SETENGAH KOMPENIE! 2 De naam Pieter Fredcrik Hondius van Herwerden genoemd in TONG-TONG nr. 11 heeft een andere naam in de herinnering teruggebracht, de naam van de „Setengah Kompenie", de Gou- vernements Marine, Wij hebben allemaal de bekende „kapal poetihs" gekend, maar de meesten onzer kenden deze boten slechts als een eigenaardig soort boten, waar je niet mee kon passagieren, die ook geen Koninklijke Marine waren, maar wat ze dan wél waren? Dit gebrek aan kennis is beschamend, want wat de Setengah Kompenie heeft gedaan voor orde, rust en welvaart in onze oude archipel, wat deze schepen hebben verricht voor het in kaart brengen (dus voor op zijn minst onze kartografische ken nis) van Nederlands-Indië, het aandeel dat dit kleine marinetje had ook in de verdediging van ons land bij de ontzettende aanval van Japan, daar zijn waarde lezers geen pennen genoeg voor om dat allemaal op te schrijven. En tóch gaat TONG-TONG eraan beginnen, deels ook uit sympathie en respect voor zulke pioniers van de G.M. als (behalve H. v. Herwerden): J. W. van Nouhuys, Willem Zweerts de Jong en J. W. Tissot van Patot om niet nog veel meer na men ineens te noemen. DRIE ERE-VAANTJES Hier even drie ere-vaantjes: Willem Zweerts de Jong, in 1871 te Wonosobo ge boren, kwam via de Kweekschool van de Scheep vaart bij de G.M. terecht en werd in 1901 be noemd tot gezaghebber. Als gezaghebber van de „Van Doorn" was hij van 1902 tot 1904 op de zuidkust van Nieuw Guinea. Ontdekte de Digoel rivier. De hoek bij de noordelijke ingang heet thans De Jong's Punt. Verder vertoont de kaart van Nw. Guinea nog De Jong's Banken en een De Jong's Top in het centrale bergland. Voerde later het bevel over de „Lombok" en was de eerste man die de Prinses Mariannestraat doorvoer. Op de 26ste augustus 1883 werd de „Berouw", eigenlijk niets meer dan een riviervaartuig op de rede van Telok Betong overvallen door de grote vloedgolf, ontstaan door de uitbarsting van de Krakatau. Het schip werd van haar ankers ge slagen en later teruggevonden achter een berg aan de Koeripanrivier, twee mijlen het binnenland in. Een eresaluut komt toe aan de eerste stuurman Ampt, de machinist Stolk en vier matrozen, die tot het laatst op hun post bleven en die plichts betrachting met de dood bekochten. Gezaghebber J. W. van Nouhuys was de grote man van Nieuw Guinea. Zo bracht hij in 1903 met de „Zeemeeuw" de expeditie naar de Humboldt- baai, die onder leiding stond van Prof. Dr. A. Wichmann. Aan de tochten naar het Sentanimeer; de belangrijkste vindplaats van het chloromelaniet HAARLEMSE CONTACTAVONDEN HAARLEM, dinsdag 10 februari in de Kroonzaal van Restaurant Brinkman, Grote Markt 9, aan vang 20 uur. 1) Praatje van Breton de Nijs over „Vergeelde Portretten" en nog wat. 2) Klein cabaretprogramma met medewerking van de amusementsclub T.O.V.O. Kaarten verkrijgbaar bij: Mevr. Orth, Bilderdljkstraat 30, Haarlem. Telef. 18084. Mevr. Van Hout, Orchideeënlaan 12, Heemstede. Tel. 36604. Op 28 februari zal de Amusementsvereniging „T.O.V.O." in het Concertgebouw te Haarlem een contactavond organiseren. De dansmuziek zal o.a. verzorgd wdrden door GEORGES DE FRETES en zijn Royal Hawaïan Minstrels. Aangezien aan de zaal geen kaarten mogen worden verkocht zul len de kaarten alleen verkrijgbaar zijn aan onder staande adresen: Mej. Kilian, Roerdompstraat 53, Haarlem; Mej. I. Domingus, Indischestraat 106, Haarlem; Hr. H. Hennekam, Vondelweg 510, Haarlem; Hr. R. Sjardijn, Fr. Schubertlaan 4, Heemstede, Hr. G. Visser, Hannie Schaftstraat 162 II, Haarlem. De kaarten kunnen ook schrifte lijk besteld worden. (waarvan de stenen bijlen enz. gemaakt worden) in de bedding van de Torarerivier en later naar de steenkolenlagen bij Horna in de Vogelkop, nam van Nouhuys steeds deel als geoloog. Na zijn verblijf op Nieuw Guinea werd Van Nouhuys be last om met de 1ste officier B. Holthuis, die later een stel sterrekaarten maakte die nog lang bij de G.M. in gebruik waren en de 1ste werktuigkun dige G. J. Dassel te Nordenham in Duitsland het kabelschip „von Podbielski" over te nemen voor het Indische Gouvernement. Na enige reizen in Europa gemaakt te hebben om zich in te werken, vertrok het schip in 1905 onder de naam „Telegraafnaar Indië, waar men begon met het leggen van kabels. Dan volgt de expeditie naar de Wilhelminatop Op aandringen van Mr. Lorentz, de leider van deze expeditie, werd ook aan de tweede expeditie, die leidde tot het uitein delijk betreden van de sneeuw, aan Van Nouhuys toestemming verleend, ook aan deze expeditie deel te nemen. Na zijn pensionering werd Van Nou huys in 1915 Directeur van het Museum voor Land en volkenkunde en het Maritiem Museum „Prins Hendrik" te Rotterdam, een functie, die hij bekleedde tot 1 januari 1935. Hoewel vaak de ondenkbaarste en onmogelijkste taken werden uitgevoerd behielden de mannen van de Setengah Kompenie voldoende levensvreugd over om zowel in het werk als daarbuiten de nodi ge „stuntjes" uit te halen en zich ook onder de primitiefsle omstandigheden uitstekend te verma ken. Hun leven zit tjokvol anecdoten, grappen en grollen en liefst zetten deze oud-gardisten de ernst opzij om gekke voorvallen uit hun oude doos te halen. Hier hebben wij er een. DE BEER Ongeveer tien mijlen benedenstrooms van Tjenako aan de Indragirivier ligt de Pengalian Estate, waar o.m. 200.000 klapperbomen zorgden dat de Ad ministrateur en zijn employe's niet van honger be hoefden om te komen. In de maand december van het jaar X arriveerde een nieuwe employé. Deze jongeman, een Zwitser uit de omgeving van het meer van Genève was een hartstochtelijk jager. Daar hij naar de „wilder nissen in „far away" Sumatra moest had hij enige prachtige geweren meegenomen. Het liefst was hij de eerste dag al op jacht gegaan, vooral toen hem werd meegedeeld dat in de buurt van Estate veel beren en tijgers voorkwamen. Zoals te doen gebruikelijk werd Oud en Nieuw gevierd in de ruime woning van de Administra teur. De dames waren in feestjurken en ook de heren hadden een zachte wenk gekregen om te verschijnen in „pakean deftig Het ging er zeer gezellig toe. Onze jonge Zwitser vond het prachtig op zijn nieuwe standplaats. Plot seling werd het stil. Een mandoer van de onder neming was binnengekomen, met zo'n verschrikte uitdrukking op zijn gelaat, dat iedereen aan een ongeluk dacht. Gelukkig was dit niet het geval. De mandoer kwam mededelen dat op ongeveer 100 meter van het Administrateurshuis een grote beer ontdekt was! Zonder zich te bedenken zei de Administrateur tot onze jonge Zwitser: „Dit is een buitenkansje voor je. Je kunt er direct op uit trekken om het beest te schieten." De jongeman bloosde van vreugde. Hij kreeg een geweer van de „baas" en trok er met de mandoer op uit. Het was intussen gaan regenen zodat beide mannen al spoedig tot op de huid doorweekt waren. Voor de smoking was dit niet zó geslaagd. Maar onze jager lette alleen op hetgeen om hem gebeurde. Hij spiedde scherp rond en zag plotseling tegen een klapperboom een grote 5.5. Lombok beer staan. Ogenblikkelijk doken de mannen in een slokan die naast de weg liep. Er stond meer water in dan ze wenselijk vonden, maar daar werd min der op gelet. Van de plaats waar ze lagen was de beer' duide lijk te zien. De Zwitser dacht nog even aan zijn beroemde landgenootschutter Willem Teil en druk te af! Er gebeurde echter niets. De beer stond nog op dezelfde plaats. Nogmaals en nogmaals schoot onze jager, die van het geval niets begreep. Door het dolle heen kroop hij uit de slokan en naderde voorzichtig de boom waar de beer nog steeds tegen leunde. Vlakbij gekomen had hij het door Een prach tig opgezette beer was met enige flinke touwen aan de boom gebonden Onder de modder en behoorlijk in zijn wiek geschoten kwam hij terug in het Administrateurshuis waar hij met een ge weldig applaus ontvangen werd. De boze bui zakje al spoedig en later kon hij even smakelijk lachen om de poets die men hem gebak ken had als ieder ander. Voor de laatste oorlog was hij zelf Administrateur en kon vol trots een menigte vellen van tijgers en beren tonen, die hij in de loop der jaren geschoten had. C. HOKKE. GEEN LID MAAR ABONNE TONG-TONG is géén orgaan van club of ver eniging, waarvan men lid moet zijn. TONG-TONG is een vrij en onafhankelijk tijd schrift, waarvan men abonné is (zoals van Else vier of De Lach of Haagse Post of Picollo). TONG-TONG bemoeit zich dus NIET met welk verenigingsleven ook, is GEEN concurrent van welk orgaan of clubblad ook. TONG-TONG treedt BUITEN de beperktheid van het clubverband en presenteert het Indische gedachtenleven in AL zijn geledingen aan het Nederlandse volk, zonder enig veroordeel. TONG-TONG neemt dus notie van (en respec teert) ALLE Indische opvattingen, terugblikkend en vooruitziend, assimilerend en „eigen cultuur voorstaan", hoog en laag. TONG-TONG heeft daarom tot abonné en mede werker generaals en soldaten, hoogleraren en Mulo-leerlingen, beroemde schrijvers en schrijvers derde-klas-pensioenfondsen. TONG-TONG verzet zich ten sterktse tegen sec- tarisme van welke aard dan ook, sluit dus nooit de Kleine Boeng en zijn taaltje uit, nooit de Totok uit, berijpt de Indischman die emigreren wil, de Indischman die Nieuw Guinea kiest, de Indischman die „volkomen integreren wil", maar TONG-TONG staat niet toe dat al deze groepe ringen elkaar vijandig of denigrerend bejegenen. Wij zijn kinderen van één volk, van Indische herkomst, wij moeten elkaar verdragen en helpen. MANUSAMA EN ANDERSEN Wie heeft nog uitknipsels of oude exemplaren van Batavia's groene Ochtendpost, met de verhalen en studies van Manusama en H. W. Andersen? Mag TONG-TONG ze lenen? Wie weet het adres van H. W. Andersen?

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 2