VAN LAMBAT OF RAMBAT SI-KLAAS als voorzanger (Alweer een bijdrage over het ,,ambatirata - ajo!" bij werk in het oude Indië. En alweer een andere kijk op het mogelijke ontstaan over die „anime- rings-zangDeze artikeltjes bewijzen twee din gen: 1. grote belangstelling bij de Indischman voor de Indonesische folklore; 2. er werd in Indië blijk baar hard gewerkt en niet op het geklap van de zweep (wat socialisten en communisten kwaadsap pig voortdurend beweren), maar met een begrip en medeleven van het werkvolk). Voor de Javanenkolonisatie op Celebes, bij Kalae- na moest een brug worden gebouwd over de To- moni rivier. Een van de betonnen landhoofden kwam in een oude rolsteenbedding te liggen en moest diep onder de grondwaterlijn gefundeerd wor den. Het graven van de bouwput was uitbesteed aan een Chinese aannemer, die werkte met Toradja koelies. Men kreeg overmatig last van het grond water. Pompen waren er niet, dus werd er een bamboe putbalans gebouwd; aan één eind vijf pe- troleumblikken met rottans opgehangen en een con tragewicht van kaliestenen aan de andere kant. Zo werkte deze ja-knikker gestadig door onder het Toradja werkdeuntje ,,ho lambaté". Toradja's zijn een gemoedelijk volkje, dat zich niet gauw druk maakt. Het ging dan ook erg langzaam. Zo langzaam, dat het ook de Javanen opviel. Ze maakten zich vrolijk om het deuntje ,,ho lambaté", dat zij vertaalden met „o, wat duurt dat lang". Het water in de kuil stroomde net zo snel toe als de lekke blikken er uit haalden. De bouwput kwam maar niet op diepte. Chinees wanhopig: „Ini olang toladja kita bajal satali sahali, keledja keledja peletjoema sadja!" Die brug is toch klaar gekomen, maar nu is het wel grappig dat het werkliedje van die Toradja's van de zelfde oorsprong moet zijn als het ,,he rambaterata" elders, dat afgeleid is van het grond woord lambat of rambat slepend, kruipend. Rambaterata betekent dus het gezamenlijk of ge lijkelijk slepende houden van een zware last. Jav. telo rambat kruipende ketella oebi, bataat, een plant met lange, slepende ranken. Zo heeft lambat de overdrachtelijke betekenis gekregen van slepend, langdurig. Djangan melambat laat niet op je wachten. Lambaté Jav. hoe langdurig. Het rambaterata is voor zover mij bekend vooral in de omgeving van Makassar in zwang. De Java nen gebruiken het niet meer. Zij trekken hun vrachten nog steeds in naam van Don Lopez, Com mandant van de Barisans op Madoera, voor wie zij djatistammen moesten verslepen. Het ,,ho lopis koontool baris" kan men in Soebaja nog steeds ho ren. Met koereigers op een rijtje heeft net dus niets te maken. Nog een sleepritme: Op Oost Soemba zingt men „Ho tanggalo hé, hé tanggaloa bo" en als er dan vaart in het vrachtje komt ,,malamalamalamala". Zit in dat laatste niet de oude stamvorm ala halen, die men in zovele Indonesische woorden kan terugvinden, zoals alap- alap (de vogel die haalt valk); kelapa, van ka-ala-pan (de vrucht die van de boom wordt gehaald); delapan, van doea-ala-pan (twee afge haald van tien acht), enz. enz. L. L. A. M. wordt het uitgevoerd door een Amerikaanse maat schappij, de Alcoa in een „joined enterprise" met Suriname. Dacca Pakistan. Wij weten niet of Prof. van Blommestein teleur gesteld is (ook de gedeeltelijke uitvoering van het Taroemplan is aan een buitenlandse (Franse) maat schappij gekomen), wel weten wij, dat hij zich op nieuw gewijd heeft aan andere nog grotere pro jecten. Hij werd n.l. een acht jaren geleden door de Voedsel- en Landbouw Organisatie van de Ver enigde Naties aangezocht om als F.A.O.-team-lea- der in Oost Pakistan te werken. De grote moge lijkheden in deze tropische delta (43 millioen inwo ners), gevormd door de machtige Ganges en Brah- mapoetra, werden door hem in rapporten uitge werkt en deze ideeën werden door de Pakistaanse Regering goedgekeurd en direct in uitvoering ge nomen. Met financiële steun van Amerika en Ca nada wordt nu een groot overstromingsgebied met vele moerassen van niet minder dan 800.000 ha. (1/3 van het totale landbouw areaal van Neder land) omgezet in een vruchtbaar en uiterst produc tief rijstgebied. Wanneer men bedenkt, dat Pa kistan nu jaarlijks voor f 600 miljoen aan voedsel importeert en dat de raeer-opbrengst van dit te irrigeren gebied meer dan voldoende is om dit tekort te dekken, beseft men welk een immens werk hier tot stand wordt gebracht. Kind van de zon. Prof. van Blommestein staat daar aan het hoofd van een uiterst selecte werkgroep van een tiental specialisten van allerlei nationaliteiten. Door de F.A.O. wordt zijn werk op hoge prijs gesteld en hij is tot nu toe de enige civiel-ingenieur, die tot expert in vaste dienst (z.g. program-appointment) bij deze Wereldorganisatie is bevorderd. Hij heeft in feite een zo hoge pangkat, dat hij het grootste deel van zijn tijd zou kunnen doorbrengen in air conditioned offices en anderen het werk laten doen. Maar daar is hij de man niet naar. Als Kind van de Zon en met de grote liefde voor de tropische aarde en haar natuur is Prof. van Blommestein altijd buiten te vinden, in de verste rawa's, in de moordenste zonnehitte. Vaak alleen gekleed in een kort broekje en met een pet op, in de traditie van alle pioniers, is hij te vinden waar het moeilijkste werk is onder de ongunstigste condities. Daarbij is hij dikwijls vergezeld door zijn echtgenote, die lief en leed al dertig jaren met hem deelt. Zij is een Indisch meisje, Wies van Polanen Petel, die hij tijdens zijn H.B.S.-tijd heeft leren kennen. In aansluiting op de stukjes in TONG-TONG over de aanzet tot krachtsinspanning ..Oeloepis koentoel baris" (Lopez, Comte de Baris?) schrijft Si Klaas nog het volgende: In de suiker waar Si Klaas een goede 15 jaren zijn leven had gesleten als machinist of duvelstoejager met een behoorlijk loon van f 550,per maand, hadden wij een ook zeer welbekende melodie bij het tillen, verplaatsen en trekken van zware stuk ken, zoals molenrollen, grote machines, etc., Met de ouderwetse hijskranen, die over de gehele voor- fabriek waren geplaatst (het molenhuis). Bij zulk werk was van een stel koelies steeds een voor man-voorzanger en was Si Klaas ook steeds door het volk verkozen om als v-v-z.-man de fungeren. Het gebeuren was op de sf. Kenongo Wlingi. Voor zulk werk was voor de voorman benodigd oplettendheid, veel durf en goede omgang met het werkvolk. Ook moest het volk voor de voorman respect hebben, want heel vaak moesten de zware machines over de andere werkende werktuigen zwevend naar hun plaats worden gehesen. Geluk moest er ook bij zijn om zulk werk te verrichten en heel vaak stond Si Klaas op zo'n zwevend werk stuk om een goed overzicht te verkrijgen. Als voorzanger het eentonige lied tjap tjóró djöwö; Bij elke zin van het gezang hoorde men een ra telend geluid der hijskettingen: de Hollandse vertaling tussen haakjes: Ajo rèh njamboetgawe en 't volk zong Prof. van Blommestein en zijn vrouw Wies van Polanen Petel wat een oude en respectabele naam in Indië!) thuis in Dacca. Wie standvastig de zon in zijn hart blijft dragen, schept altijd zijn eigen weg naar het Land van de Zon. Hoe won derlijk is de gedachte dat overal waar dit typi sche Indische echtpaar gaat in de Tropen, groots werk wordt gedaan dat nog honderden jaren la ter een merkteken zal zetten op beschaving en welvaart! Bij dit alles is Prof. van Blommestein een door en door eenvoudig mens die alle publiciteit schuwt Zoals alle mannen, die van werk houden, heef! hij een hekel aan tam-tam. Dat hij een uitzondering maakt voor Tong-Tong dat trouwens een heel andere functie heeft: opwekking tot paraatheid en durf stellen wij op hoge prijs. Het is te hopen dat Jong Indië een voorbeeld aan hem neemt. De tijd van de Nederlandse explorers is Goddank nog niet voorbij. En dat ze nu niet meer alleen uit Hoorn of Vlissingen komen, maar ook uit Solo, dat betekent al met al toch wel een flinke stap voorwaarts! Ah, een Indische jongen, die opgegroeid is met een eenvoudig bordje rijst, daar dankbaar voor is en nu mogelijkheden schept voor rijst voor millioe- nen. Prof. van Blommestein, een troepje verdoolde bruine broeders en zusters in het Landje in de Mist is trots op je! Selamat djalan dan banjak redjeki want uw voorspoed is de voorspoed van mil- lioenen! TJALIE ROBINSON (kom mannen aan het werk) Ottotte di kêntjêngke (span de spieren) barêng ono tariekanne (trek met vereende krachten) bij het refrein trokken de koelies aan tingen matane ödjö mélènggö (kijk niet een andere kant op) si kiwö koerang bareng narik (de linkervleugel harder trekken) ghet nö barêng tariekanne (kom flink allen tegelijk). Dit dan is de dongèngan van Si Klaas van ver vlogen jaren in de suiker, men moet zo'n stukje kunnen djöget (dansen) op de tonen van de gamelan. dan. ila-ilaaah, ila-ilaaah, ila-ilaaah, de hijsket- ila-ilaaah, ila-ilaaah, ila-ilaaah, WAH MAAR! Een tuingeëmployeerde op een suikerfabriek in Probolinggo bezat een orang-oetan, die vrij op het erf rondliep. Elke ochtend zat hij op een lage tak van een djamboeboom, die dicht bij de keuken stond en wachtte daar tot de kokkie van de passar kwam, van wie hij dan geregeld een stukje dodol kreeg. Op een dag kwam de kokkie zonder dodol van de passar terug en gaf hem instede daarvan een stukje areng, dat de aap vol vertrouwen in zijn mond stak, doch het weer spoedig met afschuw en grommend uitspuwde, waar de kokkie hartelijk om lachte. De volgende ochtend vroeg zat de aap weer op zijn vaste plaats en wachtte met hangende half gesloten hand de komst van de kokkie af. Toen zij de keuken uit kwam, om naar de passar te gaan, slingerde de aap haar uit wraak iets naar haar hoofd en bleek dit zijn ochtendbehoefte te zijn, die hij in zijn hand gedeponeerd had. BOENG JULIUS Mijnheer (droevig)„Ik ben mijn vrouw kwijt geraakt (met een verhelderende glimlach) maar TONG-TONG heb ik nog". v. d. G.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1959 | | pagina 7