Q SOLOSE JONGEN BOUWT AAN WERELDWELVAART Van L. S.-Poerworedjo tot F.A.O.-Teamleader United Nations 8ÜI letsel om deze plannen daadwerkelijk tot uitvoering te brengen. Internationale bekendheid. Niettemin trok de publicatie van dit plan in het Congres International d'Ingénieurs pour le develop- pement des Pays d'Outre-mer te Parijs, dat tijdens zijn tweede verlof werd gehouden, de aandacht van de ingenieurswereld. Internationale bekendheid als kenner van de wa terbouwkundige vraagstukken in de tropen krijgt hij pas goed als hij als lid van de Nederlandse delegatie wordt aangewezen voor de United Na tions Scientific Conference on the conservation and utilization of resources in Lake Success, New York. Nog verscheidene malen heeft hij als hoofdgedele geerde de Nederlandse Regering vertegenwoor digd in de Regional Technical Conferences on food control in Asia and the Far East, gehouden resp. in New Delhi, Tokyo en Manilla. Het zou een foto kunnen zijn van James Jeffries, maar het is een prof.! Een noemde hem „De Temmer van de Ganges". In hem leeft de oude pioniersgeest op waarlijk kolossale wijze. Pakistaans blad van Indië voort In het oude Indië kende „Jan de Burger" de prominentia van zijn samenleving eigenlijk alleen door de vermelding in de kolommen van de „lintjesregen" op 31 augustus. Een kennismaking overigens die later alweer vervluchtigd was. Sportfiguren waren beter bekend dan geleerden. Bestuursambte naren en kopstukken uit de handel, cultures en industrie waren meer bekend door de statie die zij voerden, of eventuele „stunts" dan om hun verdienste voor de maatschappij. Zo kon het gebeuren dat menige Nederlander in Indië een internationale vermaardheid had, maar bij de gewone burger man minder bekend was dan pakweg Ken Maynard of Lee Way Tong, Nog steeds kent zelfs de beter ontwikkelde Indisch man de mannen niet, die Indië bouwden. Zij die grote ondernemingen en Estates maakten, die tro pische wetenschappen bestudeerden, en op inter nationaal niveau brachten, die nieuwe grote wegen baanden voor industrie en handel. Zo werd de naam Van Blommestein pas na de oorlog pas zo'n beetje bekend als van ,,de man die de rawa's van Soenter zou gaan dempen". En eigenlijk waren het alleen de Bataviase jongens van Soenter, Pe- panggo en Rawah Badak, die dat wisten. Laat ons in TONG-TONG wat meer vertellen van deze „rawa-demper". Deze man, ontwerper van het Serajoe-plan, het Taroem-plan, het pomp- systeem van de Nickeriepolder, het Brokopondo- plan en thans medebouwer aan een nieuwe toe komst van Pakistan, is een Indische jongen, Prof. Dr. Ir. W. J van Blommestein, FAO-Teamleader, één van de vijf top-ingenieurs die door de United Nations voor de hele wereld van onderontwikkelde gebieden plannen uitdenken en uitvoeren om de algemene welvaart te verhogen Hij werd geboren in 1905 te Soerakarta, bezocht de lagere school te Poerworedjo om via de H.B.S. te Bandoeng ineens door te stomen naar de Tech nische Hogeschool, waarbij hij op zijn 22ste jaar zijn ingenieursdiploma behaalde. Hiermee was een zeer geslaagde studie afgesloten en verdween zoals tp doen gebruikelijk de heer Van Blommestein in die enorme wadjik-koek, die Indische ambtenarij heette, waar werk meestal routine werd, promotie bepaald door anciënniteit en waar men na ver loop van tijd met eervol ontslag geluidloos uit verdween. Van Blommestein behoorde echter tot die zeldzame Indische jongens (andere: Prof. Wilken, v. d. Tuuk, Birnie, de Hoog, Berretty om maar ineens een paar te noemen)die zich geen tempo en be grenzing laten aanmeten, maar zelf hun koers en vooruitgang bepalen. Het Serajoeplan Al blijft zijn werk aanvankelijk eenvoudig en heeft hij omstreeks 1936 maar één flink werk op zijn naam staan (het ontwerp van het Serajoeplan. een irrigatieproject van 20.000 ha.), zijn geest ziet ver vooruit naar groter plannen en hij werkt er ook aan. Tijdens zijn eerste buitenlands verlof studeert hij o.a. te München Waterkracht en Turbines. Direct na zijn verlof promoveerde hij cum laude aan zijn alma mater op het proefschrift: „Een nieuw pompsysteem in Ned. Indië voor irrigatie en ontwatering", met prof. Vreedenburgh en prof. Proper als promotoren. Deze promotie vestigde de aandacht op hem en na enige tijd werd hij benoemd tot Hoofd van de Af deling Irrigatie en Assainering aan het Departe ment van Waterstaat en Wederopbouw en tot bg hoogleraar in de Irrigatie aan de Landbouw Hoge school te Buitenzorg. De weg was toen open voor ontplooiing in de richting die hij verkoos. Al spoe dig kon hij de Regering een Welvaartsplan voor West-Java voorleggen, waarbij door reservoirbouw in de Tjitaroem de mogelijkheid werd geschapen de produktiviteit van de irrigatiegebieden in West- Java aanzienlijk op te voeren en tegelijkertijd een enorme hoeveelheid electrische energie op te wek ken voor een industriële opbouw op grote schaal. De strijd in Indonesië en de woelingen en twisten van het moment vormden echter een ernstig be- Nickerie-polder en Brokopondo Tijdens zijn tweede buitenlands verlof werd hij door Suriname aangezocht het pompplan voor de irrigatie en drainage van de Nickerie-polder uit te werken. Hieraan werkend en af en toe op de kaart van Suriname neuzend buiten het werkgge- bied, ontdekt prof. Blommestein de enorme moge lijkheden van een veel groter werk. Ineens gebiologeerd door deze grootse mogelijkheden, werpt Professor van Blommestein zich op dit nieuwe idee, terwijl het eerste nog in moeizame uitvoering is, en in een aantal slapeloze nachten werkt hij een plan uit, dat in ingenieurskringen be kend zal worden als het Brokopondo-plan, een systeem van reservoirs en krachtstations, dat in- mense mogelijkheden opent voor de aluminium- industrie in Suriname. En wel in een mate, dat de gehele economische structuur van Suriname erdoor zal veranderen, omdat plaatselijke verwerking van de enorme hoeveelheden bauxiet mogelijk wordt. In weinige weken voltooit hij het ontwerp en legt hij het eerst voor aan Nederland, maar Nederland blijft lauw. Het Brokopondo-plan gaat voor ons verloren, hoewel de World Bank het een „econo mie sound project" noemt. Lang is dit plan natuur lijk niet blijven liggen. Meer ondernemende Ame rikanen hebben zich er direct op geworpen. Nu g en Da/ Om k on Ac*/ye/ De* t? André Malraux heeft eens gezegd dat het zijn grootste verlangen was zijn nagelmerk in de kaart te zetten of woorden in die geest. M.a.w. iets te dóen (dus niet te zéggen of te schrijven) dat nog lange tijden later op de wereldkaart te zien zou zijn. Prof. v. Blommestein doet dat. Links: zo ziet de bovenloop van de Suriname-rivier er later op de kaart uit: met een enorm meer zo lang als de weg van Den Haag naar Amsterdam en 30 kilometer breed, omringd door in dustriesteden en landerijen (i.pl.v. het oerwoud van thans). Rechts: latere kaarten zullen de be nedenloop van de Ganges niet langer tonen als moerasgebied, maar als welvarende landbouw streek. Tussen twee haakjes: Malraux is geen kaartspeler, maar een beroemd Frans schrijver en o.a. eens minister onder De Gaulle.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 6