OORDEEL MET!
LE GARDE MEURT
2
Nee, niet „opdat Gij niet geoordeeld worde", maar
omdat het tijdverlies is, onchristelijk en onmenselijk
is en alle vooruitgang tegenhoudt. Wij horen in
onze kring soms dingen, die uitermate pijnlijk zijn
en rechtuit grieven en kwetsen. Een lezeres schrijft
ons: „Ik was zo trots mijn recept in TONG-TONG
te zien staan en ik dacht: ik laat het een paar
vriendinnen van me zien. Dan gaan ze vast méé-
doen aan TONG-TONG. Maar lieve, ik kreeg
alleen haat en nijd. Dat het een klein kunstje was
om iets uit een kookboek over te schrijven. En
„wie kent nou zo n stomeenvoudig recept niet" en
„zo'n ordinair blad met zulke ordinaire gerech
ten", enz., enz.
Zulk soort dingen horen wij in onze eigen kring
meer dan soms goed is voor onze gezondheid. Een
krankzinnige lust om denigrerend te spreken, af
te breken, te kleineren, te verloochenen. Waarom
is de Indische Nederlander na tien jaar in Holland
te zijn er nog steeds niet in geslaagd een behoor
lijke vereniging op te richten ONGEACHT OP
WELK GEBIED OOK? En waarom is de zoge
naamd aangepaste Indische Nederlander ook in
GEEN ENKELE NEDERLANDSE VERENI
GING een leidende figuur geworden (dus ook niet
in kantoorclubs of zo)? Blijkt daar niet uit dat
ons normale burgerzin ontbreekt, dus verdraag
zaamheid en WIL om andere mensen te helpen?
Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar verreweg
het gros van onze kwart millioen is NEGATIEF.
NATUURLIJK heeft ook onze groep stommelin
gen, zwakkelingen en doodgewone slechtaards.
Elk volk en elke volksgroep heeft die. Maar geen
enkel ander volk schijnt zoals wij het verlangen
te hebben om UIT TE STOTEN
(Zie artikel Intergratie)
Is er geen lichtpunt? Ja, Goddank wel: de groei
van ons blad. Tot op zekere hoogte zijn wij met
ons lezerskring nu toch wel een soort vereniging
geworden van ongewone grootte. Wat méér zegt:
onze lezers zijn mensen van goeden wille, geen
zoekers van ontspanning of voordeel. Waf nog
veel meer zegt: onze lezers zijn niet negatieve abon
nementsbetalers, maar gevers met milde hand van
copy, foto's, schenkingen aan het T.R.-fonds. In
alle opzichten de absolute tegenpool van de tot
nog toe dominerende soort van de zich distan-
cierendc, oordelende Indischman.
Niet oordelen. Geen onkruid of vermeend onkruid
weghakken. En daarnaast niets doen. Liever met
een nuttige gewassen zaaien en grootbrengen; dan
wordt de onkruidtuin vanzelf weggedrukt door de
voedscltuin, bloementuin en kruidentuin, Indische
Nederlanders, jullie kunnen zo erg veel goeds
brengen. Doe het. NU!!
T. R.
MASIH BELOEM BAJAR
Komt op de redactie een meneer en zegt: ,,Ik ben
Mispelblom Beyer. Ja ja, Masih Bloem Bajar. Hoe
veel ben ik achterstallig?" En haalt meteen zijn
portemonnaie tevoorschijnHij was achterstal
lig, en wat we samen gelachen hebben!
Wat die achterstalligheid overigens betreft: twee
maanden achter en we scheiden subiet uit met
toezending hoor? Geen aanmaningen en zo. Lain
boelan is er niet bij in Holland. Bovendien hebben
we het te druk. Bovendien is in Holland een heel
nuttige volksgewoonte: de kalender in zeker klein
kamertje, waar je met je neus zowat tegen de
deur op zit. Verjaardagen en alle andere memo's
ontgaan de aandacht NOOIT. Zet er TONG
TONG ook op, wil U?
KORTE GROET:
Tong-tong mahamoe, dongan, di Béta-ie (Bataks)
Heb rotsvast vertrouwen, kameraden, in Onze
Lieve Heer.
Tong-tong mahamoe di pembatja-ie.
Heb rotsvast vertrouwen in wat je hierin leest.
(n.l. in TONG-TONG).
Tegenhanger van: „Wie dit lees is gek" (Pieke-
rans van een straatslijper).
K. E. van HOUT.
GEEN ORGAAN
De met allerlei „eigen" orgaantjes of bondsblaad-
jes opgegroeide Indischman denkt nog steeds dat
TONG-TONG ook een soort orgaan van een
soort bond is,, waar men LID van moet zijn. Dat
is NIET juist, TONG-TONG is een blad van uit
Indië afkomstige Indische en Totok Nederlanders,
die een vrije en onafhankelijke plaats willen inne
men in de Nederlandse pers. Van ons blad is men
dus gewoon ABONNEE. TONG-TONG staat
BUITEN politieke, religieuze of sociale beper
kingen In dit blad is de Nederlander uit Indië aan
het woord voor de luisterende Nederlander van
hier.
Al getuigende BOUWEN WIJ OP een WARE
HISTORIE van de Nederlander overzee en een
POSITIEVE MENING van de Indische Nederlan
der temidden van het Nederlandse volk.
BRIEVEN.
Alleen brieven, waarop nadrukkelijk staat aan
getekend Tjalie Robinson „privé" worden niet
door de administratie geopend. Alle andere brieven
gaan automatisch door de handen van de andere
redacteuren of de administratie om efficiency en
snelheid te vergroten. Wij ontvangen i.d. laatste
tijd 20 tot 40 brieven per dag! En óf wij allemaal
kunnen schrijven!
Ook ALTIJD volledig naam en adres op brief of
ingezonden stuk zelf. Op enveloppe alleen is niet
voldoende.
Plaatsing van werk kan erg lang duren. Maar
NIETS gaat de prullemand in. Elk schrijven wordt
beantwoord. Wie dus op een schrijven NOOIT
antwoord heeft gehad, schrijve ons dit direct. Het
is altijd mogelijk dat post in het ongerede raakt.
DAT GULDENTJE.
Het betalen van abonnementsgeld per briefkaart
en een gulden moet u eigenlijk alleen beschouwen
als een start, een aanbetaling voor het gemak en
voor geen al te groto risico's (h'm h'm). Maar al:
u dua na twee maanden oordeelt: „Ik blijf abonné!"
stuurt u dan liever een girootje of postwissel voot
een half of heel jaar. Dat is „in alle standen" voor
u en ons goedkoper, gemakkelijker en solider.
ABONNEMENTEN BUITEN
Nw. Guinea
f
2.00
p. maand
Australië
f
2.50
p. maand
Ver. Staten
f
2.00
p. maand
Suriname
f
1.50
p. maand
f
1.50
p. maand
Brazilië
f
2.50
p. maand
Canada
f
2.00
p. maand
Nw. Zeeland
f
2.50
p. maand
Zd. Afrika
f
2.50
p. maand
ALLES PER
LUCHTPOST
BETALING VAN TONG-TONG.
1. Wie zijn krantje niet ontvangt kan er prac-
tisch zeker van zijn dat hij achterstallig is.
2. We kunnen niet doorgaan met aanmanen. Dit
is in vergelijking met de lage prijs van het
krantje en de hoge exploitatiekosten onver
antwoord.
3. We verwachten van onze lezers dat ze ons
helpen en liever te snel en te veel betalen dan
te weinig en te laat. Dit is een INDISCH
WERK IN OPBOUW. Maak een Tong-Tong
aantekening op Uw kalender!
4. Wie na een paar maanden merkt dat hij ach
terstallig is geweest en snel geld opstuurt om
de ontbrekende nummers óók nog te krijgen,
kunnen wij NIET garanderen dat deze nummers
nog voorradig zijn. Voor sommige nummers is
namelijk de na-vraag onbegrijpelijk groot.
5. Nieuwe abonnées moeten zich aanmelden met
GELIJKTIJDIGE betaling voor minstens 2
maanden (f 1,Eerst abonneren en dan
wachten tot wij een kwitantie sturen zit er
helaas niet bij. Wij zijn nog steeds straatarm:
nog steeds op één schoen en één slof, MAAR
WIJ GROEIEN TOOHü
Dit is een citaat dat door „De Oude Indische Gar
de" erg graag gebruikten helaas misbruikt
wordt. Misbruikt in tweeërlei zin: technisch wor
den er fouten in gemaakt, en verder in de inter
pretatie.
Technisch: men zegt vaak: „La garde meurt mais
ne se rend pas", sprak maarschalk Ney. Drie fou
ten: 1. Het is niet LA garde, maar LE garde. Be
doeld wordt namelijk niet de lijfwacht of een wille
keurige lijfwacht, maar DE GARDESOLDAAT
als verpersoonlijking van een idee. 2. Het is niet
MAIS, maar ET ne se rend pas 3. De uitspraak
is niet van Ney, maar van Cambronne.
Nu de interpretatie. Het is een weergaloos mooie
uitspraak, waarmee men dus niet al te gemak
kelijk moet omgaan om b.v. allerlei koppige ouwe
heertjes te prijzen, wat heel vaak gebeurt. Het gar
desoldaat-zijn heeft namelijk niet alleen te maken
met oude, maar ook jongere mensen DIE MET
DE INZET VAN HUN HELE PERSOON EEN
ZAAK VERDEDIGEN TOT HUN DOOD
TOE. Daarom ook is het woordje „mais" fout.
Er is geen sprake van keus tussen sneuvelen en
zich overgeven. Men is in zijn wezen zo en dat
blijft tot de dood toe. Men begrijpe dus heel goed
dat dit een karaktergesteldheid is en geen tijde
lijke pose of functie. Zo zegt men ook: „De mare
chaussee (soldaat) geeft nooit op!" Wie echte
„manisees" kent, weet ook ze na hun pensione
ring doorbijters blijven, die een eenmaal op zich
genomen taak niet opgeven. In het algemeen dus:
wie zich gardesoldaat acht voor een bepaalde
zaak, maakt daarvan een levenszaak.
Nog wat: de gardesoldaat stond niet alleen bekend
om zijn principe, maar ook om zijn enorme kwa
liteiten als vechter: meester op het wapen, li
chaamskracht en uithoudingsvermogen, onver
saagdheid, discipline.
Wie dus, een bepaald principe alleen met de mond
huldigt, maar verder niet DOET wat hij zegt, en
zorgt dat hij steeds in vorm is, is een grootspreker.
Er zijn veel Indo's, die gaarne voor zichzelf als
Indo het gardeschap opeisen, maar er zijn er heel
weinig, die het ook DOEN. Een illustere uitzonde
ring in onze gelederen is Opa Samson, die tot in
zijn hoge leeftijd Indo blijft, strijdbaar, met inzet
van zijn werkkracht en zijn geld, die nooit zegt
„paja", die zich niet door slapheid van duizenden
anderen laat teleurstellen.
En wist U lezer, dat er onder onze DAMES vele
weergaloze gardesoldaten zijn
DE INDISCHMAN NU
Er blijven nog steeds geen stukjes binnenkomen
over het leven van de Indischman nu, in Neder
land. Zijn gewijzigde houding tegenover het le
ven, zijn verkeer met nieuwe mensen. Dat valt
ons eigenlijk erg tegen van de geassimileerde men
sen. Hoet zit dat nou? Nemen we geen leuke of in
teressante dingen waar? Leren we niets dat de
moeite is verder verteld te worden?
Kijk, we krijgen wel vrij veel aansporingen om
eens flink los te vuren op allerlei onprettige din
gen. Zo in de trant van: nou hebben we eigenlijk
een krant om voor ons allerlei akefietjes op te
knappen. We hebben het oor eens goed te luiste
ren gelegd naar tal van klachten. En moeten vast
stellen dat veel gekanker een gevolg is van ge
brek aan moed, aan ruggegraat, aan incasserings
vermogen, aan trots. We zijn vaak echt ouwerwets
wat te lèmbèng, te tjèngèng, te ketjoet en te rèwèl.
En we hebben veel te veel behoefte aan kassian.
Hai, die oude garde! We zijn dwars door discri
minatie, oorlog en bersiaptijd heen gegroeid en we
leven nóg! In het goede, rijke, vriendelijke, safe
Holland nog wel! TONG-TONG moet toch da
veren van de humor en van de dynamiek? Ajo,
laat je van je gebruinde, zonnige zijde zien! Maak
van TONG-TONG geen noodklok, maar een
feestklok! Laat ons tweemaal in de maand ouder
wets rijk, zorgeloos en vrolijk zijn. Doe mee. NU!
OMAATJE
„Kleine Boeng, grote Boeng, als met mij okee-okee,
als maar niet Boeng-LON."
(De boenglon wordt wel genoemd: Indisch kame
leon verandert ook gemakkelijk van kleur.)