VAN NELLE De ondergang van de Mario Maru Soedi mampir in Restaurant „Modjopait" Regentesselaan 158 Telef. 33.70.88 v sS door W. F. Wanvooy In ons vorig nummer beschrijft Wanrooy het vertrek van het krijgsgevangenkamp, de embarkatie en de eerste dagen van twijfel op het schip: waar gaan we naar toe? Dan de zekerheid: we blijven tóch wel in Indië want we varen west van Sumatra. Als de stemming aan boord (ondanks de ellen dige omstandigheden) weer vrolijk en opgeruimd is, gaat er tegen het vallen van de avond plotse ling een schok door het schip Mijn blik was juist gericht in de voorrichting ik zag een paar stukken hout en een mensenlichaam hoog boven de commandobrug, de lucht invliegen. Even was het stiltoen klonk geschreeuw geroep stemmen Ik zag verschillende van ons over de railing in zee springen iedereen liep en rende door elkaarvanuit de ruimen klonken kreten. Toen volgde een tweede schoken wist ik zeker, dat we getorpedeerd waren. Steeds meer mensen sprongen over boordSommigen geheel gekleed met schoenen en al Sommigen hadden alleen hun schoenen uitgetrokken. Enkele van ons waren naar de stapel vlotten gerend, die langs de railing lagen. Zo snel mogelijk werden deze in zee gegooid een paar kwamen terecht op de hoofden van hen, die in zee waren gesprongen, juist waar de vlotten vielen. Niemand realiseerde het zich niemand lette er op de vlotten en alles wat drijven kon moest in zee, want vele drenkelingen konden niet zwemmen. Vanuit de ruimen klonk een vreselijk gehuil kreten gevloekgesteun. IJzeren balken en de ruimluiken waren door de schok, midden tus sen onze mensen in de ruimen gestort. Er waren slechts een paar smalle ijzeren ladders om naar boven te klimmen. Men vertrapte elkaar. men trok aan elkaar iedereen wilde het eigen vege lijf redden. Langzaam zonk het schip dieper, het achterschip vlugger dan het voorschipnog steeds kwamen er mensen uit de ruimen bebloed met ge scheurde kleren strompelden naar de railing en lieten zich in zee vallen. Na mijn zware bovenkleding en mijn schoenen te hebben uitgetrokken, sprong ik ook in zee. Zo vlug mogelijk zwom ik weg van het schip, om niet in de diepte meegesleurd te worden. Op een paar honderd meter van het schip gekomen, kon ik niet nalaten mij om te draaien en al watertrappende het ontzettende drama verderop waar te nemen. Het achterschip was reeds voor een groot gedeelte weggezonken het voorschip stak nog hoog in de luchtop het voordek krioelde het van de remoessha's overal hingen zij als mieren vielen er soms bosjes in zee langzaam zonk ook het voorschip weg alles met zich meenemend totdat alleen nog grote luchtbellen en schuim de plaats aanwezen, waar het drama zich had vol trokken. Overal zwommen en dreven mensen levende en dode overal wrakhout. kisten - dozen... balen. Na enkele minuten verder gezwommen te hebben vond ik een houten luik, waar ongeveer 10 a 11 mensen aan hingen te drijven. Langzaam werd het geheel donker en flonkerde boven ons een heldere sterrenhemel. De zee had op vele plaatsen een groen-gele gloed door de fosforise- rende zeediertjes vooral op die plaatsen waar de mensen in beweging waren. Het was doodstil op het watereen lugubere stilte af en toe verbroken door de roep of een schreeuw van een van onze mensen. Door de golven kwam er wel eens een slok zeewater in de mondde lippen en tong werden droog en hard water was er genoeg alleen zoet water ontbrak. Zo verliep langzaamtergend lang zaam de nacht. Van slapen kwam niet veel velen konden de strijd niet aanvielen in slaap verdronken of lieten zich bewust on der water zinken de strijd tegen de dood ver liezend. Toen het daglicht flauw begon door te dringen, zag ik dat de golven en zeestromingen de hele groep van drenkelingen uit elkaar hadden doen drijven. Van heel dichtbij me, tot in de verte dre ven kleine groepjes enkelingen verdronken drenkelingen, het hoofd voorover in het water de armen uitgespreid. Heel verweg lag één van de Japanse oorlogschepen ten anker. Enige uren lang heb ik moeten zwem men om dit schip te bereiken. Ik was de laatste die aan boord werd gehesen. Nog twee dagen is dit oorlogsschip teruggekeerd om mensen op te pikken. Op de derde dag hadden alleen de sterken het nog kunnen uithouden zij leefden nog de Japanners hebben hen laten drijven. Het bleek, dat slechts ongeveer 500 van ons het er levend hadden afgebracht en dat er meer dan 3000 remousba's waren verdronken. Wat er op de dag van mijn redding gebeurde en daarna is een verhaal op zichzelf. W. F. WANROOY. Auteursrechten voorbehouden. (thans onder nieuw en perfect beheer) Indische en Chinese tafel Verzorgt uitzending vanaf f 2.50 Specialiteiten: brongkos en goclai kambing (op bestelling) Noteer het adres: (bereikbaar met lijn 2, 5 en 121 HET FONDS GROEIT! Tot 4 juni 1958 werden voor het Tjalie Robinsoi Fonds de volgende giften ontvangen: 1. A. d. G.-T. f5,-, 2. M F. v. R. f2,50, 3. H d. W.-R. f5,—, 4. W. K, v. H.-E f 10,-, 5. A M. S. flO,-, 6. C. W. f5,—, 7. M. W. f5— 8. M S. f2,50, 9. L. K. S. f2,50, 10, L. Ch. G fl,-, 11. L. H. f 10, 12. H. V.-M B. f5— 13. J. F. W. S. 125,-, 14. H. J. B. f3,—, 15. L F. O. 110.-, 16. S. G. B. f 10, 17. C. h. l.F. S. f5,-, 18. W. E. f4,-, 19 1. J. f6,-, 20. F W K. B. f 1,-, 21. J. J. F.-V. f 3.-. 22. J. E. K d. j.-Z. f 5.-, 23. M. D. f 50,—, 24. N. C.-S. f 1— 25. L. B. f5—, 26. J. F. K. f3—, 27. N.N. f4— 28. Hachael f 10—, 29. H. d. W.-R. f 5,30 M. R. B. 13 31 R. S. f2,50, 32. V. H. f2,50 33 F. W. K. B. f 1—, 34. A. C. V.-F, f 5—, 35 Ned Th. V. M. f 10—, 36. W. E. S. f 100—, 37 K. v. H. f 10, 38. G. O. G. f5—, Totaa 1352,50. Voor de nieuwe abonné's: Het Tjalie Robinson Fonds wil gelden bijeenbren gen voor: 1. Het stichten van een bibliotheek waarin oudt boeken over Indië worden bijeengebracht, vele her uitgegeven, het schrijven van nieuwe wordt aan gemoedigd. 2. Het stichten van een Indisch Museum, waarir bijeengebracht worden alle curiosa van het IN DISCHE (niet Indonesische daarvoor is he Instituut voor de Tropen) LEVEN: kleding, meu bilair, schilderijen, wapens, etc, etc. en een foto galerij van de honderden prominente figuren, dit de Indische maatschappij heeft voortgebracht. 3. Het vinden van fondsen waarmee de speciak sttudie van de tropen o.a. het schrijven van proef schriften over Indische onderwerpen) wordt aan gemoedigd. 4. Het onderzoek van levensmogelijkheden in an de re tropische streken van de wereld en het leg gen van contacten met andere mestiezengroeper BraziliëMexico, enz.) op cultureel, sociaal er economisch gebied. 5. Het propageren van nuttige Indische waarder voor de Nederlandse maatschappij. Vergeleken bij dit enorme doel is het tot nog tot bijeengebrachte geld zó weinig dat velen ons mis schien dwaas zullen noemen (Nederlandse en an dere Europese Stichtingen en Fondsen, starter meestal met tonnen en miljoenen), maar wij komen uit het land waar de grootste boom der aarde groeit, de waringin. En wij weten dat ook de grootste waringin opgroeit uit het kleinste, onaan zienlijkste vruchtje. Verder: wij hebben geduld. Verder: wij vormen tenslotte een groep van een kwart miljoen zielen en zeker zullen wij bij een paar miljoen welden kende Nederlanders gehoor en steun krijgen. Wij gaan dus rustig verder. Wij hebben immers onze historie mee. In vijftig jaren hebben wij uit een rimboe een welvarend, rijk en groot Rijk gemaakt. Waarom zoudm wij in de asphalt-jungle" niet hetzelfde kunnen doen? Poekoel teroes! CORRESPONDENTIE. „Vele gerepatrieerden zijn over de veertig jaar en kunnen hier moeilijk aan de slag Zou TONG TONG hen kunnen helpen? Ik heb een vergunning voor gereedschap-slijper. Alle soorten gereedschap kan ik slijpen, van de bankwerker, de metaal draaier, de timmerman, ook zelfs chirurgische in strumenten, messen, scharen, etc. Ook kan ik beelden, groot of klein repareren en restaureren. In een paar jaar tijd heb ik in Soe- rabaja, zowel als hier in Holland, ruim 200 ge broken beelden (ook heel grote) gerestaureerd voor de geestelijkheid en voor particulieren. Beel den, vazen, pullen van gips, porcelein. hout, etc. Zou ik nie': voor lezers van TONG-TONG kun nen wer ken7 Mijn adres is: J. L. Roquas, Burg. Gandand singel 77, Gouda. vV'j on 'crs'icunen de oproep van de heer Roguas gaarne. Never say die. Liever noo:t van de steun leven En is het herstellen van wat gebroken is, ook n et in de neest van het werk van Tong-Tong? Suzces, meneer Roguas! Lezers, neem dit adres ove- in uw notitieboekje. We maken allemaal wel een: wat kapot, maar we weten nu iemand die ons helpt hel' weer goed e maken. Vlo

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1958 | | pagina 8