- 3a JAARGANG, 15 OKTOBER 1958 No. 7 Onafhankelijk Indisch Tijdschrift Adres Red. en Adm. Franklinstr. 1 06 Den Haag - Tel. 637786 - Giro 6685 ONAFHANKELIJK! Wij hoopten NIET RUSTEN voor T.T. in elke kiosk van Nederland staat! Wij hoopten minstens 200 extra bijdra gen a minstens f2,50 gedurende zes maanden te krijgen om Tong-Tong 12 pagina's te geven. Wij hebben de helft niet gehaald, dus geven we maar 10 pagina's, TENZIJ meer lezers helpen douwen. DRINGEND VERZOEK Schrijf voortaan bij ALLE betalingen (briefkaart, giro, postwissel, enz.) „Oud Abonné" als U reeds abonné bent, en „Nieuw Abonné'' als U Uw eerste betaling doet. Dit betekent enorme ver lichting van onze administratie. Dank U. Onder Redactie van TJALIE ROBINSON Met medewerking van ALLE NEDERLANDERS UIT INDIE, die het Ned. volk vertellen willen hoe wij WERKELIJK leefden en die overtuigd zijn van de noodzaak, om met vele van onze waarden het leven hier te verrijken. Verschijnt TWEEMAAL in de maand Prijs per nummer f 0.25, per 2 maanden f 1.—, p kwartaal f 1.50, p. half jaar f3—, p. jaar f6— Uitgave v. d. N V. GAMBIR, Uitgeverij voor Oost en West - Theresiastraat 284 - Den Haag Ja, wij zijn wérkelijk een onafhankelijk blad. Mis schien wel het enige onafhankelijke blad van Ne derland. In de algemene verzuiling staan wij zon der directe of zijdelingste steun van welke poli tieke partij ook of welke religieuze richting ook. Ja, zelfs van welke economische groepering ook. En daarom hebben we het moeilijk. Maar we ko men Goddank van generaties pioniers die het al tijd moeilijk hebben gehad, dus zetten we koppig door en zullen er komen ook. Wij hebben altijd geleefd als kleine Europese Christengroep temidden van miljoenen Moslems in een gebied tientallen malen groter dan Nederland. Voor ons was het Christenschap genoeg. En was het Europeaanschap genoeg. Onderling gekrakeel zou ons bestaan vernietigd hebben. En zouden wij dan nu opeens mee kunnen doen met een burger schap dat ons uiteenhaalt? Wij gaan voort op de oude wijze: 1. Wij dienen God en ons volk, 2. Wij respecteren het gezag. Verder geen gekrakeel, geen twistappels, geen betweterigheid. Kijk, deze le zerskring van TONG-TONG is de eerste Indische groep zonder verschil tussen blank en bruin, zon der vereniging zelfs! Wij leggen elkander gener lei banden aan en tóch zijn wij sterker verbonden dan in welke groepering ook! Omdat wij gedreven worden door GOEDE WIL!! Maar er is nog wat andersToen wij een vriend dit vertelden zei hij: „Geweldig, Tjalie, djem!" (Duim omhoog.) Schouderklopje. Ga zo door! Maar dat doorgaan is juist zo moeilijk. Want daarom ook staan wij „Glanzend isoliert", armoe de, vijanden, onverschilligheid, enz., enz. Geef ons niet alleen schouderklopjes. Help ons dragen, doorzetten, vechten. Onafhankelijkheid is duur! BRIEVEN. Alleen brieven, waarop nadrukkelijk staat aan getekend Tjalie Robinson „privé" worden niet door de administratie geopend. Alle andere brieven gaan automatisch door de handen van de andere redacteuren of de administratie om efficiency en snelheid te vergroten. Wij ontvangen i.d. laatste tijd 20 tot 40 brieven per dag! En óf wij allemaal kunnen schrijven! Ook ALTIJD volledig naam en adres op brief of ingezonden stuk zelf. Op enveloppe alleen is niet voldoende. Plaatsing van werk kan erg lang duren. Maar NIETS gaat de prullemand in. Elk schrijven wordt beantwoord. Wie dus op een schrijven NOOIT antwoord heeft gehad, schrijve ons dit direct. Het is altijd mogelijk dat post in het ongerede raakt. „HIER BEN IK EEN BARBAAR In de „Tristia" van Ovidius staat een versregel, die tot een gevleugelde woord gegroeid is: „Barba- rus hie ego sum, qui non intelligor ulli" „Hier ben ik een barbaar, die door niemand wordt ver staan." Weinig mensen in Holland, die het zó vaak en zó sterk gevoeld hebben als wij, als we dit volk niet duidelijk kunnen maken hoe erg wij die intens blauwe Indische hemel missen, de ster renpracht bij nacht, de wilde geur van alang- alang, het sjirpen van de krekel of het getjèk van de tjitjak de melancholie van verre gamelan in de nacht of de geur van katjapiring, de koele wijdheid van een Soos, het pad in de koffietuinen, de coquette stap van de koentoel, de scherpe kruit- geur bij de ontbranding van de Bayard cal. 12, de primitieve, virile geur van karang-riffen, het frou frou van een sarong of het getinkel van ijsblokjes in een whiskey-soda. Mijn God, wat kan je soms volmaakt verlaten rondlopen in het wérkelijk mooie Holland (want ook Holland kan mooi zijn!) en toch navrant iets missen wat onvervangbaar, ongeëvenaard mooi en onuitsprekelijk is. Dit is geen ondankbaarheid. Dit is geen gebrek aan aanpassing. Dit is een diepe erkentelijkheid voor wat waarachtig mooi was en niemand verstaat je. Hoe barbaars zijn, wij in derdaad! En gelukkig maar zijn we tweemaal in de maan: in TONG-TONG barbaren onder elkaar! GROEI PER SCHOENENDOOS We zijn nog steeds een arm krantje. We hebben nog steeds geen kantoor, maar werken in een huiskamer. We hebben geen royale collectie kan toormeubilair maar een klein partijtje gekke ta fels en stoelen, waarop torens paperassen. En we hebben geen karthotheek, maar een verzameling oude schoenendozen. Als één van ons nieuwe schoenen gekocht heeft en met z n pakketje op kantoor komt, bruilt de hele staf: „Haaaü Kaar tenbak!!" De schoenen worden uitgepakt (daar kijkt niemand meer naar om) en de kartonnen doos wordt plechtig op tafel gezet en bijgelovig ge-semboer voor „gauw vol Ah, de groei van TONG-TONG kan gemeten worden per schoenendoos. Toen we begonnen, hadden we er maar één en die was zó leeg, dat we het ziekelijk dunne stapeltje kaarten moesten steunen met een paar woordenboeken om het niet van ellende in mekaar te laten zakken. En nu hebben we ZEVEN TJOKV OLLE SCHOENENDOZEN! Van Aalberts' tot Van Zij- derveld en voor wie gelooft in schone voor tekens: onder onze abonnés hebben we een Sam son en een Hercules. Ja, we zijn machtig trots op onze schoenendozen en we hopen op onze redac tie allemaal dat we nog veel meer schoenendozen kunnen aanschaffen, al was1 het alleen maar om de schoenen, want die hebben we ook wel nodig. We zijn trots op deze groei, al wordt hij gemeten per schoenendoos. Want ook dit is pionierswerk van het oude tjap. Onze voorouders kwamen in Indië op een schoen en een slof om het te brengen to de hoogste pangkat tinggih. TONG-TONG be gint bij nog minder dan een schoen en een slof: bij een leqe schoenendoos. Maar hou dat blad in de gaten, luitjes, want het wordt EEN SENSATIE! Maar vooral om een andere reden zijn wij trots op onze collectie oude schoenendozen, waarvan wij terecht mogen zeggen: „Koelit-nja kertas, tetapi bidji-nja emas!" een pit van goud in een bol ster van papier. Méér dan zestig procent van onze abonnés behoort tot de beter ontwikkelden en beter gesitueerden: een hele rèntèng professoren en letterkundigen, topfunctionarissen in grote bedrij ven, ambassadeleden, hoofd- en vlag-officieren, oud-gardisten met een roemolle staat van dienst in het oude Indië, leraren en onderwijzers we hebben dure jaarabonnementen in het buitenland (voor TONG-TONG gaat de zon niet onder!) en hele rissen ingenieurs, doktoren en juristen. We hebben ook een ander soort abonnés om trots op te zijn: pioniers van het oeroude stempel: met patjol en jachtgeweer, die TONG-TONG le zen bij een stormking en de miljoenenzang van krekels en cicaden. En een legertje vergeten ge pensioneerden, misschien elders afgeschreven, maar bij TONG-TONG niet, nog lange niet! Ah, we zijn in goed gezelschap: goede hersens en vereelte handen. Het MOET goed gaan met TONG-TONG! T. R.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1958 | | pagina 1