Bali Indisch gedicht INDISCH GEDICHT SAMENGESTELD DOOR BERT PAASMAN EN PETER VAN ZONNEVELD Bali De dichter Tijs Volker (1892-1979) staat bekend als kenner van de kunst van het Verre Oosten en als planter in Deli. Hij heeft slechts twee dichtbundels op zijn naam staan; de sonnetten 'Bali' komen uit Het land aan d'overzij. Indische gedichten (1942). Ze zijn ongetwijfeld ver voor 1942 geschreven, na een bezoek aan het magische eiland der goden. Voor de dichter is Bali bij uitstek het eiland van de dans: de bladeren in de bomen, de wolken aan de hemel, de rijstaren op de sawah, licht en schaduw, bloemengeuren, gamelanklanken, vrouwen en kinderen, krijgers, zelfs de sterren aan het firmament dansen. De dansende kinderen dansen hiëratisch, dat wil zeggen ritu eel, dans en religie zijn met elkaar verbonden. In de dorpen dansen schoone vrouwen, kinderen dansen hiëratisch en in trance; licht en schaduw liefkoost dansend de gebouwen en de krijgers dansen met hun lange lansen. In de tempels dansen bloemenwolken en de dans der gamelan drijft door de nacht; 't gansche leven laat zich in den dans vertolken: statig danst het sterrenheir in majestueuze pracht. Tusschen bosch en bergwand stroomen de rivieren, waarin schoone vrouwen spelend baden; lichamen met goddelijk instinct geladen, snel en lenig als des oerwouds dieren. Onder 't blauw des hemels, in de groene velden, staan de tempels, de ommuurde huizen; waar der goden stemmen in de bamboe suizen, die elkaar van op- en nedergang vertelden. Onder 't sterrenlicht, bij schaduwrijke vuren, speelt de gamelan haar overoude wijzen; waar de danseressen statiglijk verrijzen, die tot eeuwigheid vertooveren de donkere uren. In den palmtop dansen gladde blaren en de trage wolken doen van godendansen droomen; op de rijke sawah dansen gouden aren en hoe fluisterdanst het loover der waringinboomen.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2006 | | pagina 25