I N MEMORIAM
TWEE GENERAALS
13
"clc:
m m
In dit nummer gedenken wij ook twee generaals, die kort geleden vrijwel ongemerkt heengingen.
Twee heel bijzondere mensen met twee vaderlanden. De één een Indischman die naar Holland trok
en daar tot bijzonder hoge verdiensten kwam, de ander een Totok die naar Indië toog en van zich
deed spreken als een man an formidabele hoedanigheid. Beiden in Indië en Nederland in en uit, in
en uit. De één binnen de kawat, de andere erbuiten een geducht soldaat. Twee verschillende natu
ren, twee geheel verschillende levens, maar samen: Indië-Nederland op zijn best. Officier van top
kwaliteit en mens van topkwaliteit. TONG-TONG als het blad dat Nederland altijd denkt in een
onverbrekelijke eenheid met Indië, gedenkt deze twee mannen met eerbied en met grote trots.
H. KOOT.
Generaal-Majoor van de Generale Staf b.d.
Ridder der Militaire Willemsorde
Commander of the Legion of Merit
Honorary Commander of the most excellent
Order of the British Empire
Bevorderd van Ridder der Orde van Oranje
Nassau tot Commandeur in deze Orde.
Kort na zijn 75ste verjaardag en na zijn aftreden
bij de jaarwisseling als kanselier der Nederlandse
Orden en als Voorzitter van het Kapittel der Mi
litaire Willemsorde is de Generaal Majoor Koot
op 18 januari nog onverwacht aan zijn gezin en
aan ons land ontvallen. Een Nederlander van bij
zonder formaat is heen gegaan.
Geboren te Singaradja (Boeleleng, N.O.I.) als
zoon van de architect A. W. Koot opgegroeid in
een gezin van 10 kinderen te Soerabaja waar hij
de HBS doorloopt, betreedt Henri Koot op 16
september 1901 de K.M.A. Na een verblijf van 1905
tot 1911 als Luitenant Infanterie K.N.I.L. achter
eenvolgens op Ceram waar hij aan de krijgsver
richtingen deelneemt, Ambon, Timor aldaar in
1908 belast met het Civiel Gezag Semarang,
volgt hij van 1911 tot 1914 de Krijgskundige Stu
diën aan de Hogere Krijgsschool in Nederland. In
de jaren 1914 '18 is hij als Generale Staf Officier
verbonden aan de Inlichtingendienst van de Gene
rale Staf waar zijn ervaring in de cryptographie
(ontcijferen van codes en geheimschriften), rijpt
tot een hoogte die hem eenmaal een wereldfaam
zal geven. In juni 1918 wordt dit werk geëerd door
de verlening van de zilveren Ere-medaille voor
Voortvarendheid en Vernuft van de Huisorde van
Oranje. Een zeldzame onderscheiding.
In 1920 wordt de Kapitein Koot benoemd tot Re
ferendaris bij het Ministerie van Buitenlandse Za
ken waar hij als Directeur van het Cijferbureau
het vak, dat hem zo lief geworden is, kan blijven
beoefenen. Enkele maanden later wordt hij be
noemd tot Reserve-kapitein bij de Generale Staf,
later gevolgd door bevorderingen tot reserve lui
tenant-kolonel en kolonel en in 1929 tot lector aan
de Universiteit te Utrecht in de Maleise taal. Van
1933 tot 1940 is hij wederom aan G.S. 3 van de
Generale Staf verbonden.
In de tweede wereldoorlog was hij een korte tijd
bij de Arbeidsdienst en bij het Rode Kruis, beide
keren onderbroken door zijn arrestatie en opslui
ting in Scheveningen en weer vrij lating. In sep
tember 1944 werd hij commandant van de Binnen
landse Strijdkrachten. De moeilijk te verwezenlij
ken eensgezindheid in de B. S. is grotendeels te
danken geweest aan zijn moedig beleid en vond
later ook zijn beloning in de ridderslag van H.M.
Koningin Wilhelmina bij zijn installatie tot ridder
4de klasse in de Militaire Willemsorde.
Op 7 juni 1945 werd de Generaal Majoor Koot
Voorzitter van de Commissie Beoordeling Officie
ren Bezet Gebied (reserve officieren) en 1 septem
ber 1947 Kanselier der Nederlandse Orden tevens
Voorzitter van het Kapittel der Militaire Willems
orde, functies die beiden vooral in de eerste jaren
het uiterste van zijn toen reeds niet te sterke
krachten hebben gevergd, doch die hij met grote
zelfdiscipline meer dan elf jaren heeft vervuld.
Het was in die periode, dat hij tot het diepst van
zijn ziel getroffen werd door de wijze waarop de
banden tussen Nederland en Indië werden verbro
ken.
Vriend van zeer velen, begaafd met grote humane
wijsheid en scherpzinnigheid, diep menselijk in
zicht, een onwankelbare geloofsovertuiging, ge
hecht aan traditie niet de uiterlijke, doch die
van innerlijke betekenis en waarde heeft Ge
neraal Koot met wegcijfering van elk eigen belang
uit plichtsbetrachting in eenvoud met zijn grote
gaven van hoofd en hart Koningin en Vaderland
gedurende meer dan 57 jaren onafgebroken trouw
mogen dienen. Thans ruste hij in vrede.
Jhr. P. J. SIX
J. J. MOJET.
Generaal-Majoor der Artillerie b.d.
van het voormalige K.N.I.L.
Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
Eerst op de 4e februari 1959 vernamen zijn vrien
den en kennissen, dat de Generaal Majoor der
Artillerie b.d. van het voormalige K.N.I.L. Johan
nes Jacobus Mojet reeds op de 31e januari 1959
was overleden en op de 4e februari alleen door
familie en huisgenoten in alle stilte ten grave was
gedragen.
Zoals hij geleefd heeft is hij gestorven, rustig en
zonder ophef, zal men in algemene kring zeggen,
maar zij, die hem beter gekend hebben, weten, dat
dit leven is geleefd en vooral beëindigd met een
volharding en een moed, een goed soldaat waardig.
Op 20-jarige leeftijd na een 3-jarige opleiding aan
de K.M.A. benoemd tot 2e Luitenant bij het 3e Re
giment Veld-Artillerie op 12 augustus 1918 werd
hij reeds 2 jaren later bevorderd tot le luitenant.
Na eerst een detachering bij het Wapen der Artil
lerie van het Leger in Ned. Indië, volgde defini
tieve overgang naar dat Leger op 15 april 1929.
De studie aan de Hogere Krijgsschool te 's-Graven-
hage werd in de periode 1928-1931 schitterend
volbracht, aan welke inrichting hij op 1 novem
ber 1935 terugkwam als kapitein-leraar in stafdienst
en legervorming.
Op 24 augustus 1939 gemobiliseerd en als toege
voegd stafofficier ingedeeld bij het Hoofdkwartier
van de Vesting Holland heeft de toenmalige kapi
tein Mojet de korte oorlog in mei 1940 tegen Duits
land hier te lande medegemaakt.
De konsekwenties van het officier-zijn in alle op
zichten aanvaardend, heeft hij elke door de Duit
sers geëiste erewoordsverklaring, om de krijgsge
vangenschap voor kortere of langere duur te ont
gaan, geweigerd, weshalve hij vijf jaren in diverse
krijgsgevangenkampen in Duitsland werd opgeslo
ten, waarvan 2 jaren in het zo beruchte strafkamp
„Colditz". Vooral in deze jaren traden zijn volhar
ding en moed duidelijk aan de dag en niet het
minst bij ontvluchtingspogingen en daarop gevolg
de represailles.
Kort na terugkeer uit krijgsgevangenschap bevor
derd tot Majoor der Artillerie op 21 augustus 1945,
werd hij reeds op 10 november 1945 naar Indone
sië uitgezonden en aldaar bij het Algemeen Hoofd
kwartier geplaatst. Snel volgden daarop de pro
moties tot Luitenant-Kolonel, Kolonel en Generaal-
Majoor van de Generale Staf, welke hoge rang op
6 februari 1947 werd bereikt.
Sprekend voor zijn capaciteiten werd de toen nog
tijdelijke Luitenant-Kolonel Mojet op 15 maart 1946
benoemd tot Kwartiermeester-Generaal in Indone
sië, in welke functie hij zo ontzaglijk veel voor de
bewapening en bevoorrading van de troepen in In
donesië onder de moeilijkste omstandigheden heeft
gedaan.
Op 20 augustus 1949 eervol ontheven uit de func
tie van Kwartiermeester-Generaal werd hij be
noemd tot Adviseur-Generaal van Zijne Excellen
tie de Legercommandant, waarna terugkeer naar
Nederland volgde op 2 juni 1950 en eervol ont
slag uit de militaire dienst bij het K.N.I.L. op 25
juli 1950 wegens opheffing van het K.N.I.L.
Na zijn pensionering heeft de Generaal Mojet zich
terugetrokken tot een kleine kring van familie
leden en vrienden, totdat de ziekte zich openbaar
de, die onherroepelijk tot dit einde moest voeren,
een vijand, de hij tot het laatst toe als een sol
daat in de ogen heeft gezien.
Dat hij nu in vrede moge rusten wensen al zijn
vrienden en kennissen.
Gen. maj. E. ENGLES.
SERVICE DËS PRISONERS D6 GUEftRE
sas»
fsmsist o v
Na.
ft
ff
fc&JK
De beroemde briefkaarten die
opges\ eld moesten worden uit
een keuze model-zinnen. En
toch hoe dolgelukkig en opge
wonden was het kamp niet.
als de mare rondging: er mag
geschreven worden! En hoe
blij was je als het wonder ge
beurde dat je zelf een brief
kaart ontving? Soms was het
maar één kaart in een kamp
van zoveel honderd man en
dan was je gewoonweg be
schaamd met je geluk temid
den van al die teleurstellingen
om je heen
{Van 2 versch. briefkaarten.)