suikerspecialist,
en patjol het land bewerken
In plaats van te werken als
moest Tan met schop
Tan was de grens van vernederingen bereikt. Hem restte slechts één
uitweg: naarChina.
Ruim tweehonderd duizend Chinezen verlieten Indonesië. Ongeveer de
helft had China als bestemming. Een organisatie benaderdeTan met
mooie beloftes over het 'moederland'. Zo zou China vakkundigen heel
hard nodig hebben.'In China zouden we meer dan welkom zijn', vertelt hij.
Binnen een maand zaten hij en zijn vrouw op de boot naar China met
honderden anderen op zoek naar een beter leven in het moederland.
'Het was één grote teleurstelling. We kregen voedselcoupons in han
den gedrukt om vervolgens vier uur in de rij te staan voor een stukje
sponsor krijgen
in Hong Kong.
Hij zorgde voor de
juiste papieren', legt
Tan uit.
In Hong Kong begon het
gezin weer vanaf de laagste
trede. Opnieuw moest een nieuwe
taal geleerd worden. 'Tot op heden heb ik mij het Kantonees, de taal
van Hong Kong, niet eigen kunnen maken', vertelt hij.
Ook het zoeken van werk verliep moeizaam. Uiteindelijk
kon zijn echtgenote aan de slag in een fabriek.Tan kon
een baan krijgen in de bouw.'Spijt heb ik nooit gehad,
wel vind ik het vervelend dat het zo heeft moeten lopen.'
Naar het vasteland van China wil hij niet meer terug.
'Wel ben ik blij dat het nu beter gaat met het vasteland.
Nu Hong Kong van China is, zie ik voor mijn kinderen en
kleinkinderen een betere toekomst weggelegd.'
tahu', vertelt Tan. De politieke betrekkingen tussen Rusland en China
waren gedaald tot het nulpunt. Ontwikkelingshulp werd stopgezet,
leningen moesten worden terugbetaald. Dit maakte het leven in China
extra moeilijk. In plaats van te werken als suikerspecialist, moest Tan
met de schop en patjol (schoffel) het land bewerken. Voor inburgering
was de nationale taal, het Mandarijn, een verplicht onderdeel.'Ik sprak
niet eens een lokaal dialect, laat staan Mandarijn', vertelt Tan.
Dicht bij huis
De komst van duizenden TKW's (Tenaga Kerja Wanita),
Indonesische huishoudkrachten, zeven jaar geleden, heeft
voor een grote boom van Indonesische toko's in Hong
Kong gezorgd.'Ik heb hier alles. Van jonge kokosnoot tot overheer
lijke nasi rawon, gemaakt van verse ingrediënten. Ik kan hier zelfs
keroncongmuziek krijgen', vertelt Tan terwijl hij geniet van een stuk
speculaas en kopi tubruk. Yeun Long telt tientallen Indonesische toko's,
die vooral op de zondagen - de vrije dag van TKW's - goede zaken doen.
'Sommige delen van de stad veranderen in één groot feest, net als in de
desa in Indonesië. Vooral op zondag is Indonesië dicht bij huis', vertelt
hij met een glimlach.
Geen spijt
Na de dood van China's leider Mao Zedong in 1976, ging de grens naar
het buitenland geleidelijk open. Dit was voor het gezin, dat inmiddels
zestien jaar in China woonde, de mogelijkheid om het land te verla
ten. Een geldige reden in die tijd was familiebezoek.'Je moest wel een
goede reden verzinnen. Zo hadden wij bedacht dat mijn schoonvader
in Indonesië ernstig ziek zou zijn. Het was tijd voor hem om de erfenis
te verdelen', vertelt hij.
In 1980 kon het gezin eindelijk vertrekken. De reis zou via Hong Kong,
destijds een Britse kolonie, gaan. Het vliegtuig naar Indonesië heeft
het gezin echter nooit gepakt.'Via familie in Indonesië konden we een
Tan is slechts een keer terug geweest naar Indonesië.'Het was een
bijzondere, emotionele ervaring. Ik heb daar nog familie wonen die
ik heel lang niet had gezien. Maar Surabaya is zo veranderd dat ik
daar nauwelijks nog binding mee heb.' En Nederland dan? 'Ik heb een
Chinees-Indische opvoeding gehad, dat is toch iets anders dan een
Nederlandse.' Over Nederland weet Tan dan ook niet zoveel, behalve
de taal en lekkernijen als speculaas, kaas en erwtensoep.'Klopt het dat
Nederland voor een deel beneden de zeespiegel ligt?'vraagt Tan terwijl
hij smult van zijn laatste stukje speculaas.
De naam Tan is gefingeerd
22 moesson