w
r
DE CAPITULATIE
Zo ontstaat een naam
T jawatnummer 1
mi
(Enige aantekeningen bij het artikel ,,De laatste
dagen door een officier, die de tocht naar
Kalidjati heef medegemaakt en de besprekingen
bijgewoond.)
De militaire situatie op 7 maart was ongeveer als
volgt. De Cdt van de sector Noord-Bandoeng
(Gen. Maj. Pesman) rapporteerde dat de stellin
gen in het Tjater-acces waren omtrokken, dat ver
schillende inheemse eenheden infanterie (nog be
wapend met karabijn model '95 en klewang) eigen
machtig hun stellingen verlieten en dat de toestand
militair hopeloos was.
De enige „vechtgeneraal", die nog beschikte over
een voor de Indische verhoudingen vrij belangrijke
troepenmacht, waarmede wellicht nog een klein
plaatselijk succes zou kunnen worden geboekt, be
vond zich met zijn colonne bij Tjirandjang (West-
Preanger) en seinde die dag naar het hoofdkwar
tier, „dat hij moeilijkheden ondervond met de ap
proviandering als gevolg van een treinontsporing,
dat zijn troep gehavend en vermoeid was, zodat
wanneer hij zou worden aangevallen, hij slechts
kon capituleren."
Twee dagen tevoren was een aanval op het door
de Japanners op de Engelse bezetting veroverde
vliegveld Kalidjati mislukt, doordat de Javaanse
compagniën tijdens de naderingsmars door enkele
Jap vliegtuigen werden bestookt, waarop zij niet
meer vooruit waren te krijgen en bij het invallen
van de duisternis in paniek terugvielen.
Aan onze zijde waren er geen vliegtuigen meer in
de lucht; van de weinige tanks, waarover in de
aanvang werd beschikt was ruim 75 pet. verloren
geraakt in een raid op Soebang.
Op 8 maart was door Gen. Pesman d.t.k. van ka
pitein Gerharz (Jap. tolk) contact opgenomen met
de Jap. voorhoede om mede te delen, dat Bandoeng
een open stad was en dat daar, noch in de omge
ving weerstand zou worden geboden. De Jap. ver
bindingsofficier (een luit. van de luchtmacht) gaf
echter te kennen, dat hij gemachtigd was mede tc
delen, dat tenzij de G.G. en de Legercdt. zich in
persoon naar Kalidjati zouden begeven, Bandoeng
door middel van vliegtuigen zou worden vernie
tigd. Een seinstation op het erf van villa Isola
zou via een rondcirkelend vliegtuig na een uur het
sein voor de aanval geven. Bandoeng was gedu
rende de laatste dagen met duizenden vrouwen en
kinderen uit Batavia en elders volgestroomd.
Hoewel de G.G. een dag of drie tevoren was af
getreden als opperbevelhebber van de strijdkrach
ten, werd de komst van Z.E. door de Jap. opper
bevelhebber als voorwaarde gesteld.
Op 8 maart te 10 uur v.m. werd besloten tot de
tocht naar Kalidjati, hetgeen uiteraard betekende
algemene capitulatie; met minder zou de Jap. geen
genoegen nemen, aangezien hij over alle troeven
beschikte.
Van een gebeurtlijke bespreking met een fictieve
Jap. kolonel in Isola of een Div. Cdt, in Soebang
is nooit sprake geweest. Bij Isola bevond zich als
hoogste militair een luit. van de M.P. (Kempetai),
die tot taak had het gezelschap naar Kalidjati te
begeleiden. Voorbij Lembang werd nog even kort
gepauzeerd bij de commandopost van de Cdt. van
de aanvalscolonne; deze wenste het gezelschap in
enige hoffelijke woorden sterkte toe bij de zware
tocht naar Kalidjati.
In de voormalige officiersmess te Kalidjati arri
veerde na enige tijd de Jap. opperbevelhebber Lt.
ABONNEMENTEN BUITEN
Nw. Zeeland
f
2.50
p. maand
Zd. Afrika
f
2.50
p. maand
Brazilië
2.50
p. maand
Australië
f
2.50
p. maand
Nw. Guinea
f
2.00
p. maand
f
2.00
p. maand
Ver. Staten
f
2.00
p. maand
Suriname
f
1.50
p. maand
Antillen
f
1.50
p. maand
ALLES
PER LUCHTPOST
Gen. Imamura; aldaar werd de capitulatie gete
kend.
Tijdens de tocht naar Kalidjati werd opgemerkt,
dat vrijwel alle Eur. en Chin, woningen en win
kels door de bevolking waren leeggeplunderd, ter
wijl uit de kamponghuizen de Jap. vlag stak. Ook
onze troepen waren de laatste dagen gedurende
mislukte tegenaanvallen in hun bewegingen gehin
derd door grote rampokkende benden.
Langs de weg naar Soebang en nabij Kalidjati la
gen nog vele onbegraven lijken; ook de Regiments-
comm. Kol. de Veer was gesneuveld. Voor hen
was de oorlog afgescheiden dan van de operet-
te-achtige bewapening geen operette geweest.
De Mil. Politie, waarover de schrijver van het ar
tikel het heeft, was enige dagen tevoren opgericht
om het rampokken en moorden, waarover vele be
richten binnen kwamen, zoveel mogelijk tegen te
gaan. Het schijnt dat zij nog zeer nuttig werk, al
thans ten Z. van Bandoeng heeft kunnen doen.
X.
Madjene was de hoofdplaats van de afdeling Man-
dar, een dikke 300 km. Noord van Makassar.
De bevolking vertelt dat het Gouvernementsvaar
tuig, dat met de kaartering van dit gebied was be
last, ter hoogte van de kampong Banggai een
prauwtje aanhield, waarin een man zat aan wie
men gegevens wilde vragen. De man verstond geen
Maleis en de schepelingen geen Mandarees. Er
moet toen ongeveer het volgende vruchtbaar ge
sprek gevoerd zijn:
Scheepsofficier, wijzend op de kampong (Banggai)
aan het strand: „Nama apa?" welke naam (Ma
leis); wat ga je doen (Mandars).
Man in de prauw: „Madjene" water halen (bij
de bron in Banggai).
Plichtmatig werd „Madjene op de kaart genoteerd
als naam van kampong Banggaien knap de
gene die deze weer van de kaart veegt!
Het aantal abonnees neemt nog steeds
niet snel genoeg toe. Het aantal abonnéc-s
dat vrijwillig wat meer stort dan het
kwartje per nummer, stijgt ook niet meer.
Als dat zo doorgaat krijgen we straks na 1
het kawatnummer ook nog een tjawat-
nummer! Vier pagina's of zo. Dat hangt
dus van u af.
Ons manggaplantje groeit nog steeds te
langzaam. De grond is zó droog en zó
hard. En er lopen zoveel kambings te
azen op onze blaadjes! Om nog maar van
de rupsen te zwijgen. Ja gevaren be
dreigen elk leven in de wereld. We kun
nen die gevaren alleen overwinnen als we'
de krachtgevende elementen voeden. Al
weer dus doet TONG-TONG een beroep
op zijn lezers tot groter activiteit, tot gro
ter vrijgevigheid.
Ik weet het: de aandrang om de abonne
mentsprijs te verdubbelen wordt van vele kanten
groter. Wit u alstublief zonder schroom ons schrij-
Bovendien gooien de jongen de kinderen van hun
seffen dat onverdraagzaamheid en gebrek aan
„Doree" betekent in het Noemfoors „baai". Zo
is er in het westen van de Vogelkop van Nieuw
Guinea bij het plaatsje Makbon een baai die naar
het daarin gelegen eilandje Hoem, Doree Hoem
heet.
Zo was de baai van Manokwari bij de bevolking
bekend als Doree zonder meer, vermoedelijk om
dat het de enige baai van betekenis is daar in de
buurt.
Op de kaart vindt men nu aangegeven „Doree
baai", waarmee dus wel zonder enige twijfel vast
staat, dat Manokwari aan een baai ligt die deze
naam dubbel waard is!!
Voor de oorlog werkte de Japanner Kuroda in het
Buitenzorgse museum om een standaardwerk te
schrijven over de vogels van Java. Hij maakte aan
de hand van de zeer uitgebreide collectie opgezette
vogels verdienstelijke afbeeldingen in kleuren en
vermeldde van elke vogel behalve de latijnse naam
ook nog een aantal inheemse namen.
Hoe merkwaardig, dat volgens het in 1936 ver
schenen werk „Birds of the Island of Java van
Nagamighi Kuroda meerdere vogels luisteren naar
de soendanese naam „doeka"!!
(Soend. doeka ik weet het niet).
L. L. A. M.
De stralende dag over Pasar Baroe, het met Stentorstem uitgezongen Vaya con Dios, de schal
lende ventertjes op de trottoirs, de rijke stoffensortering bij De Zon, het ijsje bij Luilekkerland
en het stiekum gauw even opgepeuzelde portie saté Padang helemaal achteraan op Pasar Atom!
We waren onbezorgde en rijke toeristen zonder het te weten vaya con Dios Pasar Baroe,
vaya con Dios!