neven Van brieven de lezer VERSJE Een tante van mij is 8 oktober negentig jaar geworden. Ze vertelt dit versje vaak en zou het graag aangevuld willen hebben. Het begint als volgt: Ik lopen, wandelen op een keer, De Bodjongweg al heen en weer, Ik lopen daar, ik lopen hier, Ik lopen sewaar, sewier Mijn stok, ik laat vol pret, Sleep achter mij, sleret, sleret... Is er iemand die dit vers kan afmaken? Jenny van Alphen, Schoorl, tel: 072 - 50 90 093 of jennyvanalphen@hotmail.com KANJER Wat een kanjer van een vrouw! Ik heb genoten van het interview met Mei Li. Ik hoop dat ze het 'maakt' en op de ladder van 38 naar 1 stijgt! Haar uitspraak:'koppeling tussen geld en datje daar wat voor moet doen is voor mij vanzelfspre kend', zou voor veel jongeren een begin kunnen worden voor hun toekomst. Mijn complimenten voor Moesson dat jullie haar gevonden hebben, maar ook voor Mei Li zelf. Ik zou bijna zeggen een groet van een fan van haar... Maudy Angenent-van Raemdonck (via e-mail) TANTE CAMILLE Naar aanleiding van de brief over de 'reet' van Wilhelmina kan ik nog het volgende vertellen. Mijn vader werkte ook bij Jacoberg (in Semarang) en ik heb tante Camille (Francaise) goed gekend. Alleen was ze toen getrouwd met Karei Bol (ook een Jacoberger). Beiden staan op een foto uit 1936 in een door mij ingezonden verhaal in Moesson van januari 1998. Wat is de wereld toch klein! Theo Rubaij Bouman (via e-mail) IRRITATIE Ik werd enigszins geïrriteerd, geërgerd en geprikkeld door een brief die ik las in Moesson van oktober 2006, van ene Harold Charles uit Maastricht, als reactie op'Poirrié's perikelen'. Hierin schrijft deze Harold het volgende: 'Het "Indische" in de benaming van Indische Ne derlander is in feite een ontkenning datje uit Indonesië afkomstig bent en heeft in zekere zin dezelfde betekenis als het "Indisch" van toen vroeger, namelijk dat je als Indo-Europeaan niet inlands was en nu in Nederland niet Indonesisch en dus m.i. niet Indonesisch-vriendelijk.' What the heil heeft dit eigenlijk te maken met het Indisch gevoel, al ben je hier in Neder land volledig geassimileerd en geïntegreerd. [,..]Men sprak toch in die tijd over de Verenigde Oost-Indische Compagnie en dus ook niet over Verenigde Indonesisch Compagnie? Volgens mij haalt deze briefschrijver 2 dingen door elkaar en vergelijkt hij appels met peren: het 'Indisch gevoel'en de nationaliteit. Verder schrijft hij:'Wij waren in Indië in de Ne derlandse volksmond Indo-Europeaan en geen Indische Europeaan. Logischerwijs zouden wij in Nederland eigenlijk Indo-Nederlander moeten heten. Het is toch geen schande om te zeggen dat je land van herkomst Indonesië is en je dus Indonesisch bent en niet Indisch. Indonesisch heeft hier niets te maken met je nationaliteit of identiteit, maar waar je vandaan komt.' [,..]ln Nederland zeggen ze als je in Friesland geboren bent, dan ben je Fries o.i.d. Zeg in gods naam niet tegen een Fries dat hij Hollander of een Limburger is en je wordt net als Bonifacius in Dokkum vermoord. Nog een andere opmerkelijke detail in onze Oranje-geschiedenis is dat de vader en grootvader van onze kroonprins, Duitsers van geboorte waren, maar hij daarom nog geen Duit ser is. Tenslotte eindigt deze briefschrijver zijn ingezonden brief met: 'Wordt het niet hoog tijd te accepteren dat Indië voltooid verleden tijd is?' Alsof wij doesoen (dom/ onwetend) zijn en niet weten wat er zich heeft afgespeeld. Vooral wat betreft de mentaliteit van de Nederlandse rege ring t.o.v. hun eens zo 'geliefde en rijke' kolonie en hun onderdanen. Of was het meereen schuld gevoel of spijtbetuiging van de briefschrijver zelf, dat hij dat warm Indisch gevoel niet meer heeft? Ik ben verheugd dat er nog veel Indische Nederlanders, ook al zijn ze hier in Nederland volledig geassimileerd en geïntegreerd, gelukkig een heel andere mening hebben over'het Indië' dan deze briefschrijver, zodat zij toch enigszins het warme Indisch gevoel kunnen koesteren en overbrengen. In welke vorm dan ook. Ronald Schumacher (via e-mail) JIN Graag wil ik melden dat de contactgegevens van de Vereniging Japans Indische Nakomelingen in middels zijn veranderd. Voor informatie kunnen lezers terecht op telefoonnummer 020 - 632 56 60, of via www.JIN-info.nl Hideko Gieske (voorzitter JIN), Erentreich MOCHT NIET In verband met de kwestie rond de slag om Soerabaja kan ik nog het volgende vertellen. Wij - ex-POW's afkomstig uit de Japanse krijgs gevangenkampen - volgden in onze opvang sedert de eerste tien dagen van september 1945 in Manilla met veel belangstelling het fïlmnieuws over Indië en in het bijzonder over de wantoestanden in Soerabaja. In oktober '45 werden onder leiding van luitenant-kolo nel Drost ongeveer 2.000 van de meest 'fitte' ex-krijgsgevangenen bij elkaar getrommeld in twee bataljons. Allen waren wild enthousiast en vechtlustig! Verscheept werden wij met het En gelse vliegdekschip HMS Implaccable en enkele dagen later werden wij gedropt in Balikpapan! Verder ging de reis niet want wij mochten van de Engelsen niet naar Java en/of Soerabaja. In Balikpapan konden wij ons voorzien van de meest elementaire bewapening en munitie, die overal in de heuvels om Balikpapan door de Engelsen waren achtergelaten (in onbewaakte tenten). Over zeetransport konden of mochten wij niet beschikken. Er bleef niets anders over dan ons te verspreiden over Borneo en Celebes. Ikzelf ben met een eerste groep van circa 80 man (incomplete compagnie) naar West-Borneo gestuurd. Hadden de Engelsen ons niet tegenge houden dan had het gebeuren in Soerabaja een andere, waarschijnlijk betere, loop genomen. Overigens, Borneo en Celebes waren nog geen drie maanden later veilig en rustig gebied. Ortwin Louwerens, La Nucia (A), Spanje, ortwinl@gmail.com 38

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2006 | | pagina 38