Peter Bouman:Beleidsmakers hebben ons nooit
geraadpleegd voor de problematiek rond de
multiculturele samenleving. Dat vind ik een gemiste kans.'
DOOR TJAAL AECKERLIN EN RICK SCHOONENBERG
Vanaf zijn balkon kijk je uit op een idyl
lisch stukje Amsterdam. Een driesprong aan
grachten vlakbij de Westertoren. We blikken
terug en vooruit met peter Bouman die 53
jaar geleden voor het eerst het licht zag in
het Twentse losser. Weliswaar afgestudeerd
landschapsarchitect voelde hij zich uitein
delijk toch meer tot zijn recht komen bij de
Indische welzijnsorganisatie pelita.
Donkere dagen
peters ouders kwamen een jaar na de soe
vereiniteitsoverdracht naar Nederland. Zijn
vader was een begenadigd vliegtuigmonteur
die al snel na aankomst aan de slag kon bij
Vliegbasis Twente. De onlangs buiten wer
king gestelde basis werd net het straaljager
tijdperk ingetrokken met vliegtuigen als de
Gloster Meteor en de Hawker Hunter.
Nederland stond in die jaren in het teken van
de wederopbouw en de Koude Oorlog. Men
volgde, via de radio of de krant, nauwgezet de
berichten over de heksenjacht op (vermeen
de) communisten in Amerika, over de Korea-
oorlog en het afsluiten van alle straten die
Oost- en West-Berlijn met elkaar verbonden.
peter herinnert zich dat zijn vader vaak
voor langere tijd afwezig was. 'Hij moest op
oefening of op cursus in Duitsland of vlieg
basis Soesterberg. Mijn moeder vond dat
vervelende momenten. Ze had de bersiap
meegemaakt en voelde zich niet altijd zeker,
zo zonder man in huis. Ze controleerde elke
avond uitgebreid alle sloten op de deuren en
zelfs voor vaste gezichten als de lompen- en
kolenboer moesten we ons tijdelijk onzicht
baar maken.
Een leuke bijkomstigheid was wel dat wij,
als kinderen, ons voor het slapen gaan rond
haar bed nestelden, van waaruit ze ons
verhalen vertelde.'
Anders zijn
Nederland moest nog wennen aan de komst
van repatrianten uit het voormalig Neder-
lands-Indië en de jonge staat Indonesië. Het
kwam, aldus peter, voor dat sommige Indische
families in het dorp de gordijnen moesten
sluiten, omdat Twentenaren uit nieuwsgierig
heid, ongegeneerd door de ramen gluurden.
Er bestond bij de Indische gezinnen een voort
durende alertheid dat ze in de gaten werden
gehouden. 'Er was zeker al een bewustzijn als
kind dat ik anders was. Ik begreep al vroeg
dat we er als Indo's niet helemaal bij hoorden.
Toch lukte het me op de één of andere manier
er steeds weer een positieve wending aan te
geven, het in een soort van eigenzinnigheid
om te zetten, die anderen aansprak. Zo herin
ner ik me dat een juf me altijd wat voortrok. Ze
gaf me op een dag een zelfgemaakte wigwam
van papier. Omdat ik op een indiaan lijk, dacht
ik. En ik mocht de bel luiden als we het speel
kwartier ingingen.
Verder begon ik te ontdekken dat elk Indo
kind wel ergens in uitblonk. We waren bedre
ven in vechten, in gymnastiek, het imiteren
van de Everly Brothers of behoorden tot de
besten van de klas.'
Met het laatste weet peter zich te profileren.
'Mijn bescherming bestond uit het feit dat
ik goed kon leren. Dat was in mijn buurtje
ook wel bekend. Men kon mij daarom niet
echt raken.'
Toch heeft peter gemerkt dat de Indische
jeugd elkaar ook beoordeelde. Niet alleen
uiterlijke kenmerken waren van belang, maar
ook de verbondenheid met het moederland.
Zo vond hijzelf een klasgenoot meer Indisch,
omdat die op de boot van Tandjung priok
naar Rotterdam geboren was.
Verder associeerde peter in zijn kindertijd
het Indisch-zijn met het militair-zijn. Alle
Indische mannen bij hem in de straat, zeker
tien gezinshoofden, waren verbonden aan
Vliegbasis Twente en droegen uniformen. 'Ik
fantaseerde als kleine jongen al hoe we onze
straat moesten verdedigen,' verklaart peter.
Niets willen missen
Zijn middelbare schoolperiode werd geken
merkt door het begin van de jaren zestig.
Nederland kampt met een opstandige jeugd
die voor het eerst bezit neemt van de open
bare ruimte, openlijk het gezag uitdaagt... en
elkaar. In de steden ontstaan groepen met na
men als pleiners, dijkers en nozems. Behalve
in kleding en haardracht verschillen ze ook in
het gebruik van vervoersmiddelen. puchs en
buikschuivers (merken als Royal Nord, Eysink,
Kreidler en Zündapp) doen hun intrede. Een
aantal jaren later ontstaat er andere stromin
gen: de soulkikkers en de bluestypes. peter
ervaart deze jaren als een gespleten situatie.
'Het ene weekend ging ik naar Enschede en
waande ik me de soulfreak en het andere
weekend bevond ik me in Oldenzaal om de
bluesjongen uit te hangen. Ik wilde alles
meemaken, niets missen. Ik dacht ook veel
na over tegenstanders en medestanders en
over aanvallen en verdedigen. Ik bereidde me
onbewust voor op een ultieme confrontatie
met iets of iemand. Jongerengroepen botsten
in die tijd met elkaar. Zo maakte ik deel uit
van een Indo-clan die bij sommige gelegen
heden bewust op een treffen uit waren. De
jongste of kleinste lokte uit, waarna de rest
van de groep een reden had om in te grijpen.
Alleen voor Molukkers bezaten we een groot
respect. Met hun spijkerbroeken, bretels en
zonnebrillen zagen ze er beter uit en hun
onderlinge verbondenheid was sterker. Tij
dens een paaskermis is het flink uit de hand
gelopen. Het moment van bezinning.'
Meisjes en actie voeren
Na de middelbare school volgde peter de
opleiding Landschapsarchitectuur in Wage-
ningen. Met zijn vrouwelijke medestudenten
kon hij het goed vinden. 'Die verbondenheid
kwam niet alleen omdat ik als Indische jongen
geliefd was, maar ook omdat ik naar delen van
mezelf zocht. Ik kon in de omgang met mede
studenten met vernieuwende invalshoeken
komen of met een onverwachte grap de span
ning breken, maar doorgaans bleef ik op de
vlakte of misschien werd die rol mij door ande
ren ook wel opgelegd. Veel vrouwen in die tijd
waren bezig met een emancipatorisch proces.
Ze wilden een gelijke inbreng, behandeling en
rechten. Dat gaf mij een hoop herkenning.'
De studie leverde peter de nodige voldoening
op. Maar het creëren en ontwerpen moest
december 2007