I
AFVLOEIEN
T J I E S
De verhalenbundel „Tjies" door Vincent Mahieu
(dat ben ikzelf Tj. Robinson) is in de Neder
landse pers over het algemeen goed ontvangen.
De meeste recensies nochtans behandelden (lite
rair dan altijd) het boek als een krandjang appels
op de markt: boesoek, boewang; baik, makan! Hol
landse (literaire) smaak is de maatstaf. Hier een
paar andere:
Mahieu is een brutaal schrijver, die tak heeft aan
de rust van de Nederlandse na-dromer. Hij
schijft driftig, fel, warm, in soms te gloeiende
zinnen een proza vol branie, rijk aan grillig
heden, nu en dan gewoon onbeheerst. Maar je
leest het geboeid.
K. F. in ,,De Tijd".
Dit boek verraadt een zo volkomen eigen men
taliteit. de verhalen zijn met zulk een razende
levenslust geschreven, van zulk een wilde ver-
telwoede uit, dat alles erin leeft en gloeit. Ik
beschouw het als een van de belangrijkste proza-
verschijnselen van de laatste jaren in onze taal.
Want hierin geeft een pas sinds kort bekend
menstype een volkomen ongeremde uiting aan
de mentaliteit der eigen rasverwanten, vol be
wustheid van een eigen waardigheid. Hier geen
afhankelijkheid, geen halve-Westerse breukge-
voelens, maar een zuivere eenheid in mentaliteit
en levenhouding.
C. Kelk in .De Groene Amsterdammer"
Ik geef deze citaten niet om te sombong, maar
omdat hier precies hetzelfde in staat wat ikzelf
ervaar bij het lezen van veel ingezonden copy voor
TONG-TONG. Lak aan Nederlandse journalisten-
stijl, Lak aan literaire waarden. Wij hebben ge
leefd. Wij kunnen ervan vertellen. Schrijf op dan,
jongens en meisjes uit Indië. Recht uit je hart, recht
uit dat ..waayende zomerwoud vol vogels" dat
Indië was. Schaam je nergens voor. Heb zelf
respect, Wees trots.
Ik ben ook geen Nederlands literator, maar een
gewone jongen van de Betawiese straat. Kontjo's
Destijds vloeide men, na volbrachte diensttijd in
Indië af.
Nu in Nederland vloeien deze afgevloeiden uit
de historie en zelfs ieders memorie af.
Dat dit gebeurt acht TONG-TONG kortweg een
gruwel. En het is ook één van de belangrijkste
redenen, waarom dit blad bestaat en zal proberen
te blijven bestaan.
Eenmaal afvloeien, soedah, niks aan te doen.
Plaats maken voor anderen. Elke voetbalveteraan
gaat na een poosje ook aan het lijntje zitten en
uit de irebon, de tangsi, Kali Besar en Kemajoran,
allemaal die ge-koetjar-katjir hebben door heel
Indië, hier zijn wij onder mekaar schrijf,
SCHRIJF!!
T. R.
MET DE TJIES ER OP UIT
How is life in Cheese-country? I read you are
pretty busy at the moment with your progress-
making TÓNG-TONG. I hope it is gonna be a
real hit (congratulations now already) I think
mams has told you already about me having a
gun. Well, I bought after an hour-long discussion
a .22 rifle. We, that is a couple of friends and
me, went hunting a lot of times already I
hope to be able to buy a 12 gauge shotgun
soon got my eye on a nice Higgins in a down
town store
TONG-TONG reader Martin B.
Indiana, U.S.A.
Jonge Indo Martin schrijft zijn brieven in Engels
om zich in deze taal te oefenen. Voor wie geen
Engels leest: hij heeft zojuist een caliber .22 ge
kocht en is van plan een cal. 12 te kopen. Zo
veel generaties Indische jagers, dat verloochent
zich niet nergens op de wereld! En in Amerika,
waar de .tjies" even populair is als in het oude
Indië, zeker niet!
Hollandia, december 1958.
Beste Tjalie,
Hier dan eindelijk een cliché en een vergroting
van het gebeuren op 8 februari 1958, jaardag
siklaas en verlovingsfeest van de benjamin Piet.
De uitleg is dan van links naar rechts. Viesta aan
de laut tedu (pacific zee):
zittend: R. Pfaff, oudste zoon van siklaas, gehuwd
heeft 8 kinderen; J. Marie, ongehuwd oud-steurtje,
met op de schoot Ida Frij (kleindochter v. siklaas);
Kuhn, buurman in witte olifant, de bierdrinker;
Si-letta, stammoeder met op de schoot Maureen
en Rodger Pfaff; Ida Pfaff-Panhuizen, echtgenote
van R. Pfaff, met de tweelingen op de schoot;
achter deze: T. Pfaff, 2e zoon van si-klaas;
zittend op de armleuning: Nini van Voorst tot
Voorst, de verloofde van Piet die achter haar staat;
zittend op stoel: de vader van de verloofde, F. van
Voorst tot Voorst;
daarnaast zittend: Van Zuijlen, PTT-man, en
daarnaast zittend: Oma van Dijck, 74 jaar, een
oude pionierster is steeds actief en zeer vrolijk
van aard bij alle weersgesteldheden;
staand van links: De la Noij, collega van Piet,
Igna Freij, oudste dochter van si-klaas met haar
jongste spruit op de arm, de man staat er niet bij
doordat hij de opname verrichtte; daarnaast, Krijgs
man, collega van Piet;
en nu si-klaas, de stamvader van de Pfaff/Freij
familie in N.G.;
en staande naast Piet, Vera Freij, de oudste klein
dochter van si-klaas en si-Letta, scholierster H.B.S.
4e studiejaar;
en alle kleine grut op de foto: kleinkinderen van
ons beiden.
Is dit geen volksvermeerdering van de Indo in
Nieuw Guinea?
Klaas, kasih tangan met het nieuwe jaar en je
verjaardag en soen tjeplok voor Si Letta mag
wel ja?). Ik ben blij, dat deze kiek nu gezien
Pakistan en Turkije, Canada en New Zealand,
wordt in Amerika en Afrika, Brazilië en Zweder.
Suriname en Indonesia, en dat iedereen weet, waar
ook ter wereld: Si Pèh kenniet kèok!
raadgeven of toekijken. Maar hier in Europa
komt zijn naam toch wel telkens in de publici
teit terug, want een naam is vaak een symbool
voor kracht, doorzettingsvermogen, kameraadschap,
is een stimulans voor nieuwe moed en een nieuwe
clangeest voor de volgende generatie. Zulke vete
ranen worden hier in Europa erelid en krijgen
vaak levenslang een vrijkaart voor alle clubwed
strijden.
Maar waar blijven onze oud-gardisten? Waarom
worden zij vergeten? En als het Rijk en de maat
schappij hen vergeten, waarom vergeten WIJ ze
dan ook?
Dit is onrechtvaardig, ondankbaar, oneervol. Ons
gelukkige leven, waarop we nog steeds in dank
baarheid terugzien, hebben wij mede te danken
gehad aan het werk, het beleid en de menselijk
heid van deze oud-gardisten. En nou zeggen we:
,,Loepa hoor, wat voorbij is, is voorbij!"
Misschien komt het ook, omdat we niet weten
waar ze allemaal nog zitten en óf ze nog wel
leven. TONG-TONG gaat ze opsporen en hoopt
ze af en toe weer voor het voetlicht te brengen.
TONG-TONG heeft namelijk een kartotheek
(van ouwe schoenendozen, weet u nog?). Soms,
deze kartotheek doorsnuffelend, stuiten we opeens
op een naam, die ons een schok geeft. Namen,
die eens voor ons betekenden: gezag, betrouw
baarheid, onkreukbaarheid, moed, namen die ge
bonden waren aan gouden pajongs, aan aanstel
lingsbesluiten, aan erediploma's, aan handtekenin
gen op bankpapier (dat toen veel betrouwbaarder
was dan nu!), aan strijdleuzen, aan campagnes,
aan aan al het beste dat we kenden!
Onlangs zagen wij een kort weggestopt bericht in
een krant, een bericht van nog geen handbreedte
groot: het Lid van de Raad van State, Dr. J. W.
Meyer Ranneft „afgevloeid" uit de Raad wegens
het bereiken van de 75-jarige leeftijd. Een naam
met glans, een naam met trots en roem, een naam
met respect en verantwoordelijkheid, nu wegge
stopt in een handjevol grauw zetsel op grauw
krantenpapier op de zoveelste pagina.
Ja, dat is vergeten. Dat is werkelijk afdoend en
hard en nuchter vergeten. De nieuwe tijd, hè? Een
nieuwe tijd die zó glashard is, kan geen goede
tijd zijn. Een generatie die zo gemakkelijk ver
geet, kweekt een andere generatie die ons eens
óek gemakkelijk vergeet. En dan verdienen wij
misschien niet beter, maar déze generatie die óns
het leven gaf, mag niét vergeten worden, lezers
van TONG-TONG.
En men mag dan zeggen dat het tóch onbegon
nen werk is en dat wat wij doen, maar waarde
loos gespartel is, we zullen spartelen zolang er
nog leven in ons is.
Afvloeien? Te deksel, nog LANG niet!
FABRIKAAT
Een groter suikermij. had een bestaande fabriek
gekocht, die gedemonteerd werd. Per eigen smal
spoor werden de machineonderdelen naar een na
bijgelegen fabriek getransporteerd, waarvan een
tweede fabriek werd opgebouwd. Zo woonde er
op de te demonteren fabriek een machinist, die
voor deze demontage verantwoord was. Dagelijks
kwam er een smalspoortrein met machineonderde
len binnen, waarvan de treinmachinist de trein-
staat in handen had en deze na aankomst bij de
hoofdmachinist inleverde. Op de treinstaten ston
den met drukletters vermeld: INSTALLATIE,
Treinstaat No d.dOp een middag ont
ving de hoofdmachinist een dergelijke treinstaat,
waar onder de verzonden machineonderdelen een
extra noot stond, luidende: Man deze gelegenheid
maak ik gebruik LI mede te delen, dat mijn vrouw
vannacht van een flinke zoon is bevallen. Dé
hoofdmachinist bracht deze treinstaat naar de
hoofdadministrateur, die na de treinstaat gelezen
te hebben zei; leg dat ding op mijn schrijftafel,
dat beantwoord ik zelf. De volgende dag ontving
de trotse vader een persoonlijk schrijven van de
hoofdadministrateur met de mededeling dat de
machineonderdelen via de treinstaat d.d. No
in keurige orde ontvangen zijn, echter de opmer
king dat de laatste mededeling meer onder fabri
kaat ressorteert dan installatie.
BOENG JULIUS