VAN HIER EN GUNDER 11 PARLEZ-VOUS FRANCAIS? Van Hier en Gunder is onze belangrijkste rubriek. Voor het eerst in de historie van de Indische journalistiek bestaat ergens een vrije uitwisseling van gedachten over de meest uiteenlopende onder werpen. De Indische burger stuurde destijds haast nooit ingezonden stukken in en doet het nog steeds slecht in de Hollandse pers. Omdat wij hier vaak „als vreemden" spreken en niet verstaan worden. In TONG-TONG voeden wij elkaar op. sterker dan uit welke andere kolom ook in dit blad is hier de psychologie van de Indischman te herkennen. ,,Tot mijn spijt de mededeling dat ik geen prijs stel op de 100 inhoud van Uw blad, t.w. door tegenzin mij te laten neerhalen door de Maleise woorden, die er te veel in voorkomen in de Redactie.'' „Der Hollander ist immer fünfzig Jahre zu spat der Indo ist nur zwanzig Jahre zu spat Wij Nederlanders hebben de bewoners van Insulinde „omhoog" gehaald onderwezen door Nederlandse opvoeding zijn ze vrij ge worden. Wij moeten daarom het woord „Indo" nooit meer noemen gebruiken opdat de Indo nesiër op één lijngesteld worde als andere vrije mensen ...(de repatriant) denkt intenser na over de levensproblemen. In 't leven komt 't neer op: elkaar helpen. Hij kibbelt niet over citaten uit de bijbel, hij is zich bewust van 't Christen moeten zijn in 't gewone leven. Hij is minder hebzuchtig dan „de inlander" hier. Hij kan ontvangen en geven. Hij is trouw in zijn vriendschap, plichtsver vulling Mevr.v.A. Het is inderdaad waar dat vele Nederlanders (ook Indische) t.a.v. Indonesiërs en Indische Neder landers denken in termen van „omhoog halen". Met alle appreciatie voor deze opvatting, die ook veel goeds gedaan heeft, er zijn een massa Indo's die nooit ook maar een seconde gedacht hebben over dat omhoog komen. Omdat zij zich altijd gelijkwaardig gevoeld hebben. Mijn tjang heeft nooit het gevoel gehad dat zij „omhoog gehaald" werd door haar aangehuwde Engelse en Neder landse familie. En duizenden met haar. Veel kin deren met Indonesische moeders hebben een grote liefde en verering voor hun Indonesische familie. Al deze mensen zien dus niets denigrerends in dat woord Indo. Blank en bruin op één vlak. Wat daar uit voorkomt, is DUS op datzelfde vlak. Waarom zouden dan namen iets minderwaardigs aanduiden? Ook de Bijbel noemt ieder „diertje" bij zijn ware naam, duidt daarmee de GROEP aan, maar stelt ze voor Gods aangezicht gelijk en oordeelt ze als MENS (Leviet, Samaritaan!). Er zijn dus een massa Indo's, die rustig zeggen: „Ik ben Indo", het anderen niet kwalijk nemen als zij dat niet doen, maar hun eigen recht rustig blijven opeisen. Net zoals er mensen zijn, die zeggen: „Pardon, ik ben geen Hollander, ik ben Fries." En als je zegt: „Ik bedoel Nederlander", koppig antwoorden: „Ja, maar Fries!" Ook hier zit een bepaald soort Gods vrucht in: „Ik schaam mij niet voor de wijze waar op ik geschapen ben. Integendeel!" Hemel ja, hier zijn duizend discussies over, waarin ik mij niet begeven wil, maar als een bruine lezer zich Indo noemt in mijn krant, dan mag hij dat. Uit Uw tweede alinea blijkt dat door Nederlanders in Indië niet alleen veel geleerd is aan, maar ook van de Oosterling. Ja, de intelligentste Nederlanders zijn ervan overtuigd dat wij veel en veel meer hadden kunnen leren van het aan ons onderworpen volk. De echte Indo heeft dat gedaan. Nu nog zijn zijn gewoonten, is zijn voeding, zijn taal ervan door trokken. Laat hem. Hij is een goed mens. Hij is een orderlijk burger. Hij is een trouw Nederlander. Laat hem ook oprecht zichzelf zijn. T. R. „Indonesië, waar ik met wrange gedachten aan terugdacht, is voor mij door Uw blad nu weer 't land geworden, waar ik met de heerlijkste her inneringen aan terugdenk!" MEVR. KENTGENS-CARDON. en waaraan wij moeten proberen te denken als het land, waar eens onder andere omstandigheden onze kinderen en kindskinderen weer gelukkig kun nen zijn. „Mijnheer, hier is abusievelijk een paar maal Tong-Tong bezorgd. Het is een aardig blad, daar niet van, maar ik ben nooit in Indië geweest en heb er dus niets mee te maken S. Ah, nu weten wij waar dat arrogante „niets-mee- te-mèke" vandaan komt van arrogante vlegels in Indië: van hier natuurlijk! Het is hier in Holland natuurlijk niet slecht bedoeld we hebben het hier zóóó druk met onze geweldige partijtwisten die lastige lui uit Indië zitten ons alleen maar dwars! „Ik vind in Uw blad een heel andere en pret tiger toon dan ik vaak ontmoet heb bij Indische mensen: een soort stille lijdzaamheid, die maar ergert R. M. v. d. K. Er zijn twee soorten stille, lijdzame Indische men sen: 1. het normale lamlendige soort dat onder elk volk bestaat, en 2. het soort dat inderdaad ont stellend geleden heeft. Er is in Holland maar heel weinig bekend van de nood in onze krijgsgevangen schap, de horreurs van de Kempetei en daarna de afschuwelijke bloedbaden in de bersiaptijd. Ver antwoordelijke Regeringen in Nederland hebben erover gezwegen (en de Ned. pers hielp daarbij een flink handje), maar er is méér ellende geweest, meer, dan een mens dragen kan. Daarom zijn wij wel eens geprikkeld als we hier in Holland het laaiend enthousiasme merken over b.v. Little Rock, Cuba, Hongarije. Toen eigen landgenoten aan de lopende band werden afgeslacht (het „bloed- transport" in Soerabaja, Depok, de Simpang-so- cëteit, enz., enz.), was de berichtgeving erover zó pover, dat men nu alles alweer vergeten is. En (misschien ook uit valse schaamte) wij zijn geen huilebalken. Dus schreeuwen wij onze ellende niet van de daken. Wees blij, meneer, wees blij. Als U alles wist Uw geweten zou een eeuw lang knagen T. R. „Gaat TONG-TONG niet wat al te veel in op kleine vraagjes, peuterige moeilijkheidjes, klein zieligheden? Kan onze plaatsruimte niet beter ge bruikt worden?" R. H. Mijnheer, schrijf op. Voor élk goed stuk staan onze kolommen altijd open. Verder: veel van deze peute righeden zijn serieuze problemen voor Indische Nederlanders, die met een moeilijkheid vastzitten. TONG-TONG voedt op. Veel lezers staan in discussies met tegenstanders van TT of met on wetende Hollanders met de mond vol tanden. Wij leren ze hoe te antwoorden of te denken. Anderen hebben deze adviezen niet nodig. Maar die moeten dan niet met de armen over elkaar gaan gojang kaki. Ook zij moeten meewerken. Ware burgerzin hulpbetoon. „Sedert ik weg ben uit ons lief Indië, bevalt 't mij nergens. Gek hè? Zo zwerf ik van de ene plaats naar de ander. De 30ste verhuis ik weer. Ik lijk wel een zigeunerin, vind je ook niet? MEVR. KREECKE. Oma is omstreeks 80, 8 jaar hier. Zulke mensen worden ontevreden genoemd. Maar wij begrijpen wel beter, ja? Oom Drik liep eens langs het Wilhelminapark in Betawie, toen hij door rasechte Didong werd aangehouden. Didong: Pardon, monsieur, oü est l'égtise catho- lique? Oom Drik: Marchons, marchons terou, sampé vous ketemou un maison avec deux pentolans, c'est l'égtise catholique! V. N. M. (Didong Fransman afgeleid van dltes done"!) CHINEES VERHAAL Een houthakker die zich dagelijks ergerde aan de last, die zijn gebrekkige vader hem veroorzaakte, besloot de oude man naar een verlaten plaats in het woud te brengen, teneinde hem daar te laten sterven. Met zijn zoon maakte hij een primitieve draagbaar en samen droegen zij de oude man het bos in. Toen ze weer terug gingen, nam de zoon de draagbaar mee. Op de verwonderde vraag van de vader waarom hij dat nutteloze ding nog mee nam, antwoordde de zoon: „Wel, als U straks oud en waardeloos geworden bent, moet ik U toch ook naar het bos brengen?" Naschrift: het verhaal eindigt wel abrupt. Zou de houthakker zijn vader weer meegenomen hebben of zou hij gezegd hebben „Ieder voor zich en God voor ons allen?" VERDRAAGZAMHEID. „Ik kan best met Indische mensen opschieten, maar hun keuken stinkt zo! Ik vraag ze altijd of ze de ramen willen open zetten als ze koken, maar ze vergeten het telkens. Nou zeggen ze dat ze de lucht van spruitjes en zuurkool ook niet kunnen verdragen, maar dat is toch geen stank? Dat ruikt lekker!" „Ik kan niet hebben dat die Indische mensen rijst blijven eten. Waarom moet er weer ander eten van buiten komen? Zijn de Hollandse aardappels dan niet goed genoeg?" „Meneer, ook de Hollandse aardappels en tomaten zijn hier ingevoerd. Uit Amerika. Amerikaanse kost is hier volksvoeding geworden. Ook is de Hollandse rijsttafel wereldberoemd geworden. Wees blij dat U wat leert van Uw landgenoten die de wereld in zijn geweest"

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 11