gedaan om dit
tot het mooiste feest van mijn leven te maken, is voor
mij nog steeds niet helemaal te bevatten.'
Ik ben keurig opgevoed, mijn ouders deden wat ze konden, al was het in huis
meestal gezelliger wanneer ik alleen op mijn kamer zat. Wie zwijgt, kan niet
tegenspreken. Dat was destijds een uitkomst in het drukke gezin. Pas later
bleek dat in zwijgen veel wrok opgeborgen kan worden. Om dat terug te vin
den, zijn veel slapeloze nachten nodig. En om het te begrijpen een beetje - of
meer dan een beetje - therapie.
Het is vreemd, hoeveel jaren ik nodig heb om te leren worden wie ik ben.'t Is
nog altijd werk in voortgang. Geen kinderen, nul alimentatieverplichtingen,
een kortingskaart voor het openbaar vervoer, de wereld ligt voor me open. Wat
ik ermee wil, ontdek ik door vallen en opstaan, door in deze zomermaanden
eindeloos lang te gaan fietsen en simpelweg door na te denken over die wrok
die ik als kind voelde. Groots en meeslepend wilde ik leven, maar mijn ouders
stuurden me op tijd naar bed. Onder de dekens las ik met een zaklamp boeken
om mijn dromen te voeden, dwars tegen de eis in dat het licht vroeg uit moest.
Dat doe ik nog steeds, lezen. Dankzij de literatuur begrijp ik met terugwerken
de kracht dat wie ik moet zijn, opgesloten ligt in dat kind van toen. Het is een
kwestie van afpellen, lijkt het, tot ik bij de kern kom. Dat heb ik geleerd uit Die
andere wereld, dat prachtige boek van Madeion Székely-Lulofs (1934).
In deze roman gaat de Hollander Pieter Pot naar Indië, waar hij zich voor het
eerst iemand van belang voelt. Maar de twijfel of dat echt zo is, knaagt aan
hem. Het is hard werken in de rubber op Deli, in de sociëteit kan hij het niet
echt vinden met de andere mannen. Pieter blijft een vreemde in zijn nieuwe
wereld. Hij voelt dat er iets is, voor hem ongrijpbaar:
Oud-president Soeharto wordt niet vervolgd. Dat heeft
openbaar aanklager Abdul Rahman Saleh besloten na
een uitgebreid onderzoek naar de gezondheid van de pre
sident. Hij zou te zwak zijn om berecht te worden. Deze
beslissing is opmerkelijk omdat Saleh een maand eerder
nog verklaarde Soeharto hoe dan ook te willen vervolgen.
Een groep mensenrechtenactivisten heeft de handen
ineen geslagen om Soeharto alsnog voor de rechter te
krijgen. Zij zien geen enkele reden om Soeharto niet
te berechten.'Soeharto is er nog steeds, en zo ook zijn
beschuldiging van corruptie', aldus een woordvoerder.
'Zolang hij leeft moeten we alles in het werk stellen om
hem te berechten.' Geschat wordt dat Soeharto tijdens
zijn presidentschap 400 miljoen euro aan publiek geld
naar geheime rekeningen heeft gesluisd.
Maar wat het precies was, zou hij toch niet hebben kunnen zeggen. De stilte mis
schien? Heel dit onherroepelijk overglijden van den doodstillen avond naar
den zóemenden, sjirpend-ontwakenden, levenden nacht?... Een andere wereld,
die voortgaat te bestaan en die grotoer is, dan alle menschenwerk bij elkaar...
Nee, dat kan hij niet bevatten. Dan nog niet tenminste. Pas later, wanneer hij
na zijn lange Europese verlof terug is in Indië, daagt het inzicht, langzaam, heel
langzaam, en met moeite verkregen. Hij moet bijna alles verliezen van wat
hij met geld en levensenergie heeft willen verwerven. Als zijn laatste illusie
wegvalt en het uur van de dood voor hem komt, is het duidelijk:
En toen zag hij in dit licht zichzelf: een mensch, die sterft en stervend vrij wordt
van alle leelijkheid en slechtheid en pijn en van alle menschzijn. Er was ergens
een troost, die op hem neerdaalde, over hem heen stulpte...
Zo eindigt dat leven. Klein. Als een kind.Terug bij
het begin.
Madeion Székely-Lulofs: Die andere wereld.
Eerste druk: 1934.
Citaten afkomstig uit vijfde druk, 1940.