TA WAN AN LAP AR! 7 HAWAh MARU JOHORE DE DROMEN (Song-hit in 't 4e en 9e) TEMPLE HILL CHANGI JAIL P. MONOD INCOGNITO. September 1943, aan boord van de „Hawaii Maru", bestemming Singapore. Priok schuift met elke schroefslag langzaam naar de achtergrond, goedangs met de zinken daken zichtbaar zinderend in de hitte, kaden vreemd leeg ondanks veel keizerlijk khaki Het schip, een vrachtboot van onverdacht antieke allure, is afgeladen met nerveuze, zwetende, kan kerende krijgsgevangenen. Alle ruimen zitten stik vol, er kan niets meer bij. Dus wordt het dek ef ficiënt benut om nog meer van dat stukgoed te bergen. Het is boekan main warm. Ik zit met een kontjo tegen de verschansing opge drukt. Niet ver van ons vandaan is de voor dat scheepsgedeelte enige zoetwaterbron, te bereiken via voeten, benen, lichamen. De animo is buitenge woon groot en hardnekkig. Vooral de lui in het ruim hebben het lelijk te kwaad. Die komen dan ook in een ononderbroken stroom het dek op, arg wanend gadegeslagen door de „dekgasten die hun ledematen koesterend nóg een millimetertje proberen in te trekken. In de eindeloze rij verschijnt ook een al wat oudere man, grijzend, lang en kloek van postuurbe hoedzaam laverend tussen alle aanwezige obstakels, zigzagt hij in onze richting. Weldra zal hij de klip, schilderachtig gevormd door mijn maat en mij, moeten omzeilen. De manoeuvre lukt slechts ten dele„Adoeoe! Kijk toch uit je doppen, suf ferd!" De navigatie-beoordeling komt van mijn vriend, die toch al djèngkèl is. Woedend pidjit hij zijn teergevoelige tenen. De ander, beheerst en begrijpend, verontschuldigt zich en koerst onver droten verder De onfortuinlijke „navigator", blijkt later gen. ma joor Statius Muller van de Gnie te zijn. MAUS RUGEBREGT Met mijn verlof naar Holland, Den Haag en Scheveningen De bollenvelden en tuintjes met seringen Een dineetje bij Centraal. Heerlijk Amsterdam, Rembrandtplein en Tuschinsky, Het Damrak, de Kroon, Schiller Bar en Kempinsky Een revue-tje en ballet in t Centraal Refrein: Dat zijn de dromen, waar geen ander aan kan komen. Dat is 't verleden, bij dag gemeden. Maar in gedachten, in duist're nachten. Dan kan ik leven met deze schat! Dat zijn de dromen, waar de Jap niet aan kan komen: Dat zijn de beelden, die nooit verveelden. Bij 't ogen sluiten blijft het heden buiten; Dan kan ik leven met deze schatI Paris, Chouchou, l'amour en een dineetje. Tour d'Eiffel, Champs Elysées, een sépare-tje Dat leven was een paradijs! Piccadilly Circus, Leicester Square, dat 's Londen. Whiskey, mist, en een flirt heb 'k daar gevonden. Oh! my Londen, mon Paris! Refrein: Na mijn verlof het afscheid, dan Marseille. De trossen los, de reis, Indië et mon travaille. De taak, die ons hier wacht. Maar d' oorlog kwam ook hier, dus mobilisatie, Na drie maanden spanning capitulatie, Het kamp de toekomst is als een duistere nacht Refrein: Maar er zijn nog dromen enz. Ik zat als krijgsgevangene in Johore. Er zaten verhoudingsgewijs maar weinig gevangenen, maar zij hadden het betrekkelijk misschien het slechtst. Johore is ook in vredestijd altijd een minus-gebied geweest. De voedselnood daar werd dus in oor logstijd fataal. Wij „woonden" dicht bij het enor me Chinese kerkhof van Singapore en zagen wel eens trucks vol doodgehongerde mensen daar doodgewoon „dumpenWij hadden het after all betrekkelijk nog steeds goed, want de toestanden in de tamil- en ramoesja-kampen waren werkelijk ten hemel schreiend. Wat we maar enigszins konden opsnorren in ra vijnen of op grasvlakten, aten we op. In die tijd hadden we immers maar één maaltijd per dag: een schep rijst met groentennat in de avond. Verder midden op de dag een „portie" gekookte ketella- schillen (één conservenblikje vol). Daar tegenover deden we bijzonder zwaar werk: Japanse maga zijnen volstouwen (munitie, amarylpoeder, glas, papier, enz., enz.), tunnels graven, verdedigings werken aanleggen. In de rustpauzen liepen we vaak wankelend en duizelig in de omgeving eten te zoeken als kamponggladakkers. Meestal rub- berpitten. Soms de ondereinden van grashalmen, poetjoeks van allerlei planten en verder letterlijk alles. In die tijd heb ik behalve zulke „gewone" kosties als slang en slak ook gegeten: muis, kat, hond, mus. Eens roofden een vriend van me en ik een paar eieren onder een kip vandaan op een Chinees boerderijtje. We kwamen zo onschuldig mogelijk naar het kamp terug (alsof we van ,,o- bendjo" terugkwamen) met de eieren in onze tja- wat tussen onze benen (lastig lopen deze!). Bij de theekokers gekomen, lieten we de eieren ongemerkt in de kokende thee zakken en wachtten tot ze gaar waren. Toen gauw eruit gehaald en gepeld. Tot onze ergernis bleken de eieren zowat uitge broed te zijn en zaten we verwezen naar de gekke vleesjes te kijken. Het rook echter zó buitenge woon lekker, dat we onze weerzin overwonnen en ze opaten. Het smaakte fantastisch. Toen ik nochtans later op een film zag hoe in Viet Nam de mensen deze zelfde „spijs" als delicatesse aan de straat eten, werd ik er haast beroerd van! Wat werkelijk delicatessen warep: geroosterde jonge pisang en geroosterde nangka-schillen. Ook maakten we eens wijn: een stuk pisang kauwen en het kauwsel in een fles, suiker en water erbij, kurk erop. Een paar dagen wachten. Onze eerste fles wijn ontkurkte zich midden in de nacht als een champagne-fles met een knal, waarop we een bad kregen van de heerlijkst geurende wijn. Deze wijn deden we de volgende dag in een zelfgebak ken koek van rubberpittenmeel. Het resultaat: „Tipsy Cake Super de Luxe' Onvergeetlijk! Dankzij nachtelijke roofpartijen onder de kawat door en zo hield ik me vrij aardig op peil. Toen in het kamp de beri-beri al vele slachtoffers had Ja, zonder uitzondering hebben wij allemaal achter de kawat één record geslagen: dat van het laagste gewicht dat we konden produceren! Herinner je je nog hoe langzaam je op hel laatst liepDat een afstand van vijftig meter een uitputtende wande ling opleverde? De blinde vlekken voor je ogen? De onaflaatbare visioenen van lekker eten? De huid, die barstte, afbladderde? Dat je op de ..bore holes" soms niet meer overeind kon komen en je makker moest aanschieten: ,,Peh. helpen peh. op staan!" En nu, nu gooien we ons brood vaak weg omdat we het niet lusten gemaakt, zag ik er nog steeds gezond en potig uit. Een vriend van me vroeg me eens: „Hoe weet je eigenlijk of je al beri-beri hebt?" Ik zei: „O, dat is gemakkelijk. Je drukt zo met je vinger op je been dicht bij je enkel. Zo. Als je dan je vin ger weer optilt en het kuiltje blijft staan, heb je beri-beri. Als je gezond bent, gaat je vlees weer strak staan." Ik tilde tevreden over deze medische les mijn vinger op en zag met uitpuilende ogen hoe het kuiltje triomfantelijk bleef staan. Daarna ben ik nog harder gaan stelen om die beri-beri kwijt te raken. T. R. ROKEN ACHTER KAWAT. In het kamp rookten wij van alles. Nadat de laat ste pakjes Warning in rook waren vervlogen en de laatste pakjes Kooa en de laatste lèmpèngs volkstabak, kwamen de cherry-bladeren aan de beurt, de papaja-bladeren en de terong (dat is toch óók een Solanacea!). Na de Modiano was in tussen de Hadji Sanoesi gekomen en nog later doorslagpapier en toen dun kertas tjina en toen krantenpapier. Boeken werden op reis meegeno men niet om derzelver filosofische of literaire waarde, maar om derzelver fijn papier. En bijzon der in trek waren sommige zakbijbels. Ik moet noch tans bekennen dat we altijd een drempeltje over moesten voor we weer een pagina uit het Woord Gods scheurden. Ik kende een Aussie, die zorg vuldig alleen de marges uit zijn bijbel sneed en dus de tekst ongeschonden liet. Hem kennend als een grof en materialistisch mens, kon ik niet na laten hem een complimentje te maken voor zijn fijnheid, waarop hij het onvergetelijke antwoord gaf: „Yeah, don't like theprinting ink!" F. de W. VERLEDEN EN HEDEN Bijdrage voor ..Prisma' in Kamp Changi-Jait S'pore) Een chef de cuisine uit ,,Des Indes Wiens ballonbuik befaamd en bekend is. Was niet meer te herkennen, Slank en rank als de dennen Door 't dieet en de honger-ellendes! Een Hollands dentist uit Johore, Die zijn prima praktijk heeft verloren, Werd, voordat hij het wist, Adviseur-specialist Belast met W.C. gaten boren! Een chemist die parfums produceerde. Doch als Landstormer capituleerde, Moet thans varkens verzorgen, Mengt de mest elke morgen Die zijn veestapel 's nachts deponeerde!

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 7