J. M. KIVERON
3
Afscheid van een „Grand Commis"
GEEN ORGAAN
27 Februari overleed in Den Haag M. Kiveron,
de oud secretaris-generaal van Overzeese Gebieden,
MINUOR, MINVOR of MIZO, voordien de Al
gemene secretaris van het Gouvernement van Ne-
derlandsch-Indië, Voor de oud-gasten, kleine, grote
of wat voor boengs dan ook: „Kiveron is dood".
Wie hebben hem niet gekend? De jaarlijkse plaatjes
van de officiële gelegenheden waarbij de top vaD
de Nederlandsch-Indische bureaucratie in groot
tenue en rijtuigen naar buiten optrad, de algemeen
secretaris in eigen uniform en onder eigen steek
op zijn plaats, protocolair naast of achter de G.G.,
de handtekening onder de ambtelijke stukken van
de secretarie, van Sabang tot Merauke voor alle
ambtenaren het symbool van „Batavia", of „Bui
tenzorg".
Maar verder? Zeker is dat met hem een waarlijk
„grand commis" is heengegaan, zoals men in Frank
rijk zou zeggen, het land waaraan wij en ook Ne-
derlandsch-Indië de moderne ambtenarij te danken
hebben. De feiten van zijn loopbaan, getuigenissen
van wie hem als ambtenaar mee maakten en de
grote bintang bij zijn pensioenering spreken duide
lijk genoeg. En verder? Wat weten wij eigenlijk
van alle Indische ambtenaren, groot en klein, totok
en Indische jongen? Wie werden ambtenaar in
Indië, waarom, wat hebben zij erin gezien en
gevonden? Nederland en ook Ned.-Indië zijn arm
aan mémoires, dagboeken en andere persoonlijke
geschriften die wij voor de geschiedenis en voor
nog zo vele andere zaken van het Ned.-Indië tussen
1815 en 1949 met de dag smartelijker missen. Wie
weet wat er misschien nog tevoorschijn komt?
In ieder geval niet van Kiveron. Deze grote com
mies heeft zichzelf weggecijferd. De „servitude et
grandeur" van de ambtelijke dienst, hij heeft ze
gekend, ook van anderen. Stil heeft hij geholpen,
stil bleef hij ook als persoon. Weinig geeft het
zijlicht, waaronder een enkeling hem wel eens zag.
Als jong Indoloog min of meer toevallig maar
wat is toeval in 1914 op de secretarie ge
komen, bleef hij er, na een voor zijn loopbaan be
slissend geschil met een superieur, waarin hij in het
gelijk werd gesteld, tot maart 1942. Wie toezagen
op de ambtelijke kant van het Indische bestier had
den scherp gezien: dit was de grote ambtenaar waar
de Secretarie om vroeg om het steeds verder
reikende terrein van overheidsbemoeienis te kun
nen overzien.
WAAR GEBEURD.
I. Plaats van gebeuren: 2e klasse ener H.I.S.
in Tjimahi.
De juffrouw had uitgelegd: van Java komen Java
nen, van Sumatra Sumatranen, van Timor
Timorezen, enz.
Petrus, zei ze tegen een klein Amboneesje, jij komt
uit Ambon en bent dus eenPrompt ant
woordde Petrusje: „Ik juf, ik tierlijk Chollander.
„Maar Petrus, jij komt uit Ambon, dus ben je een
Am
„Neen juf, ik Chollander!" De juffrouw nijdig:
Petrus, luister goed. Van Java komen Javanen,
van Sumatra - Sumatranen, van Timor - Timore
zen, enz. enz. Als je het nu weer verkeert zegt,
laat ik je om elf uur honderd strafregels schrijven."
„Wach juf, wach even, Onze Lieve Heer, hij ben
heboren in koejestal. Hij toch ook niet sapi!"
Kiveron heeft niet teleurgesteld en geheel voor
zijn werk geleefd. „Veel heb ik aan Erbrink (een
van zijn voorgangers als algemeen secretaris)
gehad", vertelde hij eens. „Hij heeft mij als jong
ambtenaar op de secretarie de weg gewezen. „Als
je hier wil blijven", zei hij, „moet je kiezen Ik heb
de piano dichtgeklapt". De „piano" ging ook bij
Kiveron dicht. Niet helemaal. Daar bleef na het
werk hoe vaak tot laat in de nacht de lite
ratuur, Nederlands, Engels, Amerikaans. Na '45
terug in Holland herkende hij met bewogenheid de
H.B.S. uit zijn Leeuwardense jeugd onder de pen
van Vestdijk, miste hij geen nieuwe Hemingway
of Steinbeck. Daar bleef de vreugde in de natuur,
ook van Europa tijdens het verlof, van de Hoge
Veluwe de laatste jaren. Maar voor en boven alles
ging het ambt, ook toen hij in '46 zich in het
Nederlandse gareel spande voor de Indische zaak.
In het Nederland van toen betekende dat positie
kiezen; de daarbij waarom toch? onvermij
delijke vereenzaming heeft hem zeker getroffen,
maar dieper raakte hem, als ons allen, het uiteen
vallen van de Indische zaak in een Hollandse en
Indonesische. Trouw werkte hij door, voor de West
voor Nieuw Guinea. Robuust van constitutie heeft
hij zich nooit gespaard, ook niet in zijn Neder
landse jaren. Stug bleef hij daarbij zijn lange
Amerikanen roken, het middageten smaakte hem
altijd beter na een paitje, en wie hem 's avonds op
zijn werkkamer wel eens opzocht werd altoos ple
zierig op streek geholpen met een glas cognac.
Ziek uit het kamp (Sumatra) gekomen, werd hij
weer snel de oude, maar ziek heeft hij de dienst
moeten verlaten. Teveel had hij deze laatste jaren
van zichzelf gevergd, maar wat is voor een „grand
commis" teveel?
BUDEL.
Als ik morgen
in de wereld zou staan
zou ik niet weten
waarheen te gaan
want voor mij is
dit kamp een grens
en ik weet niet
of ik de vrijheid wens
al ga ik ook weg
zomaar ergens heen
in een ander land
ben ik net zo alleen
en als ik eenmaal
voorgoed ben heengegaan
weet niemand meer
dat ik ooit heb bestaan.
HANNY LIM.
DRAMA'S IN EEN NOTEDOP.
Gesprek tussen twee meprouwen even voor Ned.
Indië in Indonesië veranderde.
Meprou I. Mijn dochter al twee jaar hetroud met
Gollandse jongen van A.A.T. en steeds maar ister
niet kind. So jammer.
Meprou II. Als mijn dochter net andersom. Kindnja
al toewè, maar Gollandse jongen steeds ister noh
niet. Dese ook so jammer ja!
(Copy ongesigneerd)
Weer een grote uit ons oude Indie is
onverwachts uit ons midden weggerukt.
Maakt de voortdurende vermelding van deze
(eiten van TONG-TONG een verdrietig
bladNee, het maakt duidelijk dat TONG-
TONG onder de vele luchthartige en vro
lijke artikelen een ernstig blad is. Wij schrij
ven deze afscheidsartikelen uit eerbied en
dankbaarheid voor wat de oude garde voor
ons deed in „de goeie ouwe tijd". Wij
MOETEN dit doen, omdat het uitsterven
van deze garde aan de Nederlandse pers
praktisch ongemerkt voorbij gaat.
Onze „pers", al is het maar een kleine
TONG-TONG, brengt de hormat die ge
bracht hoort te worden. Uit het oog is
NIET uit het hart. Wat in het hart is. komt
in TONG-TONG boven.
Moeilijk na te gaan is welk stempel Indië op nem
gedrukt heeft, als wij afgezien van de uiterlijkheden
waaraan tropengangers elkaar altijd herkennen.
Indië bieef hem vasthouden, ook na zijn pensioe
nering. Zelden sprak hij over de G.G.'s onder wie
hij gediend had, warm over „TjardaEen suggestie
om zijn naar tijd en plaats zo gedenkwaardig ver
leden in mémoires vast te leggen deed hem op
kijken. ..Ik pieker er niet over", zei hij beslist en
snel. „Trouwens, ik heb geen stuk meer in huis".
De stevige handdruk, de glimlach, de nuchtere
scherpe ogen. Het zij zo. Tabula rasa, het werk
was gedaan. Een stuk van onze geschiedenis valt
weg.
E.
4e
4=
OVERLIJDEN Ir. WERMUTH.
Door omstandigheden kwamen de gegevens, nodig
voor het schrijven van een artikel n.a.v. het over
lijden van Ir. E. D, Wermuth, te laat in ons bezit.
In ons volgend nummer komen wij er dus pas op
terug.
COPY VOOR TONG-TONG.
1. Altijd naam en volledig adres in linkerboven
hoek pag. 1 van uw copy. Ondertekening met
echte of schuilnaam of initialen aan het slot.
2. Anonyme copy en brieven worden NOOIT in
behandeling genomen. U wordt automatisch be
schermd door het redactiegeheim, nooit door ano-
nymiteit.
3. Als U copy instuurt èn een brief schrijft, op
beide (in de linkerbovenhoek) naam en volledig
adres.
Schrijf nooit roewet; persoonlijke mededelingen, op
gave van nieuwe abonnees, verantwoording gel
den, gescheiden houden. Mag wel op één velletje,
maar apart onder a, b en c.
4. Schrijf leesbaar.
5. Wees kort.
De met allerlei „eigen" orgaantjes of bondsblaad-
jes opgegroeide Indischman denkt nog steeds dat
TONG-TONG ook een soort orgaan van een
soort bond is„ waar men LID van moet zijn. Dat
is NIET juist. TONG-TONG is een blad van uit
Indië afkomstige Indische en Totok Nederlanders,
die een vrije en onafhankelijke plaats willen inne
men in de Nederlandse pers. Van ons blad is men
dus gewoon ABONNEE. TONG-TONG staat
BUITEN politieke, religieuze of sociale beper
kingen In dit blad is de Nederlander uit Indië aan
het woord voor de luisterende Nederlander van
hier.
Al getuigende BOUWEN WIJ OP een WARE
HISTORIE van de Nederlander overzee en een
POSITIEVE MENING van de Indische Nederlan
der temidden van het Nederlandse volk.
TONG-TONG NIET BEZORGD?
Oorzaken:
1. Fouten bij onze expeditie of administratie. Wij
zijn dubbel feilbaar omdat wij hopeloos personeels
tekort hebben.
2. Fouten van dë post (eens werd zelfs het be
staan van een straat ontkend, maar later toege
geven!
3. Bij U uit de bus ontvreemd.
4. Uw adresopgave was onduidelijk of fout, of
onvolledig. (Wij krijgen wel eens een briefkaart:
hierbij geef ik mij op als abonné zonder adres!).
5. U hebt al lang niet betaald (houd Uw ka
lender bij!)
6. De som van twee of meer dezer fouten.
Maar alstublieft, schrijf niet dadelijk brieven op
hoge toon. Respecteer u zelf.