HET TEKEN VAN DE VLEERMUIS OP
TROPISCHE TAFELVRUCHTEN
door Prof- Dr. L. v. d. Pijl
Een bezoek aan tropische vruchtenstalletjes levert een indruk op, die volmaakt verschilt van een
visite aan welk vruchtenstalletje ook in gematigde streken. In plaats van kleurige vruchten, als bes
sen en kersen, die in de natuur door vogels worden verspreid, ziet men in de tropen meer groene
en bruine vruchten, die in de natuur door vleermuizen worden verspreid.
PROF. DR. L. v. d. PIJL.
Voor velen onzer is prof. dr. L. v. d. Pijl een onbekende. Maar in de wereld van de
tropische natuurstudie is hij een grote bekendheid, en op het gebied van de Indische natuur
is hij zonder meer de „primus inter pares". De wereld zal nog veel van hem horen. N
is prof. v. d. Pijl geen droge kamergeleerde en hij laat geen kans voorbijgaan om te ver
tellen van de wonderen en de leringen van de natuur. Dat kan hij op zeer vlotte, be
grijpelijke, boeiende en vaak ook humoristische wijze doen, (wat maar hel weinig ge
leerden kunnen). Wie dat leuke-leefzame boekje van hem kent, „Met open °9en door de
stad" over de natuur in de stad Bandoeng, weet ervan mee te praten. Van hem leren we
ook dat we onze eigen natuur eigenlijk bitter slecht kennen. En hoe jammer is dat. Prof.
vd. Pm kennis van de geneeskracht van veel planten heeft in elk geval velen onzer
zo niet het leven gered, dan toch zeker veler lijden verlicht. In krijgsgevangenschap legde
hii in elk kamp waar hij kwam, een kruidentuin aan, die bij het grote gebrek aan genees
middelen altijd nuttige diensten bewees. Waar niet ieder even dankbaar voor was, want
nauwelijks kwam de vrede of men haastte zich de kruiden te vergeten en de patentmid
deltjes te kopenwaarbij men prof. v. d. Piji's obat in andere vorm tot zich nam.
Typisch voorbeeld het kamp-middeltje tegen asthma: de nanangkaan of gendong anak,
klein plantje met vruchtjes vlak tegen het stammetje aan (vandaar de namen), die by
het afplukken een wit melksap afscheiden. Latijnse naam: Euphorbia pilulifera. Het
middeltje hielp goed, maar toen de eerste Rode Kruis-paketten weer kwamen, zeiden de
asthma-patiënten: „Weg met die ouwe obatjes, deze asthma-middeltjes uit het pakket zijn
nas ie ware!" Prof. v. d. Pijl las het etiketje op de asthmaflesjes eens goed na. En wat
stond erop? Euphorbia Pilufera! Ook de Europese chemici hadden die gekke plantjes ont
dekt en er praeparaten uit getrokken! Het is te hopen dat prof. v. d. Piji's onvermoeide
onderzoekingen van de Indische plantenwereld (nu nog steeds!) nog veel aan het licht
zullen brengen. En dat Indische Nederlanders niet meer zo gemakkelijk de neus ophalen
voor hun eigen natuur en derzelver voortbrengselen. Zijn er misschien lezers die zelf
ook curieuze dingen ontdekt hebben en ze (via ons bladaan prof. v. d. Pijl meedelen.
Niet de algemeen bekende als koemis koetjing natuurlijk! Vooral boslopers, jagers, pio
niers zullen zich wel allerlei merkwaardige en „magische" dingen herinneren, die mis
schien een heel practische opheldering kunnen krijgen. Prof v. d. Pijl vraagt b.v.: wie
heeft ooit wat gehoord of meegemaakt van: de orang pendek, de hndoeng, de lemboe aer,
etc., etc. Ajo, kenners van de natuur en bovennatuulijke natuurschrijf wat U weet.
Vruchten als mangga, sawoh, djamboe kloetoek,
zuurzak, kedondong, pisang, doekoe, gandaria,
langsep, kesemek, blimbing, advocaat, namnam,
kunnen als voorbeeld genoemd worden. Kleuren
foto's van vruchten uit de „kleurige tropen" ge
ven meestal een verkeerde indruk, omdat nogal
nadrukkelijk door vogels verspreide vruchten als
lombok en djamboe aer op de voorgrond gesteld
worden, alsmede vruchten zoals de djeroek (die
niet uit de tropen stamt), de tomaat en een „twij
felgeval" als de ramboetan.
Deze vruchten hebben niet de frisse reuk van aard
beien, appels, pruimen, meloenen en andere vruch
ten, die a.h.w. voor de mens geschapen zijn, maar
ruiken (met uitzondering van de ananas) vaag of
positief onfris. Heel typisch is dit in de half-wilde
batjan.
Ha, hier is het.. Teken van de Vleermuis!
Nu is de conditie van veel tropische vruchten
tamelijk primitief, zij zijn eigenlijk maar heel wei
nig „veredeld", vergeleken bij hun volkomen wilde
„voorouders in de oetan dit in contrast met
de Europese eetbare vruchten, die hun voorouders
in omvang en smaak ver zijn voorbijgestreefd.
Nochtans zijn tropische vruchten opvallend groot.
De tropische mens kan zijn vruchtenmaaltijd (b.v.
de roedjak) geheel baseren op de grotere „vleer
muis-vruchten' die reeds in de natuur aanwezig
zijn in hun serveerbare vorm.
Europeanen die voor het eerst in de tropen zijn,
moeten de smaakjes en voorkeurtjes waar ze aan
gewend waren, laten varen en de smaak leren
volgen van de vleermuis. Dit valt overigens zeer
mee met de mangga en de pisang, die in de gecul
tiveerde vorm niet zo sterk ruiken als de primitieve
vruchten. Zelfs in vruchten als de djamboe batoe,
sawoh, zuurzak en kesemek moet in den beginne
een weerstand overwonnen worden, om maar niet
te spreken van de doerian. De nieuweling in de
tropen leert eerst de manggistan te accepteren en
komt dan successievelijk ook wel aan de doerian,
de mengkoedoe en de half-wilde manggasooiten
toe.
De vleermuis, die zo n belangrijke rol speelt in het
leven dezer vruchten, mag misschien zelfs wel de
oplossing genoemd worden van het raadsel van
de goena-goena en ander Oosterse mysteriën. De
verklaring van het geheimzinnige sirihspuwen im
mers kan eenvoudig gevonden worden in de com
binatie van open raam, tjodots aan de dakgoot en
een roodvruchtige ficus in de buurt.
Het niet minder beruchte stenen werpen, wanneer
geen directe dader aangewezen kan worden, kan
dikwijls op dezelfde manier worden opgehelderd,
wanneer de „stenen" b.v. pitten van de kedondong
blijken te zijn. Vooral als de „stenen" recht uit de
lucht komen vallen zonder dat het dak beschadigd
is, wordt het tijd in de hanebalken te speuren
naar tjodots.
Tjodots hebben altijd een grote rol gespeeld voor
de mens, daar zij een pest zijn gebleken voor
vruchtentuinen. De door deze dieren aangerichte
schade is onberekenbaar groot. Nauwkeuriger ken
nis van de tjodots is ook daarom zo belangrijk,
sinds we weten dat zij dragers kunnen zijn van
ziektekiemen. Directe besmetting komt in Amerika
regelmatig voor Wanneer mensen worden gebeten
door tjodots. Het lijkt in elk geval de moeite
waard te onderzoeken in hoeverre ziekten kunnen
worden overgebracht door vruchten, aangezien
vaak op de vruchtenpasars vruchten te zien zijn
met een paar eerste knaaggroefjes van tjodot-
tanden.
Noot van de redactie: deze studie is typisch ge-
schreven voor een Europees publiek dat weinig
^fweet van Indische vruchten. Zoals de lezer ziet.
moeten de voor ons normaalste zaken nog worden
uitgelegd en wetenschappelijk bewezen. Zo is.het
met de som van ons hele leven t o.v. de publieke
opinie in Nederland. Veel is volslagen onbekend
en moet geduldig, scherpzinnig en met kennis van
zaken worden verklaard. Zodoende leren wij ons
eigen oude leven beter kennen. De waarde van
Tong-Tong, als het straks eenmaal volgroeid is,
zal enorm groot kunnen zijn omdat dit blad de
Indische groep begrijpelijk en beter aanvaardbaar
maakt. En bovendien: Nederland zal met de opge
stoken kennis wèl varen.
De explanatie van prof. v. d. Pijl klinkt logisch
en overtuigend, maar we geloven toch niet dat
alle boze geesten hiermee zo maar teruggebracht
zijn tot doodgewone tjodots, ook al stellen we hier
uitdrukkelijk vast dat wij NIET bijgelovig zijn.
IK EN BENTIET.
Op een dag ik ontmoet Si Bentiet bij de sluis van
Manggarai zoeken wat maar. Soms ister geld, soms
ister niet, Centen. Soms ister watmaar.
Ik zeg: „Ait 'ntiet!"
Hij zeg: „Ait!"
Ik zeg: „Jij doet wat."
Hij zeg: „Zoeken helt."
Ik zeg: „Je fin al."
Hij zeg: „Al."
Ik zeg: „Jo! Trakteren!"
Hij zeg: „Ken niet. Kèpèng dese. Van Sinese tijd."
Ik zeg: „Waaaah."
Hij zeg: „Ie-ja. Maar, als trakteren, ken Wel".
Ik zeg: ,,Lo!"
Hij zeg: „Isterfees bij ons huis. Mijn Tjang jarig.
Lekker frietjo feel. Kom feel luitjes.
Ik zeg: „Wie."
Hij zeg: „Si Didong hij kom.
Ik zeg: „Boleh!"
Hij zeg: „Sus-nja, Si Totok, sij kom.
Ik zeg: „Masa hoe kèn dese ja?"
Hij zeg: „Wat si?"
Ik zeg „Als Didong folbloet, ja of niet. Na.
Als Totok folbloet, ja of niet! Ondertussen
Indo allebei!'
Hij zeg: „Ie-ja. Maar als Indo, alles kèn.
Ik zeg: „Ie-ja. Fuif-nja kapan".
„There are more things in heaven and on earth,
Horatio, than ijou dreamt of in your philosophy......
Ik herinner me eens een artikel van een Ameri
kaanse professor gelezen te hebben over de psycho
logische oorzaak van amok, waarbij gewezen werd
op het opmerkelijke feit dat de amokmaker na het
volbrengen van zijn daad de houding aanneemt
van een ongeboren kind (terugkeer tot het niets,
de volkomen afsluiting, enz.). Ik schreef de ge
leerde dat elke Oosterling bij voorkeur djongkokt
met de armen om de benen en het hoofd op de
knieën, als hij erg moe of gewoon lui is, een heel
normaal straatgezicht in de Oost, zodat dan elke
normale actieve levensvorm een soort amok zou
moeten zijn, maar ik ontving nooit antwoord op
deze brief.
Tjodot en boze geest, waar is de grens? Tussen
twee haakjes: is een tjodot yen soort kalong
(vruchten-eter) of kampret (insecteneter)? Of is
tjodot een dialectische naam voor kampret? Wie
heeft van deze merkwaardige „vampier" extra no
titie genomen, destijds in Indië?
,T. R.
Hij zeg: „1 April".
Ik zeg: „Al één nul foor jou!"
Hij zeg: „Waarom."
Ik zeg: „Al die ferlak ikke. 1 April.
Hij zeg: „Eééé niet. Masa kenniet geboren 1
April! Mijn Tjang kén."
Ik zeg: „Ah, flauwe kul, jou Tjang.
En toen hij sreew: „Je heloof niet! En ik sreew
truh: „Ik heloof niet!" En toen kloppen. En toen
sluis-nja hij haat open. Tot groendoeng de water
net als waterval. En toen wij kijk.. En toen swem-
men. Tot moe. En toen al.
TJALIE ROBINSON.
HET VERSCHIL.
Hier stoppen ze een mooie papieren zak zó gauw
vol vruchten, dat je niet kan nagaan wat je eigen
lijk allemaal krijgt. Vaak is „pilih" niet toegestaan.
Vruchten „op een koopje" bestaan hier niet; daar
krijg je op de markt altijd „een koopje aan. En
dan Indië: boleh pilih, nja! De mangga wordt even
opengesneden, je mag een ramboetan proeven en
je mag tawar en sorteren en knijpen tot je er moe
van raakt. En als je wegging, klonk het nog: „Te-
rima kasih banjak, nja!"