VAN HIER EN GUNDER *1 Jta-W Hathndm ta*. ~r P«« -»»£ JS Tjalie Robinson. Wat zou ik er die pasar Gambir in Batavia. Als kleine jongen (Vervolg: Een zwerver) ii'/s; G. J. v. M. tenminste weer jong. Wat een kostelij f binnen op een goedkoper Inlanders- was ik er niet van weg te slaan. Smokkelde me vaafc naa bmnenop ee g \yper_moderne kaartje Want daarbinnen viel een massa g - Egyptian Dancers (links), Peggy from Seaplane b.v. was enorm. En dan die wo"f [scn° e PV de heren Tait en Harmston! Later Paris (rechts) en elk jaar weer de HawaiianiGirh. Lange lejeje tieren leerde je natuurlijk, dat die lieve meisjes Hawaiian Girl, hoorde zich tot zijn verbijstering voorste rij een brutaal 9'Jntje maak e J bewust was van de kermis van de toesissen: „Awas loe. bangsat! 7™me' 'e Livingstones links. Zouden die kleintjes WILHELMUS IN VIER 'i ALEN Het goede stadje Koepang maakte zich gereed voor de blijde incomste van de toenmalige G. G. de Jonge. Natuurlijk behoorde een aubade van school kinderen tot het vaste programma en ik studeerde met mijn zangklasse het Wilhelmus en nog een paar andere liederen in. Tot op een dag de baas me kwam vertellen, dat de Maleise scholen mee zouden doen. Maar ze konden alleen de Malei- se tekst zingen. Nou, wat doe je ertegen? Zodoen de zongen we op de eerstvolgende repetitie met die scholen samen beide teksten door elkaar. Niet lana daarna kwam de Arabische School ja, u raadt het al met een Arabische tekst meedoen. Om de maat vol te maken kwam de baas van de Tiong Hoa School: „I am so sorry, but we have Chinese Lyrics only." Op de generale repetitie had ik echt moeite om de Chineesjes op te trekken. Zo kwam het, dat de Landvoogd het volkslied tegelijk in het Hollands, Maleis, Arabisch en Chinees aan hoorde. (O ja, de baas dirigeerde en ging met de eer strijken.) y R We wisten dat Indië het land was van onbegrens- de mogelijkheden, maar bij dit wonder zwijgen wij in zeven talen! Red. T,T Juffrouw: „Juist, het hok van een duif is een dui ventil, Donald, en hoe heet het hok van een koe? Donald: „Koetil". Juffrouw: „De olifant drinkt (t!) met zijn slurf. Zeg na, Zacharias!" Zacharias: ,,De olifan drink thee met zijn slurf. open veld of er ligt een bultzak zo maar op de grond. Overdag liggen ze ónder hun veldbed, om dat het zo heet is. Elders staat zo maar op de vlakte een buffet. In de schaduw ervan zit een vent op een primus stew te koken als je ooit erqens in Parijs of London een dame met zo n opal ziet lopen, dan weet je dat dit de achter- grond ervan is. Sommige van die characters wo nen er al jaren en leven met vrouw, kinderen en honden onder de grond. Ik wist niet dat zoiets 1 de 20ste eeuw nog bestond. Een paar dagen later kwamen we langs de Zuid Australische „Lakes". Op de kaart staan ze als meren aangegeven: in werkelijkheid zijn het reus achtige zoutpannen. Misschien zijn het duizenden jaren geleden meren geweest, maar nu is er alleen na een regenbui een inch of zo water in. Wanneer je echter aankomt zou je zweren dat het een meer met water is. Helder blauw water. De bodem is nl zo vlak als een wateroppervlak en bedekt met een zoutlaag waarin de hemel weerkaatst en daar door diepblauw lijkt. De zoutlaag is keihard. Je. kan er met een truck overheen rijden. Het kleinste meer is zo groot als het Toba-meer. Het grootste meer is bijna zo groot als heel Nederland. Daar en hier Als Arnold overgaat tot het beantwoorden van brieffragmenten over het leven hier, zorgjes en moeilijkheden, wordt hij opeens geprikkeld en zelfs grof. En inderdaad, al die zorgjes van een peute rig en onverdraagzaam samenlevmkje worden op eens beschamend klein tegenover dat enorm wijde leven met duizend risico's, waar deze jongen lee van de ene dag naar de andere. Zonder Hbb- huiswerk, zonder universiteitswijsheid, zonder stof zuigers en verhoogde melkprijzen. Veel van het geen voor ons belangrijk is, is voor hem gewoon waardeloos. Hij heeft geen kledingzorgen, want hij loopt de hele dag in een katok en op blote voeten en iedereen leeft zo. Wij rekenen ons leven met zoveel kwartiertjes trammen, hij met duizen den mijlen. Als wij alleen al bedenken hoe we ons leven hier moeten afmeten met calorietjes, vitamientjes, pille tjes en doktersrekeningen. En zie dat oersterke, kei harde body van hem eens aan! Eigenlijk is Arnold een soort personificatie van het devies van 1 UNU- TONG: hij is branie en ondernemend en ergens blijkt toch de trouw aan het land van zijn ge boorte: het voortdurend grijpen naar bekende In dische maatstaven; het schrijven van brieven. Boy, stay away from here. Good luck en toch: tot ziens! „Mijn broer heeft een huis van 100.000 roepiah met inrichting van 10.000-en roepiahs verloren in de bersiaptijdzijn geld in Indonesië geblok keerd opgesloten geweest en mishandeld 5/2 jaar in Bantjeuj en Soekamiskindit alles na een heel leven van dienstbaarheid en nuttig werk als Nederlandersoit! kon alleen met de qrootste moeite zijn smartegeld loskrijgen (na een jaar1) f385,...verzoek om A.O.R. extra steun boven het luttel bedrag f 78,— ouderdomspensioen is geketstik zwijg nog over al de misères van het wegkomen uit Indonesië („vergissingen en tegenwerking) ...en nu, en nu... overwegen ze om van een oude en doodzieke repratriant de f J300,reiskosten en f 28,boordgeld langs ge rechtelijke weg te vorderen!! Ziet U mij met voor een kankeraar aan, U kunt over mij heen lopen, ben juist té goed en daarom overkomt me dit alles, maar ze weten niet dat mijn devies luidt: Wie z'n recht eist, doet z'n plicht!" Meteen verzoek ik u mij als abonné af te schrijven. Ik ben op een half jaar na tachtig jaar en kan moeilijk lezen. Dan heb ik al zoveel uit gaven. Dat wordt mij te zwaar. Repel-pensioen heb ik slechts weinig gekregen, omdat ze de schuld aan de Regering voor meubelvoorschot 5/6 heb ben afgehouden en ontving ik slechts 1/6 Na een leven van feilloze dienstbaarheid aan de Staat (onder vaak ten hemel schreiende levens omstandigheden), alles, letterlijk alles, verliezen en op je ouwe dag met een zwakke gezondheid je hachje moeten redden door een vlucht naar Ne derland en dan de rekening krijgen van de boot reis plus de rekening van de woninginrichting het is voorwaar „een hard gelach alleen de oorvijgen krijg. Of denkt 12 dat ik al- Zeen maar schouderklopjes krijgEigenlijk een fatale naam: tong-tong: je moet erop slaan. En dan waarde de zeg ik maar echt Indisch: „Laat maar, als maar. heef heluit! Ik lees je naam veel te veel. Bescheidenheid is óók een deugd de J „...doch weiter kommt man ohne Ihr. En wij moeten erg ver gaan. Ik noem mijn naam vaas. omdat ik niet zeker weet te spreken namens alle lezers. En dan is het niet meer dan billijk, dat ik 2 x 4000 8000 Eén abonné is toch zo moeilijk niet. Wjjf stonden vroeger nergens voor. Twee maal 4000 8000. Dan zijn we er toch?" D„rl_n n BEIfER, Bussum. Ja, dan zijn we er met glans! Maar blijkbaar is het wèl moeilijk en laten we ons door onwilligen of slecht weer wèl gemakkelijk afschrikken. Lain doeloe, lain sekarang Het is gemakkelijk neer te kijken of te schelden op iemand die 10 P°>"ties patates frites verkiest boven vijf maanden iUiNtj- TONG (voor 1 riks), maar intelligentie, welbe spraaktheid of koppigheid opbrengen om hem tot andere gedachten te brengen, schijnt ook weinig aanwezig. En daarom blijft de sprong IN JA IN U- ARI VAN 4000 TOT 8000 een droom Of zou toch één vonkje van die spirit van toen, voor maar één abonné, nog te vinden zijn? Als er bedankjes voor TONG-TONG bin nenkomen, wat heb je dan geschreven dat zoveel ergernis wekt dan men bedankt? a v A Heb je wel eens een echte tong-tong in een qardoe-huisje zien hangen? Hij draagt de tekenen van twee soorten mensen. De verstandige mens zorgt er goed voor. bouwt er een dak overheen en versiert de tong-tong met houtsnijwerk. Hij zie. er een symbool in van hulpvaardigheid en paraat heid Maar er zitten vaak ook moddervlekken op en krassen en butsen. Dat is het werk van leeg lopers en kleine geesten. TONG-TONG kent ze allebei en doet dus een dringender beroep op „De Goede Desaman". Ik ben pas in Holland, maar verbaas mij over veel dingen. In de tram bij voorbeeld gapen en hoesten mensen zo maar zonder de hand voor de mond. Dat doen Europeanen toch niet. Mevr. de W.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 10